Language Teaching & assessing week1.1

Language Teaching and Assessing
week 1.1
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieHBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Language Teaching and Assessing
week 1.1

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat verwacht (of hoop) je te leren?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  • vergroten vakdidactisch & pedagogisch repertoire
  • het ‘professioneel’ rekenschap kunnen geven van je handelen.
  • een effectief leerklimaat kunnen scheppen
Afsluiting: hoe & wanneer 
Kennistoets
Leer(werk)taken (DPF: integrale toets).

Doelen van LT&A 
  • vakdidactisch & pedagogisch repertoire vergroten en het kunnen laten aansluiten van beiden 
  • Het ‘professioneel’ rekenschap kunnen geven van je handelen 
  • Een effectieve, constructieve leerlijn overzien en hiervoor materialen ontwikkelen
  • Kritisch een toets analyseren

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Afsluiting
Leertaak in twee delen: 
Periode 1: Visie + Receptieve vaardigheden
Periode 2: Productieve vaardigheden
Leertaak is opgeknipt in 5 delen (A t/m E) met ieder een eigen deadline waarvan je gebruik kunt maken voor feedback.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leertaak LT&A: doelen
  • Een onderbouwde visie op lesgeven van een moderne vreemde taal en koppeling aan je persoonlijke leerdoelen
  • Inzicht in wie je leerlingen/studenten zijn en hun behoeften
  • Leerdoelen kunnen formuleren die aansluiten bij de leerlijn en het ERK
  • Kennis over toetsing en hoe je deze kunt inzetten
  • De optimale les voor lezen/luisteren kunnen ontwikkelen
  • De optimale les voor schrijven/spreken kunnen ontwikkelen
  • Zinvolle reflectie op de uitvoering en de leeropbrengst voor de leerlingen van jouw lessen.

behalen van deze leertaak is voorwaarde voor toelating LIO-stage

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoofdvragen vakdidactiek:
Hoe geef je effectief les? 
Hoe leren de leerlingen iets van jou?  
Wat leren de leerlingen van jou? 
Betekent lesgeven altijd leerrendement?  
Scrivener:  T = L ?

Slide 7 - Diapositive

Scrivener schrijft: teaching does not always equal learning. Voorbeeld op de volgende slide past daar bij. Het gaat dus niet zo zeer (meer) over onze studenten die lesgeven, maar de aandacht moet gaan verplaatsen naar het leren van hun leerlingen/studenten. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen deze les
  • Je kunt verschillen en koppeling tussen OWK en vakdidactiek herkennen.
  • Je kunt een aantal basiskenmerken van CTO noemen.
  • Je kunt een aantal basis concepten van een/je visie op VTO benoemen.
  • Je (her)kent een aantal basis termen van vakdidactiek van VTO


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Visievorming
Waarom leren jouw leerlingen de vreemde taal?
Wat moeten ze kennen en kunnen?
Hoe help jij jouw leerlingen om beter te worden?
persoonlijke en professionele identiteit(PPI)

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk van de onderstaande uitspraken ben je het meest eens?
A
taal is een middel en een vaardigheid
B
taal is een middel en kennis
C
taal is een doel en een vaardigheid
D
taal is een doel en kennis

Slide 11 - Quiz

in de lessen is het beheersen van de Engelse taal natuurlijk een doel en daar heb je ook kennis voor. Maar in de basis in antwoord A het meest wezenlijk. 
Welke factor is voor jou het meest bepalend voor de manier waarop jij je les vormgeeft?
A
Uitgangspunten van Communicatief Talen Onderwijs
B
Eindtermen / exameneisen
C
Het boek / de leergang die ik gebruik
D
Visie van de school

Slide 12 - Quiz

vraag vooral bedoeld om kritisch te blijven denken. 
wat is het verschil tussen OWK en vakdidactiek (TEFL)?

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hoort waar? 
pedagogisch
vakdidactisch
mijn leerlingen oefenen gespreksvaardigheid in tweetallen
ik motiveer mijn leerlingen door ze met leuke opdrachten te laten oefenen 
ik spreek veel Engels in de les, waarin ik bepaalde woorden bewust  veel herhaal.
De leerlingen werken veel zelfstandig aan opdrachten.
Ik laat de leerlingen oefenen met verschillende leesstrategieen. 
ik bied de leerlingen/studenten veiligheid

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

motiveren door
leerlingen/studenten 
strategieën aan te leren
vrijheid bieden door
leerlingen/studenten
zelf onderwerpen te laten kiezen om over te schrijven
ondersteuning bieden door
leerlingen/studenten
regelmatig in de doeltaal aan te spreken
stimuleren door
leerlingen/studenten
nieuwe woorden in verschillende contexten te gebruiken
veiligheid bieden door
leerlingen/studenten
............

Slide 15 - Diapositive

laat studenten zien dat er verschillende combinaties gemaakt kunnen worden maar dat de laatste kolom (vakdidactiek!) essentieel is voor een talen docent.
Belangrijk!
Laat OWK en vakdidactiek elkaar versterken

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

benoem 3 kernwaarden van jouw onderwijs

Slide 17 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Activiteit
Zie werkblad: Hoe kan de/een docent tijdens het leren van de Engelse taal rekening houden met bepaalde kernwaarden?

