Blok 2 Voortplanting les 4 Hormonen zwangerschap

Hormonen bij de zwangerschap
Thema 4 Voortplanting
§4.1 en 4.3
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hormonen bij de zwangerschap
Thema 4 Voortplanting
§4.1 en 4.3

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
- Hormonale regeling bij man:
Welke hormonen spelen een rol?
Hoe wordt overproductie voorkomen?
- Hormonale regeling bij vrouw:
Welke hormonen spelen een rol?
Hoe wordt rekening gehouden met wel/geen bevruchting?
- Hoe kan geslacht(sverandering) ontstaan?

Slide 2 - Diapositive

Deze les

- Menstruatiecyclus - koppeling met BINAS
- Welke hormonen nemen het over bij bevruchting?

Eerst terugkoppeling...


Slide 3 - Diapositive

Mannelijk geslachtsorgaan
1. Vorming zaadcellen (in testes)
2 graden lagere temperatuur

2. Vorming sperma
  • klieren van Cowper (voorvocht)
  • zaadblaasjes (70%)
neutraliseert zure milieu vagina
  • prostaat (30%)
hulpstoffen en sluit urinebuis af

Slide 4 - Diapositive

Welk hormoon heeft direct effect op de zaadcelvorming?
A
Alleen testosteron
B
Alleen FSH
C
Alleen LH
D
Testosteron en FSH

Slide 5 - Quiz

Testosteron zorgt voor terugkoppeling. Welke terugkoppeling is dit en waarom?
A
Positieve terugkoppeling Testosteron stimuleert de hypofyse
B
Negatieve terugkoppeling Testosteron remt de productie van LH
C
Negatieve terugkoppeling Testosteron zorgt ervoor dat er minder zaadcellen worden geproduceerd
D
Negatieve terugkoppeling Testosteron remt de productie van FSH en LH

Slide 6 - Quiz

Alleen mannen produceren testosteron.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Vrouwelijk geslachtsorgaan
1. Vorming eicellen (in ovaria)
voor geboorte al eerste celdeling

2. Ontwikkeling eicel (bij bevruchting)
  • baarmoeder
    baarmoederslijmvlies,

  • 3. Bescherming tegen extern milieu
    slijmprop baarmoedermond
    vagina: zuur milieu

Slide 8 - Diapositive

Mannen en vrouwen produceren beide FSH en LH.
A
Juist, alleen wordt dit niet in dezelfde hormoonklier geproduceerd
B
Juist, alleen de werking is anders
C
Juist, dit wordt bij beide in de geslachtsorganen geproduceerd
D
Onjuist, bij mannen is het ICSH en FSH

Slide 9 - Quiz

Hormonen die direct effect hebben op het baarmoederslijmvlies zijn:
A
Alleen progesteron
B
Alleen progesteron en oestradiol
C
Alleen FSH en LH
D
Progesteron, oestradiol, FSH en LH

Slide 10 - Quiz

Wat valt niet onder de werking van progesteron?
A
Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
B
Remming productie LH
C
Remming productie FSH
D
Verhoging lichaamstemperatuur

Slide 11 - Quiz

Wat is wel een werking van oestrogeen?
A
Ontwikkeling secundaire geslachtskenmerken
B
Regeling secretie gonadotrope hormonen
C
Proliferatie baarmoederslijmvlies
D
Aanzetten misselijkheid

Slide 12 - Quiz

Wat stimuleert GnRH?
A
GnRH wordt alleen bij mannen geproduceerd
B
Bij mannen: productie FSH en LH bij vrouwen: productie geslachtshormonen
C
Bij mannen: productie testosteron Bij vrouwen productie oestradiol
D
Bij zowel mannen als vrouwen de productie van FSH en LH

Slide 13 - Quiz

Menstruatiecyclus
(BINAS 86C)
Wat wordt weergegeven met nr. 1, 2, 3?
Welk hormoon wordt bedoeld met 9 t/m 12?
(en waar zie je dit aan?)

Slide 14 - Diapositive

Bevruchting
Na ovulatie is er ong. 24 uur voor een bevruchting.

Maar één zaadcel mag in de eicel komen (ivm hoeveelheid DNA).



Slide 15 - Diapositive

Bevruchting
Zaadcel komt barrieres tegen:
- Follikelcellen
- Zona pellucida
- Celmembraan eicel

Slide 16 - Diapositive

Innesteling
Na 30 uur eerste klievingsdelingen.
Trilhaarcellen verplaatsen zygote.
Na 3 dagen embryo van 16 cellen.
Na ong. 7 dagen innesteling.
Embryo bestaat uit blastula met trofoblast en embryoblast.
Trofoblast maakt HGC en maakt vlokken die groeien tussen baarmoederslijmvliescellen. Vormen uiteindelijk placenta.

Slide 17 - Diapositive

Ontwikkeling embryo
Na 18 dagen. Embryoblast uitgegroeid tot amnionholte, kiemschijf en dooierblaasje(zakje).
Na 25 dagen: Trofoblast vormt vlokken die placenta gaan vormen.
Na 35 dagen: begin navelstreng vormt. Amnionholte groeit uit hierin komt het vruchtwater.
Dooierblaasje vormt rode bloedcellen (later wordt taak overgenomen).

Slide 18 - Diapositive

Hormonen bevruchting
Eicel (trofoblast) produceert HCG.
Onder invloed van HCG degenereert gele lichaam niet en blijft progesteron produceren. 
Dit remt productie LH en FSH. Stimuleert baarmoederslijmvlies wat hierdoor intact blijft.
Na drie weken is gele lichaam alsnog gedegenereerd. Productie HCG stopt. Placenta produceert nu oestrogeen en progesteron. 

Slide 19 - Diapositive

Oefenen

Maak §4.1 opdr. 1, 2 en 3



Slide 20 - Diapositive