sportcentrum blok 5 , blessures

Blok 5  Het sportcentrum
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Blok 5  Het sportcentrum

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

blz 133

Slide 3 - Diapositive

Waar werk je?
blz 134

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

 Blessures

Slide 6 - Diapositive

Les doelen
  • Je leert hoe je een blessure krijgt
  • Je leert welke blessure je aan botten en spieren kan krijgen
  • Je leert welke spierblessures je kunt krijgen
  • Je leert hoe je een blessure kan voorkomen

Slide 7 - Diapositive

Wat is een blessure?
'Zoek je antwoord op blz. 317, 249

Slide 8 - Question ouverte

Begrippen:
blessures
overbelasting
ontwrichting
verstuiking
botbreuk
zetten
spierpijn
spierkramp
spierscheuring
warming-up
cooling-down

Slide 9 - Diapositive

Blessures
een beschadiging aan een bot, gewricht of spier

Overbelasting
een grotere belasting dan de normale spanning spieren en gewrichten moeten te lang hard werk
Ontwrichting= de gewrichtsknobbel schiet uit de gewrichtskom
Verstuiking= het gewrichtskapsel rekt te ver uit of scheurt in

Botbreuk= je botten zijn gebroken.

Zetten= de arts zet de botstukken weer goed tegen elkaar. Daarna komt er gips omheen


Slide 10 - Diapositive

Blessures

Slide 11 - Diapositive

Hoe krijg je blessures?

Een blessure is een beschadiging aan bot, spier of gewricht.

Blessures kunnen ontstaan door een valpartij
of overbelasting.

Per jaar lopen er 3,6 miljoen sporters blessures op!

Slide 12 - Diapositive

Welke spierblessures zijn er?
  • Spierpijn: veel afvalstoffen die in je spier achterblijven
  • Spierkneuzing: er zijn spiervezels en bloedvaatjes stukgegaan
  • Spierkramp: wanneer je spieren overbelast zijn
  • Spierscheuring: binnen in de spier zit een scheurtje
  • Zweepslag: plotselinge spierscheuring

Slide 13 - Diapositive

Blessures botten en gewrichten
  • Een botbreuk ontstaat vaak na een val.
  • Wanneer de gewrichtsknobbel uit de gewrichtskom schiet heb je een ontwrichting ( bv arm uit de kom)
  • Verstuiking: Wanneer het gewrichtskapsel van te ver uitrekt of in scheurt .

Slide 14 - Diapositive

Hoe voorkom je blessures?
Intapen

Warming -up

Cooling-down

Slide 15 - Diapositive

voorkomen van blessures
• lichaam voorbereiden: warming up
• warming up: spieren laten bewegen, er stroomt dan bloed door de spieren en je spieren worden warm
• warme spier trekt makkelijk samen en raakt minder snel overbelast
• warming up voorkomt blessures aan je gewrichten(verstuiking,ontwrichting)

Slide 16 - Diapositive

Hoe meer je rent en springt als je jong bent, hoe sterker je botten worden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

De meest bekende zweepslag is een scheurtje in:
A
je armbuigspier
B
je bilspier
C
je kuitspier
D
je armtrekspier

Slide 18 - Quiz

Waardoor krijg je spierpijn?
A
Weinig afvalstoffen in je spier
B
overbelasting
C
spierkramp
D
Veel afvalstoffen in je spier

Slide 19 - Quiz

Waarmee loop je geen risico op blessures?
A
Slecht dempende sportschoenen
B
Geen opbouwende hardloopschema
C
Lelijke sportkleding
D
Veel trainen zonder rust

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Vidéo

Aan de slag
Maken opdracht 1 & 2

Slide 22 - Diapositive

gezonde tussendoortjes

Slide 23 - Carte mentale

Slide 24 - Diapositive

Doelen van vandaag:
Je kan uitleggen hoe je een hartstilstand kan herkennen en wat je moet doen.
Je kan uitleggen wat een BHV-er doet.
Je kan uitleggen wat een epaleptische aanval is en wat je dan moet doen.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Vidéo

AED
  • Automatische Externe Defibrillator
  • Hartritme herstellen
  • Elektrische schok

Slide 28 - Diapositive

AED
AED

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Waar staat AED voor?
A
Automatische Externe Defibrillator
B
Algemene Externe Defibrillator
C
Algemeen Exclusief DNA
D
Astma Epilepsie (syn)Droom

Slide 31 - Quiz

BHV
Een BHV’er is opgeleid om te handelen in nood en om klanten en werknemers in veiligheid te brengen. Zo weet een bedrijfshulpverlener wat hij/zij moet doen om mensen uit een brandend gebouw te krijgen en hoe hij/zij moet handelen bij eerste hulp. Een bedrijfshulpverlener kan bijvoorbeeld reanimeren en verbanden aanleggen.

Slide 32 - Diapositive

Taken BHV-er
-Het verlenen van eerste hulp bij ongevallen
– Het bestrijden en/of beperken van brand en het beperken van de gevolgen van ongevallen
– In noodsituaties alameren en evacueren van alle  personen in het gebouw en omgeving.

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Vidéo

Wat zie je bij een epileptische aanval?

Slide 35 - Question ouverte

Epileptische aanval
Epileptische aanvallen kunnen er heel verschillend uitzien. 
De één is bewusteloos, valt en gaat schokken met armen en benen. 
De ander voelt vreemde tintelingen of hoort vreemde geluiden. Het bewustzijn kan verlaagd zijn.
 Of iemand staart een korte periode voor zich uit en reageert niet op aanspreken.

Slide 36 - Diapositive

Slide 37 - Diapositive

Aan de slag
Maken opdracht 5,6,7 en 8.2 en 8.3
klaar? opdrachten nakijken en aftekenen!

Slide 38 - Diapositive

Wat is spinning?

  • Indoor cycling is staand of zittend fietsen op een speciale hometrainer, ook wel de "spinner" genoemd
  •  Er zijn bijvoorbeeld trainingen om vetten te verbranden of om de conditie te verbeteren
  • thuis of in de sportschool
  • goed voor de hart en spieren door de interval

Slide 39 - Diapositive

Wat is spinning?

  • Indoor cycling is staand of zittend fietsen op een speciale hometrainer, ook wel de "spinner" genoemd
  •  Er zijn bijvoorbeeld trainingen om vetten te verbranden of om de conditie te verbeteren
  • thuis of in de sportschool
  • goed voor de hart en spieren door de interval

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Vidéo

Aan de slag
Maken opdracht 1,2,3 en 6
Gebruik bij opdracht theorie blz 243 en planningsdocument (via magister)
Klaar? Nakijken en aftekenen!

Slide 42 - Diapositive