AM2A 9/30/20 woensdag ww

AM2A - mercredi 30 sept - 2e
Lesdoel: je oefent met de werkwoorden en met zinnen schrijven!
Verloop van de les:
- opening
- voca 8 doornemen; nog vragen over zinnen 7?
- we gaan even helemaal terug naar de basis, dus doen voorlopig geen enkele oefening van ECRIRE
we oefenen met de ww en met zinnen maken
EINDDOEL = 'IK KAN VERTELLEN OVER WAT IK IN DE VAKANTIE HEB GEDAAN'

DEVOIRS voor donderdag (morgen!)
Leren: gramma 3 + 5 = werkwoorden + passé composé         Maken: ex 24!
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

AM2A - mercredi 30 sept - 2e
Lesdoel: je oefent met de werkwoorden en met zinnen schrijven!
Verloop van de les:
- opening
- voca 8 doornemen; nog vragen over zinnen 7?
- we gaan even helemaal terug naar de basis, dus doen voorlopig geen enkele oefening van ECRIRE
we oefenen met de ww en met zinnen maken
EINDDOEL = 'IK KAN VERTELLEN OVER WAT IK IN DE VAKANTIE HEB GEDAAN'

DEVOIRS voor donderdag (morgen!)
Leren: gramma 3 + 5 = werkwoorden + passé composé         Maken: ex 24!

Slide 1 - Diapositive

Corona, wat denk je?

Slide 2 - Carte mentale

In elke zin staat een werkwoord!
We herhalen dus de werkwoorden op -er!

Als voorbeeld op de volgende dia DONNER = geven
Op dezelfde manier gaan ook
manger = eten  /  écouter = horen  /  regarder = kijken
parler = praten / arriver = aankomen  / louer = huren  etc etc

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Geef de juiste vorm van de présent:
regarder - je ...
timer
0:20

Slide 5 - Question ouverte

Geef de juiste vorm van de présent:
écouter - nous ...
timer
0:20

Slide 6 - Question ouverte

Geef de juiste vorm van de présent:
arriver - elle ...
timer
0:20

Slide 7 - Question ouverte

Geef de juiste vorm van de présent:
parler - vous ...
timer
0:20

Slide 8 - Question ouverte

Geef de juiste vorm van de présent:
louer (huren!) - mes parents ...
timer
0:20

Slide 9 - Question ouverte

Behalve de présent = tegenw tijd, hebben jullie nu ook geleerd
DE PASSÉ COMPOSÉ
=
verleden tijd voor gebeurtenissen
= hulpwerkwoord + voltooid deelwoord. 
Bij de ww op -er eindigt het voltooid deelwoord altijd op

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Het hulpww is meestal 'avoir'
En dus moet je ook de vormen van avoir goed kennen!

Slide 12 - Diapositive

Wat is de juiste vertaling van de zin?
Ils ont écouté le prof.
timer
0:15
A
Zij hebben naar de leraar geluisterd.
B
Zij luisteren naar de leraar.

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van de zin?
Nous avons passé les vacances en Angleterre.
timer
0:15
A
Wij brengen de vakantie door in Engeland.
B
Wij hebben de vakantie doorgebracht in Engeland.

Slide 14 - Quiz

Geef de juiste vorm van de passé composé:
regarder - (je) ....... la télé
(dus: ik heb televisie gekeken)
timer
0:20

Slide 15 - Question ouverte

Geef de juiste vorm van de passé composé:
passer (= doorbrengen) - (nous)
... les vacances en France!
(dus: wij hebben de vakantie in Frankrijk doorgebracht)
timer
0:20

Slide 16 - Question ouverte

Geef de juiste vorm van de passé composé
louer (= huren) - (ils)
...... une maison de vacances.
(dus: zij hebben een vakantiehuisje gehuurd)
timer
0:20

Slide 17 - Question ouverte

Noteer nu:
Ik heb gereisd.
(reizen = voyager)
timer
0:20

Slide 18 - Question ouverte

Noteer nu:

wij hebben de vakantie doorgebracht
timer
0:20

Slide 19 - Question ouverte

Let op met de passé composé
Soms is het hulpwerkwoord niet avoir, maar etre
Nous sommes allés en France.
Il est arrivé à la gare.
Elle est sortie de la gare. 

Wat valt je op aan het voltooid deelwoord?

Slide 20 - Diapositive

Je moet dus ook de vormen van ETRE goed weten:

Slide 21 - Diapositive

Kies de vorm die in de zin past:
Pierre ... en Suisse.
timer
0:15
A
est arrivé
B
sont arrivés

Slide 22 - Quiz

Kies de vorm die in de zin past:
Mes amies ... en avion.
timer
0:15
A
sont parti
B
sont parties

Slide 23 - Quiz

Welke ww gaan met etre?
Denk aan het 'etre-huis' en kijk op p.25 van je boek!

Slide 24 - Diapositive

Vertaal in het Frans:
ik heb gekeken
timer
0:20

Slide 25 - Question ouverte

Vertaal in het Frans:
wij hebben een huis gehuurd (louer!)
timer
0:20

Slide 26 - Question ouverte

Vertaal in het Frans:
zij zijn aangekomen (arriver!)
timer
0:20

Slide 27 - Question ouverte

Vertaal in het Frans:
wij hebben de vakantie doorgebracht
(passer les vacances!)
timer
0:20

Slide 28 - Question ouverte

Vertaal in het Frans:
Elise is naar Frankrijk gegaan
timer
0:20

Slide 29 - Question ouverte

Onregelmatige werkwoorden hebben vaak een onregelmatige voltooid deelwoord!
etre - ik ben geweest - j'ai été
Nous avons été en France pendant les vacances. 
faire - ik heb gedaan - j'ai fait
On a fait du camping.
Heureusement, il  a fait  chaud.

Slide 30 - Diapositive

Nu bekijken we de zinnen van 9!
LS page 42 - répétez les phrases!

Deze zinnen vormen straks het uitgangspunt van wat je gaat schrijven over je vakantie!

maak nu ex 24 = huiswerk voor morgen!

Slide 31 - Diapositive

We sluiten de les af!
Snap je de werkwoorden en de passé composé?
Snap je de zinnen van 9?

HUISWERK VOOR MORGEN:
 LEER 3 + 5 (= werkwoorden en passé composé)
MAAK EX 24

Slide 32 - Diapositive