Blok 2 Voortplanting les 3 Hormonen zwangerschap

Hormonen bij de zwangerschap
Thema 2 Voortplanting
bs 4
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hormonen bij de zwangerschap
Thema 2 Voortplanting
bs 4

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

al besproken
- Hormonale regeling bij man:
Welke hormonen spelen een rol?
Hoe wordt overproductie voorkomen?
- Hormonale regeling bij vrouw:
Welke hormonen spelen een rol?
Hoe wordt rekening gehouden met wel/geen bevruchting?
- Hoe kan geslacht(sverandering) ontstaan?

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze les

- Menstruatiecyclus - koppeling met BINAS
- Welke hormonen nemen het over bij bevruchting?

Eerst terugkoppeling...


Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mannelijk geslachtsorgaan
1. Vorming zaadcellen (in testes)
2 graden lagere temperatuur

2. Vorming sperma
  • klieren van Cowper (voorvocht)
  • zaadblaasjes (70%)
neutraliseert zure milieu vagina
  • prostaat (30%)
hulpstoffen en sluit urinebuis af

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon heeft direct effect op de zaadcelvorming?
A
Alleen testosteron
B
Alleen FSH
C
Alleen LH
D
Testosteron en FSH

Slide 5 - Quiz

Zie Binas tabel 89C (links onder)
Testosteron zorgt voor terugkoppeling. Welke terugkoppeling is dit en waarom?
A
Positieve terugkoppeling Testosteron stimuleert de hypofyse
B
Negatieve terugkoppeling Testosteron remt de productie van LH
C
Negatieve terugkoppeling Testosteron zorgt ervoor dat er minder zaadcellen worden geproduceerd
D
Negatieve terugkoppeling Testosteron remt de productie van FSH en LH

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Alleen mannen produceren testosteron.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vrouwelijk geslachtsorgaan
1. Vorming eicellen (in ovaria)
voor geboorte al eerste celdeling

2. Ontwikkeling eicel (bij bevruchting)
baarmoeder, baarmoederslijmvlies.

3. Bescherming tegen extern milieu
slijmprop baarmoedermond
vagina: zuur milieu

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Mannen en vrouwen produceren beide FSH en LH.
A
Juist, alleen wordt dit niet in dezelfde hormoonklier geproduceerd
B
Juist, alleen de werking is anders
C
Juist, dit wordt bij beide in de geslachtsorganen geproduceerd
D
Onjuist, bij mannen is het ICSH en FSH

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen die direct effect hebben op het baarmoederslijmvlies zijn:
A
Alleen progesteron
B
Alleen progesteron en oestradiol
C
Alleen FSH en LH
D
Progesteron, oestradiol, FSH en LH

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt niet onder de werking van progesteron?
A
Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
B
Remming productie LH
C
Remming productie FSH
D
Verhoging lichaamstemperatuur

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is wel een werking van oestrogeen?
A
Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
B
Regeling secretie gonadotrope hormonen
C
Proliferatie baarmoederslijmvlies
D
Aanzetten misselijkheid

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat stimuleert GnRH?
A
GnRH wordt alleen bij mannen geproduceerd
B
Bij mannen: productie FSH en LH bij vrouwen: productie geslachtshormonen
C
Bij mannen: productie testosteron Bij vrouwen productie oestradiol
D
Bij zowel mannen als vrouwen de productie van FSH en LH

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Menstruatiecyclus
(BINAS 86C)
Wat wordt weergegeven met nr. 1, 2, 3?
Welk hormoon wordt bedoeld met 9 t/m 12?
(en waar zie je dit aan?)

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevruchting
- zaadcel kan 2-3 dagen leven in de baarmoeder waardoor seks vóór de ovulatie al tot een bevruchting kan leiden.
- Maar één zaadcel mag in de eicel komen (ivm hoeveelheid DNA).



Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevruchting
Zaadcel komt barrieres tegen:
- Follikelcellen
- Zona pellucida
- Celmembraan eicel

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Innesteling
Na 30 uur eerste klievingsdelingen.
Trilhaarcellen verplaatsen zygote.
Na 3 dagen embryo van 16 cellen.
Na ong. 7 dagen innesteling.
Embryo bestaat uit blastula met trofoblast en embryoblast.
Trofoblast maakt HGC en maakt vlokken die groeien tussen baarmoederslijmvliescellen. Vormen uiteindelijk placenta.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ontwikkeling embryo
Na 18 dagen. Embryoblast uitgegroeid tot amnionholte, kiemschijf en dooierblaasje(zakje).
Na 25 dagen: Trofoblast vormt vlokken die placenta gaan vormen.
Na 35 dagen: begin navelstreng vormt. Amnionholte groeit uit hierin komt het vruchtwater.
Dooierblaasje vormt rode bloedcellen (later wordt taak overgenomen).

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hormonen bevruchting
Eicel (trofoblast) produceert HCG.
Onder invloed van HCG degenereert gele lichaam niet en blijft progesteron produceren. 
Dit remt productie LH en FSH. Stimuleert baarmoederslijmvlies wat hierdoor intact blijft.
Na drie weken is gele lichaam alsnog gedegenereerd. Productie HCG stopt. Placenta produceert nu oestrogeen en progesteron. 

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

celdifferentiatie

Maak §4.1 opdr. 1, 2 en 3



Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2.4
bevruchting - zwangerschap - geboorte

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

waar wordt het hormoon HCG gemaakt?
A
in de placenta
B
in het gele lichaam
C
in het embryo
D
in de follikels

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe zorgt HCG ervoor dat er geen menstruatie optreedt?
A
HCG houdt het baarmoederslijmvlies in stand
B
HCG houdt het gele lichaam in stand
C
HCG zorgt voor de ontwikkeling van de placenta
D
HCG remt de follikelrijping en ovulatie

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

hCG

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

welk hormoon zorgt voor de ontwikkeling van melkkieren in de borsten?
A
oestrogeen
B
progesteron
C
HCG
D
prolactine

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

een bevruchte eicel heet ook wel..

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe heten de eerste delingen van de bevruchte eicel in de eileider?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

hoe heten het buitenste resp. binnenste vruchtvlies?

Slide 28 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

waaruit ontwikkelt het embryo zich?
A
uit de blastula
B
uit de trofoblast
C
uit de embryoblast
D
uit de zygote

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Blastula
Na 5 dagen is het embryo een blaasje (met een holte) en heet dan blastula.
De buitenste laag cellen heet de trofoblast de holte heet de blastulaholte.


Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

in welke drie fasen verloopt de bevalling?

Slide 31 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

welk hormoon brengt de bevalling op gang?
A
oestrogeen
B
progesteron
C
oxytocine
D
prolactine

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

fases  van geboorte
-> ontsluiting                                                   -> uitdrijving                       (->nageboorte)
(verwijding baarmoederhals - 4)               (samentrekken baarmoederwand -                                                                                          dubbele spildraai)

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat wordt er "geboren" bij de nageboorte (noem 3 "dingen")

Slide 34 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

huiswerk
maak opdracht 25 t/m 29 en 31 en 36, 37

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions