3 Mavo 3.6 Evolutie

Evolutie
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Evolutie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning
- Wat wordt er deze periode van je verwacht?
- Waar gaat aankomende periode over?
- 3.7 Evolutie 
- Examen opdrachten
- Huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er van je verwacht deze peride


- Geen telefoons in de klas
- Spullen in orde, leer/werkboek, je map, pennen, schrift/blaadjes
- Actieve les houding? 


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een actieve leshouding?
- Vragen stellen
- Luisteren naar de uitleg
- Huiswerk maken
- Vragen stellen over het huiswerk

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar gaat aankomende periode over?

Thema 3: Erfelijkheid en evolutie
-3.6 evolutie
- 3.7  Verwantschap
Thema 4: Ordening
Thema 5: Stevigheid en beweging

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

3.6 Evolutie
Leerdoelen

  • Je kunt omschrijven wanneer organismen tot één soort behoren

  • Je kunt beschrijven wat de evolutietheorie inhoud en hoe geslachtelijke voortplanting, mutatie en natuurlijke selectie bijdragen aan het ontstaan van nieuwe rassen


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

aangepast aan de omgeving

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Soorten en rassen
Organisme horen tot één soort als ze vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen
Afrikaanse olifant
(Loxodonta africana)
Aziatische Olifant
(Elephas maximus)
Geen vruchtbare nakomelingen 

Slide 9 - Diapositive

De wetenschappelijke naam van een soort bestaat altijd uit de geslachtsnaam met daar op volgend de soortnaam 
Rassen
 Sommige soorten kun je verder verdelen in rassen, verschillende rassen kan je wel onderling kruisen

Een ras is een groep organismen binnen één soort met bepaalde erfelijke eigenschappen die verschillen van de rest van de soort. 

Rassen zijn vaak kunstmatig ontstaan door fokken of kweken

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vruchtbare nakomelingen bij rassen
Ouder 1: Poedel (Canis lupus familiaris)

Ouder 2: Labrador-retriever (Canis lupus familiaris)


       N

Nakomeling: Labradoeldel (Canis lupus familiaris)

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

onvruchtbare nakomelingen bij
verschillende soorten
Ezel (Equus asinus) 

Paard (Equus caballus) 

Nakomelingen 
Muildier/ muilezel
(Equus asinus × Equus caballus)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evolutietheorie
Miljoenen soorten organisme
Ontstaan en veranderd over een hele lang tijd -> Evolutie
De Evolutietheorie is bedacht door Charles Darwin
Gaat uit van:
  • verandering in genotype
  • natuurlijke selectie
  • ontstaan van nieuwe soorten



Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verandering van genotype
Populatie: groep organisme van dezelfde soort die zich onderling kunnen voortplanten. 
Bijvoorbeeld: alle konijnen op Amenland

In een populatie zijn en ontstaan verschillen door geslachtelijke voorplanting en mutaties in het genotype.
Deze mutaties en veranderingen kunnen zorgen voor andere eigenschappen bij individuen binnen een populatie

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurlijke selectie
Het proces waarbij dieren die zich beter aan kunnen passen aan de omgeving (= het milieu)  een grotere kans hebben om te overleven en zich voor te planten dan dieren die zich minder goed aanpassen.
Organismen die het best zijn aangepast aan het milieu krijgen de meeste nakomelingen. 


Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vooral het genotype bepaalt of een soort goed 
is aangepast aan het milieu. Een populatie 
met veel verschillende genotype en fenotype heeft een grotere overlevingskans.

Als een milieu veranderd zijn sommige nakomelingen beter aangepast dan andere (dit kan komen door mutatie en geslachtelijke voorplanting) de nakomelingen die het beste zijn aan gepast aan het huidige milieu zullen blijven leven en hun genen doorgeven aan hun nakomelingen

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het ontstaan van nieuwe soorten
Als verschillende vormen van een soort zich niet meer met elkaar voorplanten, kan er een nieuwe soort ontstaan. Dit kan ook gebeuren wanneer een deel van de populatie verhuisd naar een andere gebied en zich daar alleen nog maar onderling gaat voorplanten. 

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Effect van een veranderend genotype

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Evolutietheorie - Stap 1
Iedereen is een beetje anders:
- Langer
- Puntigere snavel
- Dikker verenpak
- Mooiere vlekken
- Kleinere voeten
- Grotere vinnen
etc.

Genetisch variatie door Mutatie & Recombinatie

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Evolutietheorie: Stap 2
Het leven is zwaar: 
- Wind
- Temperatuur
- Zon
- Droogte
- Predatie
- Partners tekort

Struggle for life / Selectiedruk

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De Evolutietheorie: Stap 3
Individuen die overleven kunnen 
hun genen doorgeven naar volgende generatie.

Genen van de individuen die niet overleven 
 of voortplanten sterven uit.

Er treedt een verandering op in de 
genetische variatie van de volgende generatie. 
De soort is geëvolueerd!

Survival of the fittest/ Overerving

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
3.6 opdracht 1 tm 7 (200 tm 203)


Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions