Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 25 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Wie wacht tot vrijdag om iets te kopen/bestellen?
A
Ja, ik.
B
Nee, echt niet.
C
Wat is er vrijdag dan? Ik snap het niet!
Slide 3 - Quiz
Vrijdag 29 november is het Black Friday!
Maar wat is Black Friday nou eigenlijk?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
03:27
Deze meneer heeft 186 euro betaald voor een product waarop 70% korting zit. Hoeveel was het product voor de korting? Vul alleen je antwoord in (zonder euro of euroteken)
Slide 6 - Question ouverte
Laat jij je vangen bij kortingen? We beginnen makkelijk. Sinit wil een nieuwe broek. Een jeans kost € 100. Welke korting is voor jou de voordeligste?
A
15% korting
B
Kortingsbon van € 25
Slide 7 - Quiz
Dennis ziet T-shirts. De T-shirts zijn in de aanbieding. Wanneer ben je met drie stuks voordeliger uit?
A
45% korting per stuk
B
3 halen 2 betalen
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Diapositive
Britt heeft shampoo nodig. Een fles shampoo kost € 2,20. Bij iedere vijf flessen krijg je de zesde gratis. Wat ben je kwijt als je twaalf flessen koopt?
A
€ 11,00
B
€ 22,00
C
€ 26,40
Slide 10 - Quiz
Miriana ziet een televisie die normaal €500 kost, maar nu met 30% korting wordt aangeboden. Hoeveel kost de televisie nu?
A
350 euro
B
450 euro
C
346 euro
D
530 euro
Slide 11 - Quiz
Marie-Fleur koopt een televisie van € 499 en een digitale camera van € 360. Wanneer ben je voordeliger uit?
A
Een coupon voor 20% korting op het goedkoopste artikel.
B
Op alle artikelen 10% korting.
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Stijn koopt voor zijn buurman een scheerapparaat. De adviesprijs is € 69,99. Wanneer ben je voordeliger uit?
A
Aanbieding van € 69,99 voor € 33,89
B
Aanbieding 50% korting.
Slide 14 - Quiz
Christian heeft een laptop gekocht voor €680 tijdens Black Friday, met 15% korting. Wat was de oorspronkelijke prijs van de laptop?
A
700 euro
B
578 euro
C
580 euro
D
800 euro
Slide 15 - Quiz
Mevrouw Brok heeft een nieuwe robotstofzuiger genaamd Irma. Deze stofzuiger koste haar 319 euro, de oorspronkelijke prijs was 580 euro. Hoeveel procent korting heeft mevrouw Brok ontvangen?
A
44%
B
54%
C
45%
D
41%
Slide 16 - Quiz
Suus ziet dat de Bertollie pesto ook meedoet in de blackfriday deals en ze gaat helemaal los. 1 potje kost haar 2,30. Ze koopt 6 potjes, de 5de is gratis. Hoeveel betaald Suus?
A
13,20 euro
B
11,50 euro
C
13,80 euro
D
10 euro
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
Elise heeft een tas gekocht voor €120 tijdens Black Friday, met 20% korting. Wat was de oorspronkelijke prijs van de tas?
A
140
B
96
C
150
D
145
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
Enya heeft een spelcomputer gekocht. Deze kosten oorspronkelijk 320 euro. Ze ontvangt 20% korting. Daarnaast ontvangt ze gratis Animal Crossing bij haar Switch. Deze kost normaal 49,95 euro. Hoeveel bespaar Enya?
A
64
B
100
C
112
D
113,95
Slide 21 - Quiz
Farlisha heeft een fiets gekocht voor €225 tijdens Black Friday, De oorspronkelijke prijs was 325 euro. Hoeveel % korting heeft Farlisha ontvangen.
A
30%
B
31%
C
35%
D
25%
Slide 22 - Quiz
Floris ziet eindelijk de pen waar hij al jaren naar opzoek is. 8 halen, 7 betalen is de deal. Een pen kost 1,50. Hoeveel betaald Floris?
A
9 euro
B
12 euro
C
10 euro
D
10,50 euro
Slide 23 - Quiz
Hüsna koopt een tas die oorspronkelijk €220 kost. Ze krijgt eerst een korting van 25%. Daarna krijgt ze nog eens 15% korting op de nieuwe prijs. Hoeveel betaalt Hüsna uiteindelijk voor de tas?
A
140,25 euro
B
132 euro
C
155 euro
D
100 euro
Slide 24 - Quiz
Jabali wil AirPods kopen die normaal €180 kosten. Tijdens Black Friday krijgt hij 30% korting. Hoeveel betaalt Jabali uiteindelijk voor de AirPods?