Lymfe zelfsturende les eehk

Lymfevatenstelsel
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
AnatomieMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Lymfevatenstelsel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
Je legt de functie uit van het lymfevatenstelsel, benoemt hierbij de verschillende onderdelen en hun kenmerken.

 milt, zwezerik, lymfocyten, lymfevat, lymfeknoop, lymfe, weefselvloeistof

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lymfevatenstelsel
Organen: milt (spleen)en zwezerik (thymus)
  • Lymfeknopen
  • Lymfevaten
  • Lymfatisch weefsel: neus- en keelamandelen (tonsils)

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doet je lymfevatenstelsel?
  • Lymfevaten vervoeren lymfe naar de lymfeknopen (of lymfeklieren).
  • In de lymfeklieren wordt de lymfe gecontroleerd op de aanwezigheid van ziekteverwekkers.
  • Dit gebeurt door de lymfocyten. Die maken antistoffen.
  • Bij veel ziekteverwekkers zwelt een lymfeknoop op

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn Lymfocyten?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Milt

Maakt lymfocyten
Breekt rode bloedcellen af
Reservoir voor ijzer
(voor geboorte - maakt rode bloedcelen)

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar heb je ijzer voor nodig in je lichaam?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwezerik
Centrale (regelaar) van het immuunsysteem.
Actief voor pubertijd
Herkenning ziekteverwekkers
Vergissing - auto-immuunziekte

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Kijkopdracht
Wat is het verschil tussen de bloedsomloop en het lymfevatenstelsel?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lymfe vs Bloed

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat doen de lymfeknopen?

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lymfe, lymfevaten en lymfe knopen
Alle lymfe vaten komen uit op twee grote lymfevaten.. 

Deze monden uit in de aderen bij je sleutelbeenderen.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De lymfevaten monden uit in de sleutelbeenaderen. Waar gaan ze eerst naar toe?
A
Het hart
B
De longen
C
De organen

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

kom je rode bloedcellen tegen in de lymfe vloeistof? Leg je antwoord uit!

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Kom je witte bloedcellen tegen in weefselvloeistof? Leg je antwoord uit.

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar beginnen de lymfevaten?
A
In de weefsels
B
Er is geen begin
C
In het hart
D
In de milt

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Weefselvloeistof en lymfe

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lymfe
  • lopen langs de aderen (hele dunne vaatjes zo dik als een haar)
  • Lymfe bevatten kleppen

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lymfe bestaat grotendeels uit water. Wat kan er nog meer in zitten?
A
Zuurstof
B
Afvalstoffen
C
Rode bloedcellen
D
Bloedplaatjes

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef verschillen tussen het lymfetransport en de bloedsomloop

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste stroomrichting?
Stroomrichting van lymfe

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Stroomt snel
Is een gesloten systeem
Bevat veel erytrocyten
Heeft een pomp
Bevat veel lymfocyten
BLOED 
Lymfe

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de functie van erytrocyten?
Wat is een tekort aan hemoglobine en ijzer? 
Wat is de functie van de witte bloedcellen? 
Wat is de functie van bloedplaatjes? 
Zuurstof vervoeren m.b.v. hemoglobine
Bloedarmoede
Functie in de afweer tegen lichaamsvreemde stoffen
Zorgen ervoor dat het bloed stolt

Slide 24 - Question de remorquage

Erytrocyten: De rode bloedcellen zorgen voor 99% van de zuurstoftoevoer in het lichaam.

Hemoglobine en ijzer: IJzer is belangrijk voor de vorming van hemoglobine, een onderdeel van rode bloedcellen. Rode bloedcellen vervoeren zuurstof door ons lichaam. IJzer is verder nodig om in onze cellen energie te produceren en ijzer draagt bij aan een normale werking van het afweersysteem.

Witte bloedcellen: Witte bloedcellen - ook wel leukocyten genoemd - zitten veel in je bloed en lymfeweefsel, maar zijn ook in de rest van het lichaam aanwezig. Ze beschermen je lichaam tegen lichaamsvreemde, schadelijke stoffen zoals virussen, bacteriën, schimmels, parasieten en gisten. Daarnaast helpen ze bij het opruimen van afgestorven cellen in het lichaam.

Bloedplaatjes: Stolling van het bloed en helpen bij bescherming luchtwegen
 Verschillende bloedvaten in het lichaam hebben verschillende functies. 
Combineer het bloedvat met de omschrijving die erbij hoort. 
hierin komt al het bloed uit de aders van het onderlichaam terecht
voert het bloed uit het hoofd en hersenen af
hierin komt alle verzamelde lymfe terecht
de grootste slagader in het lichaam
voorziet de hersenen van bloed
Aorta
Halsader
Halsslagader
ondersleutelbeenader
onderste holle ader

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lymfoïde organen - organen van het afweersysteem
Sleep de functies naar het juiste orgaan.
Rijping van T-lymfocyten
Aanmaak van witte bloedcellen
Screenen van lymfe op ziekteverwekkers
Screenen van bloed op ziekteverwekkers, rijping fagocyten

Slide 26 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Lymfe-
vatenstelsel
Bloedvatenstelsel
Tussen de cellen
Lymfe
Weefselvloeistof
Bloedplasma

Slide 27 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de juiste namen naar hun plek.
1
2
3
4
5
6
Bloedplasma
Weefselvloeistof
bloedvat
Lymfevat
rode bloedcel
Lymfe

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen behaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

Klaar? 
Maken opgaven 3 t/m 10 van hoofdstuk 14 uit de methode Boom. 

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions