C0039 les 4 en 5

C0039 les 4 en 5
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgingMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

C0039 les 4 en 5

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke manier help je een parkinsonpatient tijdens het lopen?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Parkinson is een aandoening van
A
Het bewegingsapparaat
B
De hersenen
C
De zenuwen
D
Alle eerder genoemde

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Krijgt elke parkinsonpatient ook parkinsondementie?
A
Ja
B
Nee
C
Een klein gedeelte 35 tot 55%
D
Een groot gedeelte 75 tot 90%

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Parkinson is
A
te genezen
B
een progressieve ziekte

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij parkinson
A
is de myeline schede aangetast
B
is de aansturing naar de spieren verdwenen
C
is er een tekort aan dopamine

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Parkinson kan erfelijk zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Parkinson is een:
A
Ziekte van de bloedvaten
B
Ziekte van het hart
C
Ziekte van de hersenen
D
Ziekte van de zenuwen

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alzheimer
vasculaire 
dementie
fronto-
temporale
dementie
parkinson
dementie
opstapeling
van eiwitten
hersen-
beschadiging 
door slechte 
bloedcirculatie
hersen
beschadiging
in de frontaal
en/of temporaal
kwab
hersenschade door verminderde
aanmaak van 
dopamine

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom steunkousen?
A
Lekker warm
B
Tegen spataderen
C
Tegen oedeem
D
Steun bij lopen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Steunkousen aandoen is
A
Belastend voor de schouders
B
Belastend voor de vingers en polsen
C
Niet belastend
D
Belastend voor de elleboog

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Therapeutische steunkousen zijn:
A
Symptoom bestrijdend
B
Ondersteunend
C
Zelf te bestellen
D
Genezend

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Steunkousen
Welke stelling is ONJUIST ?
A
Vermijd trekken aan de boord
B
Ook voor kousen met teenstuk bestaat een aantreksok
C
Steunkousen was je bij voorkeur dagelijks
D
Onderbenen insmeren met bodylotion mag wel 2x daags

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Steunkousen kunnen bij de behandeling horen van hartfalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heet de methode waarbij je iemand achter in een stoel kan plaatsen?
A
Zit en glij methode
B
Hammengang.
C
Gangwachel.
D
Billenwandeling

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ergonomie is
A
Letten op je taalgebruik
B
Letten op je zithouding
C
Letten op je algemene lichaamshouding
D
Letten op de taal en lichaamshouding

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Ergonomisch werken
Methodisch werken
Hygienisch werken
Systematisch+ gepland naar een doel werken, acties uitvoeren + evalueren
Aannemen van juiste werkhouding en voldoende herstelmomenten inplannen
Voorkomen van besmetting met ziekmakende micro-organismen

Slide 17 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Parkinson is een ziekte die de beweging belemmert. Mensen krijgen moeite met lopen, praten en schrijven
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Parkinson
Parkinson is een ziekte die de beweging belemmert. Mensen krijgen moeite met lopen, praten en schrijven.

Slide 19 - Diapositive

Beschrijf wat Parkinson is en wat de kenmerken zijn.
Wat is het bewegingsapparaat?
A
Het geheel van bloedvaten en organen.
B
Het geheel van botten, spieren en gewrichten.
C
Een apparaat dat je helpt bij het bewegen.
D
Een machine die je spieren traint.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN onderdeel van het bewegingsapparaat:
A
Botten
B
Centrale zenuwstelsel
C
Gewrichten
D
Spieren

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is waar bij parkinson?
A
Snelst groeiende neurologische aandoening
B
Niet iedereen die parkinson heeft trilt
C
Het gelaat is emotieloos.
D
Alles is waar

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions