Voedingsleer 2 - Les 2

Voedingsleer - les 2
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingsleerMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Voedingsleer - les 2

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning

  • Terugblik vorige week - energiehomeostase
  • Doornemen weekplanning
  • Zoetstoffen
  • Herhaling glucose homeostase + diabetes
  • Proef met bloedsuiker (volgende week)
  • Bespreken opdracht anti-oxidanten (vorige week)

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Slide 4 - Lien

Weekplanning
  1. Energiehomeostase, bioactieve stoffen en anti-oxidanten
  2. Glucose homeostase, diabetes en zoetstoffen
  3. Vocht, allergenen en intoleranties
  4. Medische voeding en PKU
  5. Obesitas en dieeten
  6. Invloed vegetarisme en veganisme
  7. Vervalt (oefentoets in eigen tijd)
  8. Toets 

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen:

• Jij kunt uitleggen op welke manier de glucosehomeostase werkt
• Jij kunt beschrijven wat er aan de hand is bij mensen met diabetes (type I en type II)
• Jij herkent symptomen van diabetes
• Jij weet hoe mensen met diabetes hun leefstijl moeten aanpassen en kunt hierover advies geven
• Jij kunt beschrijven wat het effect van zoetstoffen is op je lichaam
• Jij herkent verschillende soorten zoetstoffen
• Jij kunt de werking van zoetstoffen beschrijven (zoetkracht t.o.v. sacharose)


Slide 6 - Diapositive

Wat zijn zoetstoffen?

Slide 7 - Question ouverte

Voedende zoetstoffen

  • Suikeralcoholen of bulkzoetstoffen
  • Lage relatieve zoetkracht
  • Verlagen de kans op tandbederf
  • Kleinere toename van bloedsuiker
  • Laxerend effect 

Bv. Sorbitol, maltitol, xylitol, lactitol, mannitol
Niet-voedende zoetstoffen

  • Hoge intensiteit zoetstoffen 
  • Hoge relatieve zoetkracht
  • Kunstmatig
  • Dragen weinig tot niet bij aan de energie van het voedsel
  • Kunnen verschillen in warmte stabiliteit (vb. aspartaam)

Bv. Stevia, aspartaam, sucralose etc.

Slide 8 - Diapositive

Wat is relatieve zoetkracht?

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Lien

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Lien

Slide 14 - Diapositive

Bekijk het filmpje en beantwoord de volgende vragen
  • Beschrijf wat er aan de hand is bij diabetes type I en diabetes type II.
  • Wat zijn de overeenkomsten en verschillende tussen type I en type II?
  • Wat zijn de symptomen bij diabetes type I en type II?
  • Op welke manier moet je diabetes type I en type II behandelen?

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Vidéo

Diabetes?
  • Nuchter bloedsuiker prikken (min. 8 uur niet gegeten)
  • 2x resultaten > 7 mmol/L of 1x resultaat > 11 mmol/L = Diabetes



Slide 17 - Diapositive

Proef
  • Allemaal bloedsuiker meten
Daarna:
  • Groep 1 dextro energy innemen + niet bewegen
  • Groep 2 dextro energy innemen + bewegen
  • Groep 3 aspartaam innemen + niet bewegen
  • Groep 4 aspartaam innemen + bewegen
  • Groep 5 niks innemen + niet bewegen
  • Groep 6 niks innemen + bewegen
Daarna weer bloedsuiker meten

Slide 18 - Diapositive

Anti-oxidanten
Beantwoord de volgende vragen:
  1. Leg in je eigen woorden uit wat anti-oxidanten zijn
  2. Noem vijf bekende anti-oxidanten en geef aan in welke levensmiddelen ze voorkomen
  3. Wat is het effect van vrije radicalen in je lichaam?
  4. Wat is de relatie tussen superfoods en anti-oxidanten?
  5. Bekijk de verpakkingen, op welke manier kun je de aanwezigheid van anti-oxidanten herkennen?

Slide 19 - Diapositive

Leerdoelen:

  • Jij kunt uitleggen op welke manier de glucosehomeostase werkt
• Jij kunt beschrijven wat er aan de hand is bij mensen met diabetes (type I en type II)
• Jij herkent symptomen van diabetes
• Jij weet hoe mensen met diabetes hun leefstijl moeten aanpassen en kunt hierover advies geven
• Jij kunt beschrijven wat het effect van zoetstoffen is op je lichaam
• Jij herkent verschillende soorten zoetstoffen
• Jij kunt de werking van zoetstoffen beschrijven (zoetkracht t.o.v. sacharose)


Slide 20 - Diapositive