Thema 4 les 2+16
Hoe vind ik een lijdend voorwerp?
1 / 11
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Hoe vind ik een lijdend voorwerp?
Slide 1 - Question ouverte
Oma heeft een gebakje gegeten.
Het lijdend voorwerp in deze zin is:
Het lijdend voorwerp in deze zin is:
Slide 2 - Question ouverte
Mijn broer ken ik door en door.
Wat is het lijdend voorwerp?
Wat is het lijdend voorwerp?
Slide 3 - Question ouverte
Zinsontleding
pv/wg
o
lv
Deze serie
heb
ik
al drie keer
gezien.
Slide 4 - Question de remorquage
Zinsontleding
pv/wg
o
lv
Op straat
heb
ik
een portemonnee
gevonden.
Slide 5 - Question de remorquage
Zinsontleding
pv/gez
ow
lv
Geef
jij
geld
aan de collecte?
Slide 6 - Question de remorquage
Zinsontleding
pv/wg
o
lv
Hij
pakte
het dikke boek
uit de boekenkast.
Slide 7 - Question de remorquage
Zinsontleding
pv/wg
o
lv
Deze serie
heb
ik
al drie keer
gezien.
Slide 8 - Question de remorquage
Zinsontleding
pv/gez
ow
lv
Geef
jij
geld
aan de collecte?
Slide 9 - Question de remorquage
Zinsontleding
pv/wg
o
lv
Hij
pakte
het dikke boek
uit de boekenkast.
Slide 10 - Question de remorquage
Zinsontleding
pv/wg
o
lv
Op straat
heb
ik
een portemonnee
gevonden.
