MVT Vakdidactiek2 week1.2

MVT vakdidactiek 2
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
CommunicatieHBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

MVT vakdidactiek 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Welkom 
  • Kennismaking
  • Materialen, planning en afronding
  • Doelen vakdidactiek 2
  • Introductie hoofdstuk 1 en 2
  • Afsluiting + volgende bijeenkomsten

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Werkwijze
  • Online via MS Teams en Lessonup
  • Zelfstandig
  • Chat in Teams voor Q&A

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom en kennismaking

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe heet je? welk vak geef je? in welke vorm van onderwijs?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen
  • vergroten vakdidactisch & pedagogisch repertoire
  • het ‘professioneel’ rekenschap kunnen geven van je handelen.
  • een effectief leerklimaat kunnen scheppen
Afsluiting: hoe & wanneer 
Kennistoets
Leer(werk)taken (DPF: integrale toets).

Doelen
  • vergroten vakdidactisch & pedagogisch repertoire
  • het ‘professioneel’ rekenschap kunnen geven van je handelen.
  • een effectief leerklimaat kunnen scheppen

Afsluiting: hoe & wanneer
  • Kennistoets

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kennistoets Vakdidactiek 2
Gericht op zowel kennis en toepassing van kennis. 
Soorten vragen: 
  • Veelal open vragen, een enkele meerkeuze vraag. 
  • Een mix van reproductie en toepassing. 
  • Toepassing adhv voorbeelden uit methodes en toetsen.  
(zie ook #OO: toetsmatrijs)


Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Materialen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Met welk van de onderstaande uitspraken ben je het meest eens?
A
taal is een middel en een vaardigheid
B
taal is een middel en kennis
C
taal is een doel en een vaardigheid
D
taal is een doel en kennis

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke factor is voor jou het meest bepalend voor de manier waarop jij je les vormgeeft?
A
Uitgangspunten van Communicatief Talen Onderwijs
B
Eindtermen
C
De leidraad van mijn leergang
D
Visie van de school

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

CTO = communicatief talenonderwijs

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen hoofdstuk 1
  • Je (her)kent de 4 taalvaardigheden en deelvaardigheden in leerling materiaal.
  • Je kunt aangeven hoe taalfuncties in een communicatieve context met verschillende taalmiddelen tot uiting kunnen worden gebracht.
  • Je bent je bewust van het nut van DT=VT en je kunt het effectief inzetten in je onderwijspraktijk. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen hoofdstuk 2
  • Je kunt een aantal aspecten noemen waarin het VTO in het voor-of nadeel is t.o.v. natuurlijke taalverwerving.
  • Je bent je bewust van het doseren van taken en feedback.
  • Je kunt een aantal criteria benoemen die belangrijk zijn voor het gebruik van doeltaal-voertaal in je les.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud hoofdstuk 1
1.1 vaardigheden en deelvaardigheden
1.2 situaties, rollen, tekstsoorten, (taal) functies, taalhandelingen, taalmiddelen.
1.3 strategieën.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1.1 vaardigheden en deelvaardigheden

Zie schema 1.4 op pagina 28 in boek Kwakernaak

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


In deze opdracht oefenen de leerlingen vooral met...
A
leesvaardigheid (alle niveaus)
B
leesvaardigheid: deelvaardigheid niv. 9 & 10
C
leesvaardigheid; deelvaardigheid niv. 10 & 11
D
leesvaardigheid: deelvaardigheid niv. 11 & 12

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


In deze opdracht oefenen de leerlingen vooral met...
A
spreekvaardigheid (alle niveaus)
B
leesvaardigheid en spreekvaardigheid: niv. 5 & 9
C
spreekvaardigheid; deelvaardigheid niv. 5
D
spreekvaardigheid: deelvaardigheid niv. 5, 6 & 7

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

1.2 (vooral) taalproductie oefeningen
Situaties: “je bent op vakantie in Frankrijk en wilt gaan windsurfen…’’ (gefingeerd of echt?)
Rollen: “je bent een verkoper", "je schrijft naar je oma", etc
Tekstsoorten: “winkel gesprek, weerbericht, tijdschriftartikel", etc”
Taalfuncties: “persoonlijke informatie geven, zeggen dat je het leuk vindt, vragen naar de weg", etc. Dit kan met (vaak verschillende) taalmiddelen tot realiteit worden gebracht; “TOP!’’ , "dat is een goed idee", etc.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Je wil met je beste vriend naar de film gaan.
Helaas is er een probleem met de site van de bioscoop. Je belt naar de bioscoop om informatie te vragen over de filmtijden. 
taalmiddelen
situatie
rol(len)
taalfunctie
tekstsoort

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

1.3 Strategieën

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

van welk soort strategie is hier sprake?
A
taalleerstrategie
B
taalgebruiksstrategie

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud hoofdstuk 2
2.1 - 2.4 VTO - natuurlijke vreemdetaalverwerving
2.5 - 2.6 Taken en feedback doseren
2.7 - 2.10 - begrippen en invloeden
2.11 Doeltaal - Voertaal

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er wordt vaak gezegd dat een taal leren in een natuurlijk omgeving veel beter is. Toch is het vreemdetalenonderwijs op een aantal punten in het voordeel.

Geef aan hoe het VTO in het voordeel is t.a.v. natuurlijke vreemde taalverwerving voor wat betreft het volgende aspect: drempelvrees

Slide 26 - Question ouverte

VTO kan het leerproces vergemakkelijken en versnellen door:
goede dosering van de leerstof
systematische oefening(herhaling) in weinig beschikbare tijd
systematische/persoonlijke feedback
Feedback bij taalproductie
Je kunt op verschillende manieren feedback geven in de klas. 

In de volgende slide zie je vier verschillende manieren waarop een docent feedback geeft. 

Koppel de uitspraak (rechts) aan de gebruikte techniek.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Communicatieve feedback
Taalgerichte feedback
Recast
Sorry, ik heb het niet goed verstaan
Je bedoelt het kindje is lief
Inderdaad, het kindje is echt lief
Zo zeggen ze dat niet in het Duits

Slide 28 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Doeltaal

=

Voertaal

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doeltaal = voertaal
Bekijk het filmpje (tot ong 2.30) en schrijf op: 
Welke technieken gebruikt deze docent om de doeltaal te kunnen gebruiken?

Slide 30 - Diapositive

Herformuleren van een vraag in andere woorden.
Veel herhaling (in vraag)
Herhaling van het antwoord
Spreektempo aanpassen
Differentiatie (betere lln langer gesprek, moeilijker onderwerp)
Noteer een techniek die je hebt waargenomen

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervolg
  • doe de instaptoets op Socrative: room J3QMQJA9
  • (herhaal hoofdstuk 1 en 2, herhaal de LessonUp)
  • verwerk de stof van hfst 1 en 2 met de opdrachten op #OO
  • bestudeer hoofdstuk 3
  • noteer eventuele vragen (of zet alvast in de chat)

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions