Griekse zinnen ontleden en vertalen

Griekse zinnen ontleden en vertalen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Griekse zinnen ontleden en vertalen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je Griekse zinnen ontleden en vertalen.

Slide 2 - Diapositive

Introduceer het leerdoel van de les.
Wat weet je al over het ontleden en vertalen van Griekse zinnen?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn Griekse zinnen?
Griekse zinnen bestaan uit een onderwerp, een gezegde en een lijdend voorwerp. Het onderwerp is wie of wat de actie uitvoert, het gezegde is de actie zelf en het lijdend voorwerp is wie of wat de actie ondergaat.

Slide 4 - Diapositive

Leg uit wat Griekse zinnen zijn en wat de onderdelen ervan zijn.
Onderwerp
Het onderwerp van een Griekse zin kan een zelfstandig naamwoord zijn, maar ook een persoonlijk voornaamwoord. Het onderwerp staat altijd in de nominatief.

Slide 5 - Diapositive

Leg uit wat het onderwerp is en geef voorbeelden.
Gezegde
Het gezegde van een Griekse zin bestaat uit een werkwoord en eventueel andere woorden die bij het werkwoord horen, zoals een lijdend voorwerp. Het gezegde staat altijd in de conjugatie die bij het onderwerp hoort.

Slide 6 - Diapositive

Leg uit wat het gezegde is en geef voorbeelden.
Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp van een Griekse zin is wie of wat de actie ondergaat. Het lijdend voorwerp staat altijd in de accusatief.

Slide 7 - Diapositive

Leg uit wat het lijdend voorwerp is en geef voorbeelden.
Vertalen
Bij het vertalen van Griekse zinnen is het belangrijk om eerst te bepalen wat het onderwerp, gezegde en lijdend voorwerp zijn. Daarna kun je de zin vertalen naar het Nederlands.

Slide 8 - Diapositive

Leg uit hoe je Griekse zinnen naar het Nederlands kunt vertalen.
Oefenen
Laten we oefenen met het ontleden en vertalen van Griekse zinnen.

Slide 9 - Diapositive

Geef oefeningen waarbij de leerlingen zelf Griekse zinnen moeten ontleden en vertalen.
Samenvatting
Griekse zinnen bestaan uit een onderwerp, gezegde en lijdend voorwerp. Het onderwerp staat in de nominatief, het gezegde in de conjugatie die bij het onderwerp hoort en het lijdend voorwerp in de accusatief. Bij het vertalen van Griekse zinnen is het belangrijk om eerst te bepalen wat het onderwerp, gezegde en lijdend voorwerp zijn.

Slide 10 - Diapositive

Vat de les kort samen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.