Mogelijke kernwaarden: motiveren, vrijheid, ondersteuning bieden, stimuleren, veiligheid bieden, activeren, etc.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

CTO = communicatief talenonderwijs (=CLT)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

noem 2 kernmerken van CTO

Slide 20 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatief Talen Onderwijs
Het is goed om je (ook als docent) steeds bewust te zijn dat een taal in eerste instantie een communicatiemiddel is. 
De eindtermen van het Vreemdetalenonderwijs en ook het ERK zijn ook vanuit die visie geformuleerd. 
Je ziet dit ook terug in de nieuwste ontwikkelingen. 

dit is niet nieuw!! CTO is al ingevoerd in de jaren 70.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen hoofdstuk 1
  • Je (her)kent de 4 taalvaardigheden en deelvaardigheden in leerling materiaal.
  • Je kunt aangeven hoe taalfuncties in een communicatieve context met verschillende taalmiddelen tot uiting kunnen worden gebracht.
  • Je bent je bewust van het nut van DT=VT en je kunt het effectief inzetten in je onderwijspraktijk. 

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud hoofdstuk 1
1.1 vaardigheden en deelvaardigheden
1.2 situaties, rollen, tekstsoorten, (taal) functies, taalhandelingen, taalmiddelen.
1.3 strategieën.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.1 vaardigheden en deelvaardigheden

Zie schema 1.4 op pagina 28 in boek Kwakernaak:
Verhoudingen hoofdvaardigheden tot deelvaardigheden

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Diapositive

de getallen dienen alleen om duidelijk te maken op welk "niveau" (deelvaardigheden) en met welke vaardigheid geoefend wordt. 
groene cirkel is een voorbeeld van het hardop laten voorlezen van een tekst; dit is alleen verklanken en dus GEEN spreekvaardigheid. De rode cirkel is een voorbeeld van als de docent in het Engels instructies geeft (dus DT=VT) waarbij wel de luistervaardigheid geoefend wordt (als "hele" vaardigheid)

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


In deze opdracht oefenen de leerlingen vooral met...
A
leesvaardigheid (alle niveaus)
B
leesvaardigheid: deelvaardigheid niv. 9 & 10
C
leesvaardigheid; deelvaardigheid niv. 10 & 11
D
leesvaardigheid: deelvaardigheid niv. 11 & 12

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


In deze opdracht oefenen de leerlingen vooral met...
A
spreekvaardigheid (alle niveaus)
B
leesvaardigheid en spreekvaardigheid: niv. 5 & 9
C
spreekvaardigheid; deelvaardigheid niv. 5
D
spreekvaardigheid: deelvaardigheid niv. 5, 6 & 7

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wil met je beste vriend naar de film gaan.
Helaas is er een probleem met de site van de bioscoop. Je belt naar de bioscoop om informatie te vragen over de filmtijden. 
taalmiddelen
situatie
rol(len)
taalfunctie
tekstsoort

Slide 31 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen hoofdstuk 2
  • Je kunt een aantal aspecten noemen waarin het VTO in het voor-of nadeel is t.o.v. natuurlijke taalverwerving.
  • Je bent je bewust van het doseren van taken en feedback.
  • Je kunt een aantal criteria benoemen die belangrijk zijn voor het gebruik van doeltaal-voertaal in je les.

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2 (vooral) taalproductie oefeningen
Situaties: “je bent op vakantie in Frankrijk en wilt gaan windsurfen…’’ (gefingeerd of echt?)
Rollen: “je bent een verkoper", "je schrijft naar je oma", etc
Tekstsoorten: “winkel gesprek, weerbericht, tijdschriftartikel", etc”
Taalfuncties: “persoonlijke informatie geven, zeggen dat je het leuk vindt, vragen naar de weg", etc. Dit kan met (vaak verschillende) taalmiddelen tot realiteit worden gebracht; “TOP!’’ , "dat is een goed idee", etc.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud hoofdstuk 2
2.1 - 2.4 VTO - natuurlijke vreemdetaalverwerving
2.5 - 2.6 Taken en feedback doseren
2.7 - 2.10 - begrippen en invloeden
2.11 Doeltaal - Voertaal

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doeltaal

=

Voertaal

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doeltaal = voertaal
Bekijk het filmpje (tot ong 2.30) en schrijf op: 
Welke technieken gebruikt deze docent om de doeltaal te kunnen gebruiken?

Slide 36 - Diapositive

Herformuleren van een vraag in andere woorden.
Veel herhaling (in vraag)
Herhaling van het antwoord
Spreektempo aanpassen
Differentiatie (betere lln langer gesprek, moeilijker onderwerp)
Noteer een techniek die je hebt waargenomen

Slide 37 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen behaald?
  • Je kunt verschillen en koppeling tussen OWK en vakdidactiek herkennen.
  • Je kunt een aantal basiskenmerken van CTO noemen.
  • Je kunt een aantal basis concepten van een/je visie op VTO benoemen.
  • Je (her)kent een aantal basis termen van vakdidactiek van VTO

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervolg
  • Bestudeer (herhaal) hoofdstuk 1 en 2 (Kwakernaak)
  • bekijk of beluister eventuele clips en de site/podcast van "Taal gewoon doen". 
  • noteer eventuele vragen 

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions