Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃
Slide 1 - Sondage
Planning voor deze les
Korte terugblik op Lezen 1.1 - Onderwerp en Hoofdgedachte
Lezen 1.2 - Doel en publiek
Slide 2 - Diapositive
Onderwerp en hoofdgedachte
Met het onderwerp geef je in één of enkele woorden aan waar een tekst over gaat. Bijvoorbeeld "mondkapjes"
De hoofdgedachte legt in één zin uit wat de schrijver van een tekst over het onderwerp zegt. Bijvoorbeeld "Mondkapjes moeten weer verplicht worden op school." of "Mondkapjes zijn slecht voor het milieu".
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
00:12
Wat is het onderwerp van deze video?
Slide 5 - Question ouverte
01:47
Wat is de hoofdgedachte van deze video?
Slide 6 - Question ouverte
Lezen 1.2 - Doel en publiek
Lesdoelen:
Je kunt de verschillende tekstdoelen opnoemen
Je kunt uitleggen welke tekstdoelen een bepaalde tekst heeft.
Slide 7 - Diapositive
Publiek
Voor wie is de tekst bedoeld? Wie gaat die tekst lezen? Jongeren, ouderen, autoliefhebbers, mbo-studenten...
De schrijver past zijn taalgebruik en de stijl van de tekst aan het publiek aan.
U of jij, informeel of formeel taalgebruik, vaktaal?
Slide 8 - Diapositive
Een onderwerp, twee soorten publiek
Slide 9 - Diapositive
www.rtlnieuws.nl
Slide 10 - Lien
Wie is de doelgroep van deze tekst? Waar zie je dat aan?
Slide 11 - Question ouverte
www.kidsweek.nl
Slide 12 - Lien
Wie is de doelgroep van deze tekst? Waar zie je dat aan?
Slide 13 - Question ouverte
Doel van een tekst
Wat wil de schrijver met de tekst bereiken?
Sommige teksten hebben meerdere doelen, maar bijna altijd is één van die doelen het hoofddoel.
Slide 14 - Diapositive
Welke tekstdoelen zijn er?
En ook nog: amuseren, bijvoorbeeld door een stripverhaal, column een roman of een gedicht.