Schakeling van weerstanden

ELEKTRODYNAMICA
schakeling van weerstanden
1 / 48
suivant
Slide 1: Diapositive
FysicaHoger onderwijsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 48 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

ELEKTRODYNAMICA
schakeling van weerstanden

Slide 1 - Diapositive

Welke componenten komen voor in een eenvoudige elektrische schakeling?

Slide 2 - Question ouverte

R is het symbool voor?
A
Stroomsterkte
B
Spanning
C
Weerstand
D
Vermogen

Slide 3 - Quiz

Spanning (U) = 12V
Stroomsterkte (I) = 1 A

Wat is de weerstand?

A
R=UI=12V1A=12Ω
B
R=UI=12V1A=0.083Ω
C
I=RU=12Ω12V=1A
D
R=IU=1A12V=12Ω

Slide 4 - Quiz

Is de weerstand afhankelijk van de spanning en/of de stroomsterkte?

A
Ja, enkel van de spanning
B
Ja, enkel van de stroomsterkte
C
Ja, van de spanning en de stroomsterkte
D
Neen, enkel afhankelijk van zijn materiaal

Slide 5 - Quiz

Hoe zijn deze weerstanden
geschakeld?
A
serie
B
parallel

Slide 6 - Quiz

Hoe zijn deze weerstanden
geschakeld?
A
serie
B
parallel

Slide 7 - Quiz

Hoe schakelen we een Ampèremeter, als we de stroomsterkte doorheen een weerstand willen bepalen?
A
serie
B
parallel

Slide 8 - Quiz

Hoe schakelen we een Voltmeter, als we de stroomsterkte doorheen een weerstand willen bepalen?
A
serie
B
parallel

Slide 9 - Quiz

Wat voor soort
schakeling is dit?
A
serie
B
parallel
C
serie en parallel
D
gemengde

Slide 10 - Quiz

Fysica - elektrodynamica
agenda
  • vorige lessen: elektrodynamische grootheden, eenvoudige schakeling, wet van Ohm
  • vandaag: schakeling van weerstanden (theorie)
  • volgende les: oefeningen op (gemengde) schakeling van weerstanden (substitutiemethode)
  

Slide 11 - Diapositive

Fysica - elektrodynamica
vandaag

  • Vervangingsweerstand
  • Serieschakeling van weerstanden
  • Vervangingsweerstand bij serieschakeling van weerstanden
  • Toepassing: Ampèremeter
  • Parallelschakeling van weerstanden
  • Vervangingsweerstand bij parallelschakeling van weerstanden
  • Toepassing: Voltmeter
  

Slide 12 - Diapositive

BEGRIPPEN

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien

vervangingsweerstand = substitieweerstand
  • = de verhouding van de totale spanning
    t.o.v. de totale stroomsterkte
    in een stroomkring die verschillende weerstanden bevat
  • vervangingsweerstand van weerstanden in serie
                                            verschillend van
    vervangingsweerstand van weerstanden in parallel

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

serieschakeling van weerstanden
  • twee of meer weerstanden
  • einde van de 1e weerstand wordt verbonden met begin 2e weerstand
  • einde van de 2e weerstand wordt verbonden met begin 3e weerstand
  • enz.
  • --> in elke weerstand komt slechts één draad toe en vertrekt maar één draad
  • voorbeeld?

Slide 17 - Diapositive

serieschakeling van weerstanden

Slide 18 - Diapositive

parallelschakeling van weerstanden
  • twee of meer weerstanden
  • beginpunt van elke weerstand met elkaar verbonden
  • eindpunt van elke weerstand met elkaar verbonden
  • voorbeeld?

Slide 19 - Diapositive

parallelschakeling van weerstanden

Slide 20 - Diapositive

OPDRACHT: schema serie- en parallelschakeling
cursus pg. 1
timer
3:00
Conventionele stroomzin: van + pool naar - pool

Slide 21 - Diapositive

SERIE
schakeling van weerstanden

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Lien

Wat kan je zeggen over
stroomsterkte I
doorheen de grootste weerstand R
A
het grootste bij de kleinste weerstand
B
het grootste bij de grootste weerstand
C
overal gelijk

Slide 24 - Quiz

Wat kan je zeggen over spanning U
over de grootste weerstand R?
A
het grootste bij de grootste weerstand
B
het kleinste bij de grootste weerstand
C
overal gelijk

Slide 25 - Quiz

Wat kan je zeggen over de
vervangingsweerstand Rv?
A
= de grootste weerstand
B
= de kleinste weerstand
C
= de som van elke weerstand

Slide 26 - Quiz

vervangingsweerstand bij serieschakeling van weerstanden

Slide 27 - Diapositive

vervangingsweerstand bij serieschakeling van weerstanden
  • conclusie
    Itot = I1 = I2
    Utot = U1 + U2
    Rv = R1 + R2
  • gegeven      R1, R2
  • gevraagd    Bewijs Rv = R1 + R2
  • oplossing (aan bord)  verband via wet van Ohm: U = R x I 

Slide 28 - Diapositive

vervangingsweerstand bij serieschakeling van weerstanden
  • oefening
    Bepaal de vervangingsweerstand van 10 Ω  en 20 Ω  in serie.
  • gegeven   R1 = 10 Ω        R= 20 Ω
  • gevraagd  Rv
  • oplossing
                            Rv = R1 + R2
                                  = 10 Ω  + 20 Ω
                                  = 30 Ω  

