1hv - de ontkenning herhalen

De ontkenning
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De ontkenning

Slide 1 - Diapositive

Planning du jour 
Objectifs
- Ik kan een Franse zin ontkennend maken met behulp van een stappenplan.
- Ik kan korte Franse zinnen zelfstandig ontkennend maken.
Activités
- Parler français                               10 min. 
- Théorie: De ontkenning             15 min.
- Faire des exercices                      15 min.

Slide 2 - Diapositive

La négation - De ontkenning
Hoe maak ik een Franse zin ontkennend?​

De ontkenning in het Frans bestaat uit twee delen: ne + pas. 

Om zinnen ontkennend te maken, zet je het eerste deel 
van de ontkenning (ne) vóór de persoonsvorm en het 
tweede deel (pas) direct achter de persoonsvorm.

Ik ga niet naar huis. – Je ne vais pas à la maison.

Slide 3 - Diapositive

La négation - De ontkenning
Attention!
Als de persoonsvorm begint met een klinker of een stomme h dan verandert ne in n’.​

Zij houdt niet van friet – Elle n’aime pas les frites. 


Slide 4 - Diapositive

Le hamburger 

Slide 5 - Diapositive

Les lunettes

Slide 6 - Diapositive

Stappenplan
1: Bepaal wat de persoonsvorm in de zin is.

2: Plaats ne voor de persoonsvorm.

3: Plaats pas achter de persoonsvorm.

Slide 7 - Diapositive


Maak de zin ontkennend:
Nous parlons français.

Slide 8 - Question ouverte


Maak de zin ontkennend:
Elle danse toute seule.

Slide 9 - Question ouverte


Maak de zin ontkennend:
Charlotte travaille au restaurant. 

Slide 10 - Question ouverte


Maak de zin ontkennend:
Il a 13 ans.

Slide 11 - Question ouverte

Geeft een ontkennend antwoord:
il aime la pizza
Non,......................................

Slide 12 - Question ouverte

Geeft een ontkennend antwoord:
c'est son père
Non,......................................

Slide 13 - Question ouverte

Geeft een ontkennend antwoord:
il habite à Amsterdam
Non,......................................

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf het Frans getallen als cijfers:
vingt-quatre
soixante-neuf
trente-et -un
cinquante-cinq

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf het getal in het Frans op:
45
59
21
34
41

Slide 16 - Question ouverte

vertaal, vervoeg de werkwoordsvormen goed:
wil jij binnenkomen?


Slide 17 - Question ouverte

vertaal, vervoeg de werkwoordsvormen goed:
wil jij een hartige taart?

Slide 18 - Question ouverte

vertaal, vervoeg de werkwoordsvormen goed:
De pizza is lekker

Slide 19 - Question ouverte

Au travail / Devoirs
Quoi?            Fais exercice   11 en 12 blz  146
Comment? Individuellement
Résultat?    klassikaal bespreken
Temps?       10 minutes
Prêt?             slim stampen


timer
10:00

Slide 20 - Diapositive