Diabetes Mellitus (open avond)

Diabetes Mellitus
Waarschuwing: Dia's bevatten afbeeldingen van wonden
1 / 47
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 47 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Diabetes Mellitus
Waarschuwing: Dia's bevatten afbeeldingen van wonden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkele opmerkingen vooraf...
- Diabetes Mellitus (suikerziekte) is een complex en veelomvattend ziektebeeld. De les is te kort om alle relevante onderdelen te bespreken. Ook nuancering (bijv. uitzonderingen) ontbreekt soms. 

- De voorkennis van jullie zal verschillen. Ik heb geprobeerd de inhoud voor iedereen begrijpelijk te maken. Begrijp je iets niet, vraag gerust. 

- Je leert het meest als de inhoud je interesseert. Vraag je je iets af, gooi het in de groep.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat ik graag zou willen weten of willen leren over diabetes mellitus is....

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


          Diabetes Mellitus (DM) =     
                                                 Suikerziekte

           
            Het hormoon insuline speelt                  een belangrijke rol bij DM

            Er zijn verschillende 
            vormen van DM

           
DM kan leiden tot o.a. ...
- ...blindheid
- ...amputaties van delen van 
  voet of been 
- ...hart- en herseninfarcten.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel mensen in Nederland hebben DM?
A
30.000 (dertig duizend)
B
110.000 (honderdtien duizend)
C
700.000 (zevenhonderd duizend)
D
1.200.000 (één miljoen tweehonderd duizend)

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

www.diabetesfonds.nl/over-diabetes/diabetes-in-het-algemeen/diabetes-in-cijfers

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?

Diabetes type 1 ontstaat meestal bij mensen jonger dan 25 jaar.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leeftijd diabetes
Type 1: Kan op iedere leeftijd ontstaan; meer dan de helft < 18 jaar (piek rond 12 jr) 

Type 2: Ontstaat meestal pas na 40ste jaar, maar kan ook eerder (vooral bij mensen met overgewicht). 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bron: https://www.vzinfo.nl/diabetes-mellitus/leeftijd-en-geslacht#diabetes_NZR

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar of niet waar?

Mensen met diabetes wordt aangeraden koolhydraatarm en suikervrij te eten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Diabetes Mellitus
- Verstoring in het glucosemetabolisme* door een (relatief) tekort aan insuline.
- Glucose is een zeer belangrijke brandstof voor onze cellen. 

- Glucose komt na de vertering van koolhydraten via de darmen in het bloed.
- Glucose kan alleen uit het bloed naar de cellen met behulp van een hormoon, insuline.



* metabolisme = stofwisseling = aanmaak, afbraak en omzetting van stoffen

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is Diabetes Mellitus
- Bij diabetes is er een (relatief) tekort aan insuline, waardoor glucose vanuit het bloed niet opgenomen kan worden in de cellen. 

- DM Type 1: geen insuline-productie
- DM Type 2: minder insuline-productie en/of minder gevoeligheid van de cellen voor insuline.  

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diabetes Mellitus

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DM, insuline en glucose
Mensen met DM kunnen glucose dus niet goed vanuit het bloed opnemen in de cellen. Glucose opnemen vanuit de darmen in het bloed gaat wel goed. 

De snelheid waarmee koolhydraten uit de voeding opgenomen worden in het bloed hangt met name af van de grootte van de koolhydraten.
- Grote koolhydraten hebben veel vertering nodig en worden langzaam opgenomen.
- Kleine koolhydraten hebben weinig vertering nodig en worden snel opgenomen.
Tekst


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DM, insuline en glucose
  • De behandeling van DM is erop gericht om opname van glucose in de cellen weer voldoende mogelijk te maken. Vaak is een onderdeel daarvan het toedienen (inspuiten) van insuline.  

  • Insuline inspuiten kan echter ook gevaarlijk zijn. Geef je te veel insuline, dan gaat er te veel glucose uit het bloed. Er blijft dan onvoldoende glucose beschikbaar voor de vitale organen (m.n. de hersenen).

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

DM, insuline en glucose
  • Te weinig insuline is dus niet goed, maar te veel ook niet. 

