3.2 De crisis van de jaren 30

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

3.2 De crisis van de jaren 30

Je kunt beschrijven hoe de crisis van 1929 in de VS leidde tot armoede in NL

voorspoed in de V.S

Omdat Europa veel te lijden heeft gehad onder de eerste wereldoorlog bloeit in Amerika de economie op.

Hoe komt dat?

De VS werd de grootste economie macht van de wereld. 

De lonen stegen.

Door massaproduktie werden producten goedkoper.

De Amerikanen hadden meer geld over voor spullen zoals radio's, koelkasten, stofzuigers,...

De V.S. werden zo een consumptie maatschappij

De crisis breekt uit

Wat gebeurde er?

• Bedrijven verkochten minder. (dus ontslagen)
• De aandelen werden minder waard. 
• Mensen wilden hun aandelen verkopen, tegelijk.
• Ze waren hierdoor niets meer waard.
• Leningen konden niet meer terugbetaald worden
• Banken en bedrijven gingen failliet.
• De V.S. en ook Europa zat in een diepe economische crisis.

De werkloosheid neemt snel toe.

In 1936 is 1 op de vier arbeiders werkloos

werklozen in de rij voor voedsel

<img src="https://i1.wp.com/histoforum.net/geschiedenisvmbo/images/2011d.jpg" alt="1929 De economische wereldcrisis - LessonUp"/>

lees de tekst op blz 104 

maak de vragen op blz 105

klaar?  Zoek het leerdoel van blz 106 in de tekst en onderstreep deze

Vandaag

huiswerk

- wat deed de regering  (filmpje, aantekeningen)

opdrachten

Vorige les:

A: Hoe de crisis in de V.S. leidde tot armoede in Nederland.

Wat deed de regering?

B: Je kunt drie maatregelen noemen die de Nederlandse regering nam vanwege de crisis.

we lezen 106

Hendrik Colijn

ARP (confessionelen)

Minister President 1933-1939

Filmpje met  kijkvraag: 

Welke maatregelen neemt de regering en geef voorbeelden

blz 107   opdracht 5 t/m 8

vorige les

welke maatregelen nam de regering om de crisis tegen te gaan?

Drie maatregelen die de regering nam:

1. Steunverlening: je krijgt een uitkering

2. Werkverschaffing: tijdelijk werken voor de regering

3. Aanpassingspolitiek: de regering bezuinigt

(je moet kunnen uitleggen wat deze woorden betekenen)

Vandaag

- huiswerk

- onrust in de samenleving (filmpje, aantekeningen)

-quiz

- opdrachten 

Aanpassingspolitiek werkt niet: Werkloosheid wordt nog groter.

gevolg: meer kritiek en meer onvrede

De economische crisis van 1929 had ook effect op Nederland. Welk gevolg had de economische crisis voor Nederland?

1. Veel werklozen
2. Geen geld op de bank
3. Veel export van Nederlandse producten
4. Er kon meer geproduceerd worden

In 1931 startte de NLse regering met steunverlening; wat is dat?

1. een tijd waarin het veel slechter ging met de economie
2. als de werkloosheid toeneemt
3. mensen die werkloos waren een kleine uitkering kregen
4. dat de verzekeringen een uitkering gaven

Wat is werkverschaffing?

1. Geld krijgen voor werk
2. Steun krijgen van de overheid in ruil voor werk
3. ander woord voor banen
4. promotie maken

Wat zijn werkverschaffingsprojecten?

1. Projecten waarmee de overheid werklozen vrijwilligerswerk laat doen
2. Projecten waarmee de overheid werklozen traint voor een nieuwe baan
3. Projecten waarmee de overheid werklozen aan werk helpt en een beetje inkomen geeft
4. Projecten waarmee de overheid werklozen bestraft

Wat gebeurt er als een werkloze werk weigert in een werkverschaffingsproject?

1. Ze krijgen een hogere uitkering
2. Ze krijgen extra hulp aangeboden
3. Ze worden naar een ander project gestuurd
4. Ze krijgen geen uitkering (steun)

Wat is geen voorbeeld van de onvrede op de regering

1. mensen schamen zich om in de steun te zitten
2. er ontstaan rellen
3. men weigert deel te nemen aan werkverschaffing
4. Socialisten zijn boos op regering (Plan vd Arbeid)

De onrust in de samenleving nam toe door de verschillende acties van de regering. Welke 2 acties hebben gezorgd voor de grote onrust in de samenleving

1. Controles van de steunverlening & veel werk
2. Controles van de steunverlening & gemerkte kleding en schoenen
3. Gemerkte kleding en schoenen & veel werk
4. Niet verplichte werkverschaffing & controles van de steunverlenin

Wat is de aanpassingspolitiek van Colijn?

1. Uitgaven verhogen inkomsten verlagen
2. economie aanpassen aan Nazi-Duitsland
3. Uitgaven aanpassen aan dalende inkomsten
4. Uitkeringen verhogen, inkomsten verlagen

Wie voert de aanpassingspolitiek in?

1. president Roosevelt
2. Anton Mussert
3. Hendrik Colijn
4. Willem Drees

maak de vragen 9 t/m 12

klaar: Ga naar Flitskaarten en Testjezelf