Cursus 6.3

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Helmond heeft 91.524 inwoners.
Helmond is een:

1. Dorp
2. Stad

Milheeze heeft 2.015 inwoners.
Milheeze is een:

1. Dorp
2. Stad

Wat is verstedelijking?

1. Een grote stad
2. De groei van het aantal steden
3. De groei van het aantal stadsbewoners
4. Het intrekken bij familie

Noem 2 kenmerken van een landelijk gebied

Door welke twee uitvindingen konden boeren ineens meer voedsel leveren?

Wat is géén goede plek voor een marktplaats?

1. Naast een rivier
2. Naast een kasteel
3. Op een hoge bergtop
4. Op een kruispunt van wegen

Wat is de Hanze?

1. Samenwerking tussen handelssteden.
2. Een middeleeuwse stad
3. Samenwerking tussen heren.
4. Vaarroute

Cursus 6.3

Stad en land in vroegere tijden.

Na deze cursus weet je: 

- Hoe steden belangrijk werden.

- Hoe de steden meer rechten kregen.

- Hoe het leven was in de middeleeuwse stad.

Leven in de stad (108)

Nadelen van wonen in de middeleeuwse stad:

- Smerig -> uitbraak ziektes.

- brandgevaar.

Stad en platteland (110)

Naar de stad (110)

Boeren verkochten voedsel op de markt.

Om te kunnen betalen werd het geld opnieuw uitgevonden.

Ambachtslieden en dagloners kwamen naar de steden. Daar werden ook producten gemaakt,

Een Horige kon vrijheid kopen of krijgen als hij 1 jaar en één dag in de stad woonde. Hij werd dan burger.

Edelen en steden (111)

Edelen waren de baas, maar de steden werden steeds machtiger.

De edelman gaf een stad vaak meer rechten in ruil voor geld. De edelman kon daar dan ridders en kastelen van bouwen. 

Wat mocht de stad in ruil voor dat geld doen:

- Een stadsmuur bouwen.

- Geen rol betalen aan de edelman.

- Eigen wetten en regels maken.

Wie bestuurde de stad?

Schout: hoofd van het Stadsbestuur en de politie in de stad.

Schepenen: bestuurden samen de stad.

Burgerij: Alle inwoners van de stad,

Wat waren gevaren van het wonen in de middeleeuwse stad?

Wat is de naam van alle stadsbewoners?

Wat mocht een stad als het stadsrechten had?

Plannen S.O. Hoofdstuk 6

Cursus 6.1 t/m 6.3