Week 47, les 1, TH2P (Bijv nw, Presentatie + Lezen/Schrijven)

1 / 35
suivant
Slide 1: Vidéo
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Bonjour! 
Aujourd'hui 
nous sommes 
(le jour) (la date) (le mois)
semaine 47
cours 1

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Départ
  1. Début du cours

  2. Écouter: 0-meting
  3. Parler : Jeu de dés

  4. Au travail
    - Chapitre 2: Partie A/ C
    -Présentation
  5. Fin du cours


(05m)

(30m)

 (10m)

(05m)

ÉCOUTER
PARLER
 (10m)

Slide 4 - Diapositive

Départ
  1. Début du cours

  2. Grammaire
    - Bijv nw uitleg
  3. Au travail
    - Partie D
    - Parler + Ecrire
  4. Fin du cours
    Réflexion + quiz?


(10m)

(25m)

 (20m)

(10m)

GRAMMAIRE/ VOCA
PARLER + (D)ÉCRIRE

Slide 5 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord
  • swfes
La fille est petite
Le garçon est petit
Les filles sont petites
Wat betekent het woord petit?
Hoe wordt dit woord in de 3 zinnetjes vertaald?

Slide 6 - Diapositive

Het bijvoeglijk naamwoord

zegt iets over een zelfstandig naamwoord
Mon frère est grand           Mijn broer is groot





past zich in het Frans aan aan het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort

Slide 7 - Diapositive

Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?

Paris est une belle ville
A
Paris
B
belle
C
ville
D
une

Slide 8 - Quiz

Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?

C'est une chanson française
A
une
B
c'est
C
chanson
D
française

Slide 9 - Quiz

Hoe past het bijv. naamwoord zich aan? Oef 16

Slide 10 - Diapositive

Een paar voorbeelden...

Slide 11 - Diapositive

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets

Slide 12 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw krijgt dus
A
niets erbij
B
een extra e
C
es erbij
D
s erbij

Slide 13 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
niets erbij
B
es
C
s
D
e

Slide 14 - Quiz

Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
s
B
niets erbij
C
es
D
e

Slide 15 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
Léa est une fille _____ (blond)
A
blonde
B
blond

Slide 16 - Quiz

Kies het juiste antwoord:
La maison est très _______ (grand)
A
grande
B
grand
C
grands
D
grandes

Slide 17 - Quiz

         Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn onregelmatig!
 Daarbij gelden NIET de regels die je net hebt gezien.






Het gaat om de volgende bijvoeglijke naamwoorden:
  • bon          (goed, lekker)
  • beau        (mooi)
  • nouveau (nieuw)
  • vieux        (oud)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Wat is de goede vorm:

C'est une .........(beau) voiture (vr).
A
beau
B
belle
C
beaux
D
belles

Slide 20 - Quiz

PLAATS
Het is een grijze kat.                                   C'est un chat gris.
Het is een schattig konijn.                            C'est un lapin adorable.

Wat valt je op?

Slide 21 - Diapositive

PLAATS
Het is een grijze kat.                                   C'est un chat gris.
Het is een schattig konijn.                            C'est un lapin adorable.

Wat valt je op?
* In het Nederlands staat het bijvoeglijk naamwoord altijd VOOR het zelfstandig naamwoord.
* In het Frans staat het er meestal juist ACHTER.

Slide 22 - Diapositive

Uitzonderingen
De volgende bijvoeglijk naamwoorden staan in het Frans altijd VOOR het zelfstandig naamwoord
bon                            vieux
grand                          petit
beau                          nouveau



Slide 23 - Diapositive

4. AU TRAVAIL
  1. BIJVOEGLIJK NW:
    -  Chapitre 2 tm Partie D  tm 18
    - Portfolio p.17, 18 ,19
  2. SCHRIJVEN vertalen brief p.31/32 (al klaar?  p. 38,39)
  3. SPREKEN: begin aan je presentatie p. 44 en lever je eerste versie in via Magister
  4. Vul lesreflectie in.
timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

3.  Parler: Jeu de dés
  1. JEU DE DÉS (dobbelsteen) (BÎNOME)
  2. - Appli ‘dobbelstenen online’
  3. - Deux  (2) dés.
    - Niveau 1: fait une phrase ... ‘mon père s’appelle Pierre’ où ‘ j’aime/ je déteste jouer des jeux de vidéo. ‘
timer
5:00

Slide 25 - Diapositive

4. Au travail
GRANDES LIGNES
- Chapitre 2
- Inhalen: Partie A + C

PRÉSENTATION
- Powerpoint maken
- Zie opdracht Portfolio p. 44
timer
1:00000
- Gebruik Naslag voor je presentatie
- Vertel over jezelf, je familie, je huis, afgelopen weekend, etc.

Slide 26 - Diapositive

Fin: Devoirs

1. Faire Chapitre 2
- Partie A tm C
- Présentation (1/2)
2. Apprendre 
- voca Partie A, B, C

RÉFLECTION DU COURS!!



Slide 27 - Diapositive

au prochain cours!

Slide 28 - Diapositive

2. Écouter: 0-meting
  • Portfolio: page 28
  • quatre fragments, vingt questions
  • Points:
- 0-5 = -
- 6- 12 = A1-
- 13 - 17 = A1 (havo)
- 18- 20 = A1+ (vwo)
  • Quel niveau? Difficile - Facile?

Exercice 1
Exercice 2
Exercice 3
Exercice 4

Slide 29 - Diapositive

5

Slide 30 - Vidéo

00:03
Wat betekent 'divorcé'?
A
getrouwd
B
gescheiden
C
samenwonend
D
verkering

Slide 31 - Quiz

00:08
In welke provincie woont Paul?
A
Normandie
B
Bourgogne
C
Bretagne
D
Ile-de-France

Slide 32 - Quiz

00:14
Wanneer ziet hij zijn vader?
A
Elk weekend
B
Om de dag
C
Elke dag
D
Tijdens de vakanties

Slide 33 - Quiz

00:27
Hoe oud is zijn demi-frère (halfbroer)?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 34 - Quiz

00:36
Wat betekent 'ma demi-soeur va à la même école'?
A
mijn halfzus gaat naar dezelfde school
B
mijn halfbroer woont in een ander huis
C
mijn halfbroer gaat naar dezelfde school
D
mijn halfzus woont in een ander huis

Slide 35 - Quiz