Slide 29 - Diapositive

2 weerstanden zijn in serie aangesloten op een ideale spanningsbron.
Als je een derde weerstand in serie plaatst, zal  

de vervangingsweerstand

de totale spanning

de totale stroomsterkte


toenemen
afnemen
gelijk blijven

Slide 30 - Question de remorquage

Wat gebeurt er als er 1
weerstand die in serie staat
stuk is?
A
niets, blijft gewoon werken
B
er gaat nergens nog stroom door

Slide 31 - Quiz

Wat gebeurt er als je een
wasmachine aanzet die in
serie staat met een droogkast
A
de wasmachine zal starten
B
de wasmachine zal niet starten
C
de wasmachine zal starten onder bepaalde voorwaarden

Slide 32 - Quiz

PARALLEL
schakeling van weerstanden

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Lien

Wat kan je zeggen over
stroomsterkte I
doorheen de grootste weerstand R
A
het grootste bij de kleinste weerstand
B
het grootste bij de grootste weerstand
C
overal gelijk

Slide 35 - Quiz

Wat kan je zeggen over spanning U
over de grootste weerstand R?
A
het grootste bij de grootste weerstand
B
het kleinste bij de grootste weerstand
C
overal gelijk

Slide 36 - Quiz

Wat kan je zeggen over de
vervangingsweerstand Rv?
A
= de grootste weerstand
B
= de kleinste weerstand
C
= de som van elke weerstand

Slide 37 - Quiz

vervangingsweerstand bij parallelschakeling van weerstanden

Slide 38 - Diapositive

vervangingsweerstand bij parallelschakeling van weerstanden
  • conclusie
    Itot = I1 + I2
    Utot = U1 = U2
    Rv < R2 < R1
  • gegeven      R1, R2
  • gevraagd    Bewijs Rv = (1/R1 + 1/R2)-1
  • oplossing (aan bord)  verband via wet van Ohm: U = R x I 

Slide 39 - Diapositive

2 weerstanden zijn in parallel aangesloten op een ideale spanningsbron. Als je een derde weerstand in parallel plaatst, zal  

de vervangingsweerstand

de totale spanning

de totale stroomsterkte


toenemen
afnemen
gelijk blijven

Slide 40 - Question de remorquage

Wat gebeurt er als er een
weerstand stuk gaat?
A
niets, blijft gewoon werken
B
er gaat nergens nog stroom door

Slide 41 - Quiz

Schakeling van weerstanden (in serie)
heb ik helemaal door!
😒🙁😐🙂😃

Slide 42 - Sondage

Slide 43 - Lien

Slide 44 - Diapositive

Serieschakeling van weerstanden
Toepassing: Ampèremeter
  • Heeft een Ampèremeter een weerstand?
    [Ja, er loopt immers een stroomdraad door --> formule vervangingsweerstand toepassen]
  • Waarom staat een Ampèremeter altijd in serie?
    [Omdat de stroomsterkte doorheen elke weerstand gelijk is bij een serieschakeling  formule vervangingsweerstand serieschakeling: Rv = R1 + RA]
  • Wat gebeurt er met de stroomsterkte doorheen de kring als de totale weerstand verhoogt?[De stroomsterkte neemt af. Bij een ideale Ampèremeter blijft de stroomsterkte van de weerstand doorheen men de stroomsterkte meet constant. Dus idealiter mag de weerstand van de Ampèremeter geen invloed uitoefenen. Rv ≈ R1]
  • Wat is de ideale grootte van de weerstand van de Ampèremeter?
    [RA =0]

Slide 45 - Diapositive

Serieschakeling van weerstanden
Toepassing: Ampèremeter
  • RA
  • Itot = I1 = I        Rv = R1 + RA
  • Itot = Utot / Rv
  • Itot = Utot / (R1 + RA)
  • Rv  ≈ R1 
  • RA zo klein mogelijk, idealiter  0

Slide 46 - Diapositive

Parallelschakeling van weerstanden
Toepassing: Ampèremeter
  • Heeft een Ampèremeter een weerstand?
    [Ja, dus we kunnen hier ook de formule van de vervangingsweerstand toepassen.]
  • Waarom staat een Ampèremeter altijd in serie?
    [Omdat de stroomsterkte doorheen elke weerstand gelijk is bij een serieschakeling  formule vervangingsweerstand serieschakeling: Rv = R1 + RA]
  • Wat gebeurt er met de stroomsterkte doorheen de kring als de totale weerstand verhoogt?[De stroomsterkte neemt af. Bij een ideale Ampèremeter blijft de stroomsterkte van de weerstand doorheen men de stroomsterkte meet constant. Dus idealiter mag de weerstand van de Ampèremeter geen invloed uitoefenen. Rv ≈ R1]
  • Wat is de ideale grootte van de weerstand van de Ampèremeter?
    [RA =0]

Slide 47 - Diapositive

Parallelschakeling van weerstanden
Toepassing: Voltmeter
  • RA
  • Itot = I1 = I        Rv = R1 + RA
  • Itot = Utot / Rv
  • Itot = Utot / (R1 + RA)
  • Rv  ≈ R1 
  • RA zo klein mogelijk, idealiter  0

Slide 48 - Diapositive