Schoonmaken en PH waarden

Werkruimten schoonmaken
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
VoedingMBOMiddelbare schoolStudiejaar 1,3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Werkruimten schoonmaken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugkijken op de vorige les
  • De werking en doel van reinigingsmiddel.
  • De soorten reinigingsmiddelen.
  • Werkwijze bij reinigingsmethode.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke volgorde is er bij het schoonmaken?

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen

Aan het einde van de les weten jullie:

  • Taken bij het schoonmaken.
  • Volgorde bij schoonmaak werkzaamheden.
  • Controleren van de werkruimte volgens schoonmaak procedures.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Taken bij het schoonmaken
  1. Opruimen van materialen.
  2. Reinigen van materialen en ruimten.
  3. Na spoelen met water.
  4. Desinfecteren van materialen en ruimten.
  5. Controleren van werkzaamheden.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Volgorde schoonmaak werkzaamheden
  1. Werkruimte opruimen.
  2. Vuile materiaal eerst afspoelen.
  3. Grove resten van werktafels en apparatuur afhalen.
  4. Schoonmaak materialen verzamelen.
  5. Materialen en werkruimten schoonmaken.
  6. Aan het eind desinfecteren.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Controleren van werkruimten
  1. Controleer of de werkruimte goed schoon is.
  2. Controleer of alle materialen op de juiste plaats staan.
  3. Controleer de schoonmaakmiddelen en materialen op hygiene.
  4. Controleer of de vloer schoon is.
  5. Melden of er problemen of onrechtmatigheden zijn.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opruimen
Desinfecteren
Reinigen

Slide 9 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom wordt vuile materialen voorgespoeld vooraf het plaatsen in de afwasmachine?
A
Om het spoelwater niet te vervuilen.
B
Om te voorkomen dat zetmeel en eiwitresten blijven plakken.
C
Wegens hygiëne voorschriften.
D
Om de afwasser een extra taak te geven.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat hebben wij geleerd?

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Reinigingsmiddelen

Slide 12 - Carte mentale

Reinigingsmiddelen zijn:

Sanitairreiniger
Ovenreiniger
Allesreiniger
Handzeep
Wat is de PH waarde van de huid?
A
5.5
B
10
C
7
D
2

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

PH-Neutraal is
A
9
B
14
C
0
D
7

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij het gebruiken van reinigingsmiddelen is het belangrijk dat je de . .. ...
timer
0:20
A
Fles opmaakt.
B
Bacterien dood.
C
Juiste dosering gebruikt.
D
Milieu beschadigd.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe moet je kalkaanslag verwijderen?
A
Met een 5-fasen reiniging
B
Met een reinigingsmiddel met een pH hoger dan 7
C
Met een loog
D
Met een desinfectiemiddel

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

5. Waarom is tussenspoelen essentieel bij een 5-fasen reiniging?
A
Om een chemische reactie en neutralisatie te voorkomen
B
Om neutralisatie en verspilling reinigingsmiddel te voorkomen
C
Om een chemische reactie en achterblijven van grof vuil te voorkomen
D
Om een goed reinigingsresultaat op te leveren

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke reinigingsmiddelen zorgen voor het verwijderen van vetten en eiwitten?
A
Zure reinigingsmiddelen
B
Neutrale reinigingsmiddelen
C
Basische reinigingsmiddelen

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Reinigingsmiddelen moet je altijd in een aparte ruimte of kast bewaren.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

17. Voor welk soort vervuiling wordt een zuur reinigingsmiddel gebruikt?
A
Loszittend grof vuil
B
Vastzittend organisch vuil
C
Vastzittend anorganisch vuil
D
Verschillende vuilsoorten

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Schoonmaken doe je het best
A
met water onder lage druk (4 bar)
B
met water onder hoge druk (100 bar)
C
met een reinigingsmiddel
D
met een desinfectiemiddel

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rode reinigingsmiddelen worden gebruikt voor?
A
Voedsel
B
Keuken
C
Restaurant
D
Sanitair

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Reinigingsmiddelen zijn bedoeld om vuil te verwijderen zoals . . .. .. ..
A
Olievlekken, azijnvlekken en wijnvlekken.
B
Suikers, eiwitten en vetten.
C
Schimmels, bacterien en virussen.
D
Kruimels, suikers en restafval.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij het maken van een sopje met reinigingsmiddel moet het water . .. ..
A
Lauw en schoon zijn.
B
Vuil en warm zijn.
C
Warm en schoon zijn.
D
Koud en schoon zijn.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor welk soort vervuiling wordt een zuur reinigingsmiddel gebruikt?
A
Loszittend grof vuil
B
Vastzittend organisch vuil
C
Vastzittend anorganisch vuil
D
Verschillende vuilsoorten

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Voor welk soort vervuiling wordt een basisch reinigingsmiddel gebruikt?
A
Loszittend grof vuil
B
Vastzittend organisch vuil
C
Vastzittend anorganisch vuil
D
Verschillende vuilsoorten

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde presentatie

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions