V3 LS U1 herhaling van de werkwoorden

V3 LS U1 herhaling van de werkwoorden
ww op -ER, AVOIR, ETRE
in présent, passé composé, imparfait
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

V3 LS U1 herhaling van de werkwoorden
ww op -ER, AVOIR, ETRE
in présent, passé composé, imparfait

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Kies de juiste vertaling/vorm:
wij praten
A
nous parlons
B
on parlons
C
on a parlé
D
ils parlent

Slide 3 - Quiz

Kies de juiste vertaling/vorm:
hij heeft gegeten
A
il mange
B
il a mangé
C
ils mangent
D
ils ont mangé

Slide 4 - Quiz

Geef de correcte Franse vorm:
ik reis

Slide 5 - Question ouverte

Geef de correcte Franse vorm:
zij (mnl mv) luisteren (écouter)

Slide 6 - Question ouverte

Geef de correcte Franse vorm:
zij hebben geluisterd

Slide 7 - Question ouverte

Let op:
Bij de passé composé is het hulpww meestal AVOIR
=> het voltooid deelwoord verandert NIET!
      Il a parlé     /     Elle a parlé

Welke werkwoorden hebben ook alweer het hulpww ETRE?
=> het hulpww krijgt een uitgang die past bij het onderwerp
      Elle est restée


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Geef de correcte Franse vorm:
hij is aangekomen (arriver)

Slide 10 - Question ouverte

Geef de correcte Franse vorm:
zij is aangekomen (arriver)

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Diapositive

Kies de juiste vertaling/vorm van de imparfait:

hij praatte
A
il parle
B
il a parlé
C
il parlait
D
ils parlaient

Slide 13 - Quiz

Geef de correcte Franse vorm van de imparfait:

ik luisterde (écouter)

Slide 14 - Question ouverte

Geef de correcte Franse vorm van de imparfait:

wij organiseerden (organiser)

Slide 15 - Question ouverte

Nu de twee belangrijkste onregelmatige ww:
AVOIR = hebben
ETRE = zijn

Leer van de présent de 6 vormen!

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Voor de passé composé
Hoef je alleen het VOLTOOID DEELWOORD te weten!

En of het hulpwerkwoord AVOIR of ETRE is:

Ik heb gehad = j'ai EU
ik ben geweest = j'AI ÉTÉ

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Kies de juiste vertaling/vorm:

wij zijn
A
tu es
B
nous avons
C
ils sont
D
on est

Slide 22 - Quiz

Geef de correcte Franse vorm:

zij (mnl mv) hebben

Slide 23 - Question ouverte

Geef de correcte Franse vorm:

jij hebt gehad

Slide 24 - Question ouverte

Geef de correcte Franse vorm:

jullie hadden (imparfait)

Slide 25 - Question ouverte

Geef de correcte Franse vorm:

ik ben

Slide 26 - Question ouverte

Geef de correcte Franse vorm:

zij is geweest

Slide 27 - Question ouverte

Maak nu online:

LS Unité 1
Gramma 1
Ex 8ABC
(gebruik bij 8A je oortjes; niet bij je? Doe 8A dan thuis)

Slide 28 - Diapositive