Moedertaal BK1

WELKOM BIJ NEDERLANDS
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

WELKOM BIJ NEDERLANDS

Slide 1 - Diapositive

Lees in je leesboek
timer
20:00

Slide 2 - Diapositive

DOEL

WE WAT MOEDERTAAL IS.


WE WETEN WAT VREEMDE TAAL EN TWEEDE TAAL IS.


WE WETEN ELKAARS MOEDERTAAL.

Slide 3 - Diapositive

PROGRAMMA
1 Uitleg moedertaal
2 Opdracht 
3 Uitleg tweede taal en vreemde taal 
4 Opdracht 
5 Quiz
6 Weektaak

Slide 4 - Diapositive

MOEDERTAAL

WAT IS EIGENLIJK MOEDERTAAL?

WE KIJKEN SAMEN NAAR EEN FILMPJE.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Moedertaal is de eerste taal die je hoort.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Met moedertaal maak je al kennis in de buik van je moeder.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Moedertaal is de eerste taal die je hoort.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Baby's die net geboren zijn, kunnen nog geen verschil in taal horen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Als baby's de moedertaal horen, zijn ze rustiger dan wanneer ze een vreemde taal horen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Vreemde taal
Wat is een vreemde taal?

  • Taal die je later leert spreken.

Slide 12 - Diapositive

Tweede taal
Wat is een tweede taal?

  • Taal die je er later bij leert en bijna net zo goed leert spreken als je moedertaal.

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
  • Maak opdracht 1, 2 
  • bladzijde 90




timer
5:00

Slide 14 - Diapositive

Quiz
  • We maken samen een quiz. Zit je nog in de Lessonup?

Slide 15 - Diapositive

Je moedertaal is:
A
De taal die je altijd met je moeder spreekt.
B
De taal waarin je hebt leren spreken vanaf je geboorte.
C
De tweede taal die je leerde.
D
Hetzelfde als je vadertaal.

Slide 16 - Quiz

Een tweede taal:
A
Is hetzelfde als een vreemde taal.
B
Is een taal die je weinig gebruikt.
C
Leer je spreken vanaf je geboorte.
D
Leer je er later bij.

Slide 17 - Quiz

Wanneer ben je meertalig?
A
Als je meer talen regelmatig gebruikt.
B
Als je één taal spreekt.
C
Als je je moedertaal vloeiend spreekt.
D
Als je in een andere taal alleen 'hallo' kunt zeggen.

Slide 18 - Quiz

Een vreemde taal
A
Is precies hetzelfde als een tweede taal.
B
Is hetzelfde als je moedertaal.
C
Is een buitenlandse taal die je later leert spreken.
D
Is een taal met gekke klanken.

Slide 19 - Quiz

Wat is volgens jou de meest gebruikte moedertaal ter wereld?
A
Arabisch
B
Mandarijn Chinees
C
Engels
D
Spaans

Slide 20 - Quiz

De meest gesproken
moedertalen 
ter wereld
1 - Mandarijn Chinees (1,2 miljard)
2 - Spaans (437 miljoen)
3 - Engels (372 miljoen)
4 - Arabisch (295 miljoen)
5 - Hindi (260 miljoen)
6 - Bengali (242 miljoen)
7 - Portugees (219 miljoen)
8 - Russisch (154 miljoen)
9 - Japans (128 miljoen)
10 - Punjabi (110 miljoen)

Slide 21 - Diapositive