Positieve Gezondheid themadag 5 juni


Themadag
Positieve
Gezondheid

5 juni
2024
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BurgerschapMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon


Themadag
Positieve
Gezondheid

5 juni
2024

Slide 1 - Diapositive

Check in
Hoe voel je je vandaag?
En welk plaatje past daarbij?

Slide 2 - Diapositive

Wat is gezondheid?

Slide 3 - Carte mentale

Hoe gezond voel jij je?
0100

Slide 4 - Sondage

Heeft de staat van je lichaam invloed op je gezondheid?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

Heeft het hebben van vrienden invloed op je gezondheid?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

Heeft vrije tijd hebben invloed op je gezondheid?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

Wat kan nog meer invloed hebben op je gezondheid?

Slide 8 - Carte mentale

Positieve gezondheid: vitaliteit
Vitaliteit komt van het Latijnse woord Vita. Vita betekent energie (kracht) om te leven. Deze energie haal je uit verschillende dingen die kunnen bijdragen aan je FIT voelen. 

Waardoor voel jij je FIT?
  • Hoe voel ik me lichamelijk?
  • Hoe gaat het mentaal met me?
  • Hoeveel vertrouwen heb ik in mijn eigen toekomst?
  • Lukt het me te genieten van het leven?
  • In hoeverre kan ik meedoen in de samenleving?
  • Hoe ziet mijn dagelijks leven eruit?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Spinnenweb
Deze vullen we later vandaag nog in.

Slide 11 - Diapositive

Dagelijks leven
Namenspel! 

Slide 12 - Diapositive

Mijn lichaam
Quizvragen over gezond eten.


Slide 13 - Diapositive

Wat hoort niet in de schijf van vijf?
A
Magere yoghurt met stukjes fruit
B
Eierkoek
C
Bruine boterham met 30+ kaas

Slide 14 - Quiz

Welke groente is dit?
A
Courgette
B
Aubergine
C
Komkommer
D
Onrijpe banaan

Slide 15 - Quiz

Wat is een goede vleesvervanger?
A
Een handje ongezouten nootjes
B
Een gevulde champignon
C
Kaas

Slide 16 - Quiz

Brood, rijst, bloemkool, fruit en melk zijn voedingsmiddelen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Wat zijn voedingsstoffen?
A
Brood, spinazie en melk.
B
Koolhydraten, eiwitten, vetten, vitamines en mineralen.
C
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 18 - Quiz

Voedingsmiddelen worden afgebroken tot voedingsstoffen.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 19 - Quiz

Wat zijn de belangrijkste soorten koolhydraten?
A
Zetmeel, suikers en vezels.
B
Suikers en vezels.
C
Zetmeel, vezels en mineralen.

Slide 20 - Quiz

In kip en eieren zitten veel vezels.
A
Waar.
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Heeft je lichaam vet nodig?
A
Nee, vet sla je op in vetweefsel, en dat is slecht voor je.
B
Ja, vet geeft o.a. energie en zorgt dat je lichaam bepaalde vitamines kan opnemen.

Slide 22 - Quiz

Onverzadigd vet zorgt ervoor dat je meer kans hebt op hart en vaatziekten.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 23 - Quiz

Waar zitten eiwitten in?
A
Alleen in bepaalde plantaardige producten (bv noten).
B
In zowel plantaardige als dierlijke producten.
C
Alleen in dierlijke producten(bv melk, vlees, vis, ei).

Slide 24 - Quiz

Als je elke dag andere dingen eet uit de Schijf van Vijf dan mis je de juiste voedingsstoffen.
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 25 - Quiz

Gevoelens en gedachten
Concentratie oefening.
De kring.

Slide 26 - Diapositive

Zingeving


Waar ben jij dankbaar voor?
Filmpje en hierna in gesprek hierover.

Slide 27 - Diapositive

Meedoen
Activiteit:
Samen met de klas een spel spelen uit de Box van Positieve gezondheid.

Slide 28 - Diapositive

Kwaliteit van leven
Geluk!
Geluk kent vele vormen, je kan het voelen als je verliefd bent, als je een ijsje eet op een zomerdag, je favoriete muziek luistert.
Geluksgevoel kan je op veel verschillende manieren omschrijven. Bijvoorbeeld blij, tevreden, chill gevoel. Ze geven allemaal een goed gevoel, oftewel: een gelukkig gevoel!

Slide 29 - Diapositive

Wat geeft jou een gelukkig gevoel??

Slide 30 - Question ouverte

Tijd voor pauze!

Slide 31 - Diapositive