  • Een gezond lichaam past continu de hoeveelheid insuline aan. Dit is van buitenaf een stuk lastiger. De opkomst van de insulinepompen brengt hier wel verbetering in. 

  • Omdat van buitenaf bijsturen lastig is, wil je zo min mogelijk grote schommelingen in de hoeveelheid glucose die het bloed in komt. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Invloed van kleine en grote koolhydraten op de bloedglucose. 
Sleep het soort koolhydraat naar de juiste grafiek.

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Voedingsmiddelen met
veel grote koolhydraten

Slide 18 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Schommelingen in bloedsuiker
Factoren die de bloedsuiker beïnvloeden: 
  • Voeding; hoeveelheid koolhydraten, soort koolhydraten
  • Inspanning; verbruik van glucose in het lichaam
  • Acute stress, emotie; adrenaline verhoogt de bloedsuiker
  • Infectie, chronische stress; cortisol verhoogt de bloedsuiker 
  • Actuele bloedsuikerwaarden; bij (te) hoge bloedsuikerwaarde wordt extra insuline gemaakt, waardoor bloedsuiker daalt; bij te lage bloedsuikerwaarde wordt glucagon gemaakt, waardoor de bloedsuiker stijgt. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de gele blokken naar het juiste grote (paarse of blauwe) blok. 
Bloedglucose stijgt
Bloedglucose daalt
Insuline
Glucagon
Adrenaline
Cortisol
Glucose wordt in de cellen verbrand
Glucose wordt in de lever en spieren opgeslagen
Koolhydraten worden verteerd en opgenomen in het bloed.
Glucose wordt uit de lever en spieren gehaald. 

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor ontstaat Diabetes Mellitus?
A
Te weinig productie van insuline
B
Te weinig productie van glucose
C
Te veel productie van insuline
D
Te veel productie van glucose

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer iemand niet behandeld wordt voor DM, zal zijn bloedsuiker....
A
....(vrijwel) altijd te laag zijn.
B
...(vrijwel) altijd te hoog zijn.
C
...sterk schommelen tussen te laag en te hoog

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vormen van DM
Twee belangrijke vormen van DM zijn: type I en type II

Verouderde/ onjuiste benamingen voor DM I: ‘jeugdsuiker’ of ‘insuline-afhankelijke DM’.
Verouderde/ onjuiste benamingen voor DM II: ‘ouderdomssuiker’ of ‘insuline-onafhankelijke DM’.
 
Welke van de twee vormen komt het vaakst voor?

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

                                            DM I
Ontstaat meestal op oudere leeftijd, vaak in combinatie met overgewicht.
Oorzaak: Verminderde, trage functie van de alvleesklier in combinatie met insulineresistentie (ongevoeligheid van de cellen voor insuline). Er is vaak sprake van een erfelijke aanleg.

DM II komt veel vaker voor dan DM I (>90% van de diabeten)

                                            DM II
Ontstaat meestal op jonge leeftijd.
Oorzaak: Een auto-immuunreactie vernietigt de cellen in de alvleesklier die insuline aanmaken. Mogelijk wordt dit proces uitgelokt door een infectie.

DM I komt veel minder vaak voor dan DM II (<10% van de diabeten)

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Klachten die kunnen
wijzen op DM

Slide 26 - Carte mentale

De meest voorkomende klachten zijn:
Veel plassen;
Droge mond;
Veel drinken;
Wazig zien;
Vermagering;
Moeheid;
Soms huiduitslag, jeuk en slecht genezende wondjes.
Diagnostiek
Aantonen diabetes: anamnese en lichamelijk onderzoek
Bij DM I snel ontstaan van duidelijke klachten, bij DM II veel geleidelijker en minder duidelijk. 
De meest voorkomende klachten zijn: Veel plassen; Droge mond; Veel drinken; Wazig zien; Vermagering; Moeheid; Soms huiduitslag, jeuk en slecht genezende wondjes. 

Lichamelijk onderzoek is vooral gericht op mogelijke complicaties en/ of uitsluiten van andere oorzaken klachten. 



Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diagnostiek
Aantonen van DM; aanvullend onderzoek
- Glucose bepaling in bloed (en urine)
- Bloedglucose nuchter: 6,1 – 7,0 mmol/l is een twijfelgeval
- Bloedglucose nuchter: > 7,0 mmol/l is bewijzend
- Bloedglucose niet nuchter: >8,6 mmol/l is reden voor nuchtere meting en/ of glucose tolerantie test.

Glucose tolerantie test: 2 uur na het drinken van een glucose oplossing moet het bloedglucose lager zijn dan 7,8 mmol/l


Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Diagnostiek
Monitoren van DM
Actuele bloedglucose
- Glucose bepaling in capillair bloed (vingerprik)

Glucosewaarden afgelopen periode
-  HbA1c (= geglyceerd hemoglobine). Geeft een indruk van de gemiddelde bloedglucosespiegel van de afgelopen 6 – 8 weken. 





Slide 29 - Diapositive

HbA1c: Normaal: < 53 mmol/mol

Waar of niet waar?

DM type I wordt altijd behandeld met insuline
Behandeling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Waar of niet waar?

DM type II wordt altijd behandeld met insuline
Behandeling
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling DM II
  • Stap 1                                                                                                                                                                                              - Afvallen bij overgewicht                                                                                                                                                 - Aanpassing voeding (m.n. beperkt gebruik kleine koolhydraten, veel vezels, beperkt                      verzadigd vet)                                                                                                                                                                     - Leefregels (oa voldoende bewegen, niet roken)
  • Stap 2:                                                                                                                                                                                Tabletten (bijv. metformine): verminderen de glucoseaanmaak door de lever, vergroten van de insulinegevoeligheid, vertragen de opname van glucose via de darmen en/ of bevorderen de insulineproductie.
  • Stap 3:                                                                                                                                                                                       Insuline spuiten. (Vrijwel altijd in combinatie met tabletten)



Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is op de korte termijn gevaarlijker, een hypoglycemie (= te lage bloedsuiker) of een hyperglycemie (= te hoge bloedsuiker)?
A
Hypoglykemie
B
Hyperglykemie

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypo's en Hypers
Normaal ligt de bloedsuikerwaarde tussen de 4 en 8 mmol/liter.

Een te lage bloedsuiker is acuut gevaarlijk, omdat m.n. de hersenen glucose nodig hebben om te kunnen werken.

Een te hoge bloedsuikerwaarde is op langere termijn gevaarlijk, omdat glucose bloedvaten en zenuwen aantast. 

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken hypoglycemie
bij iemand met DM

Slide 35 - Carte mentale

Te veel insuline spuiten of stapeling van bepaalde orale antidiabetica.
Te weinig eten; mn te weinig koolhydraten
Verhoogd glucoseverbruik (sporten, stress)
Invloed van andere stoffen, bijv. alcohol

Wat doe je als iemand met DM
een hypoglycemie heeft?

Slide 36 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke structuren raken met name aangetast bij veelvuldige en/of langdurige hyperglykemieën
A
Lever en Milt
B
Spieren en Botten
C
Maag en Darmen
D
Bloedvaten en Zenuwen

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Complicaties/ aandoeningen
door DM
(m.n. door hyperglycemie)

Slide 38 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Complicaties DM
Door perioden van hyperglycemie ontstaat bij diabeten op den duur:

Vaatschade
            - Arterieel (slagaders)
            - Capillair (haarvaatjes)
Zenuwschade
             - Autonoom zenuwstelsel
             - Perifere zenuwen

Meer informatie: https://www.diep.info/complicaties



Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Complicaties DM

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen hypoglycemie

Slide 41 - Carte mentale

Te veel insuline spuiten of stapeling van bepaalde orale antidiabetica.
Te weinig eten; mn te weinig koolhydraten
Verhoogd glucoseverbruik (sporten, stress)
Invloed van andere stoffen, bijv. alcohol

Waar of niet waar?

Een hyperglycemie geeft meestal minder duidelijke klachten dan een hypoglycemie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 43 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oorzaken hyperglycemie

Slide 44 - Carte mentale

Het eten van (te veel) snelle koolhydraten
Te weinig medicatie gebruiken
Koorts
Stress/ Spanning
Minder bewegen

Wat is een diabetische voet?

Slide 45 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 46 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


VRAGEN of OPMERKINGEN ???

Slide 47 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions