8.2 Energie in ecosystemen 4V

Vandaag: Hoe stroomt de energie in een ecosysteem?
Leerdoelen
Bespreken huiswerk gisteren
Uitleg + lessonupopgaven
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Vandaag: Hoe stroomt de energie in een ecosysteem?
Leerdoelen
Bespreken huiswerk gisteren
Uitleg + lessonupopgaven

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Na deze les, kun je:
  • De voedselketens in een voedselweb beschrijven
  • Voedselpiramides in een ecosysteem tekenen en interpreteren
  • Een energiestroomschema op een bepaald trofisch niveau beschrijven



Slide 2 - Diapositive


Slide 3 - Question ouverte


Slide 4 - Question ouverte


Slide 5 - Question ouverte

Doel 1
Je beschrijft de voedselketens in een voedselweb

Slide 6 - Diapositive

Wat was een voedselketen?

Slide 7 - Diapositive

Wat was een                                       voedselweb?

Slide 8 - Diapositive

De basis van dit voedselweb is:
A
opgeloste voedingsstoffen
B
zee-eenden
C
algen
D
bacteriën

Slide 9 - Quiz

Wat is de slang NIET in dit voedselweb?
A
Consument 1e orde
B
Consument 2e orde
C
Consument 3e orde
D
Consument 4e orde

Slide 10 - Quiz

Doel 2
Je tekent en interpreteert voedselpiramides in een ecosysteem

Slide 11 - Diapositive

Hoe kan je de hoeveelheid organismen op elk niveau weergeven?





Aantallen: Hoeveelheid individuen zijn er aanwezig in een schakel van een voedselketen






Slide 12 - Diapositive

Hoe kan je de hoeveelheid organismen op elk niveau weergeven?





De vorm hoeft geen piramide te zijn








Slide 13 - Diapositive

Hoe kun je de hoeveelheid organismen op elk niveau beter weergeven?






Biomassa: alle organische stof in één schakel van een voedselketen, drooggewicht in g/m2 (Koolhydraten, eiwitten, vetten, mineralen)

Slide 14 - Diapositive

Hoe kun je de hoeveelheid organismen op elk niveau beter weergeven?




Piramide van biomassa is een momentopname. Na de oogst zal de biomassa van de wortels heel klein zijn. Jaargemiddelde: piramide van productiviteit.


Slide 15 - Diapositive

Welke piramide van aantallen hoort bij voedselketen:
berk>bladluis>
lieveheersbeestje?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 16 - Quiz

Welke piramide is de piramide van biomassa?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 17 - Quiz


Van de voedselketen bamboe -> panda
-> bacteriën en schimmels is een piramide van biomassa gemaakt.
Alle organismen in een gebied hebben een rol in het voedselweb van dat gebied.

Welke rol hebben de organismen die horen bij laag S in die piramide van biomassa?
A
Alleseter
B
Planteneter
C
Producent
D
Vleeseter

Slide 18 - Quiz

Doel 3
Je beschrijft een energiestroomschema op een bepaald trofisch niveau

Slide 19 - Diapositive

Hoe komt het dat niet alle energie in het volgende trofische niveau terecht komt?

Slide 20 - Diapositive

Juist of onjuist? Een jonge vogel heeft een grotere P dan een volwassen dier
A
Juist
B
Onjuist

Slide 21 - Quiz

Juist of onjuist? Een vogel heeft tijdens zijn trek naar Afrika een kleine I, een grote R en een negatieve P
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Ligt toe dat de P de I is voor de volgende schakel

Slide 23 - Question ouverte

Vraag
Ik heb een jonge kat (3kg), de kat eet/ drinkt elke dag 120 ml water en 100 gram brokken (organische stoffen).
1. Teken het energieschema
2. Hoeveel weegt de kat na een jaar?
Ik maak gebruik van BINAS 93A2 

Slide 24 - Diapositive

Uitwerking vraag
kat (3kg), 100 gram organische stoffen per dag
I (energieopname in de vorm van organische stoffen) = 100 gram
De kat is een gewervelde endotherm carnivoor dus A/I = 80%
Dit betekent dat 80% van het voedsel dat wordt gegeten ook echt wordt opgenomen, in dit geval 80 gram (en dus 20% wordt uitgepoept).
P/A = 2% 
Dit betekent dat 2% van de opgenomen organische stoffen niet nodig is voor verbranding dus kan worden omgezet in groei: 80*0,02=1,6 gram per dag.
1,6 gram * 365 dagen = 584 gram meer dus 3,584 kg.

Slide 25 - Diapositive

Hoeveel produceren producenten?

Slide 26 - Diapositive

Hoeveel produceren producenten?
Bruto primaire productie = de hoeveelheid organische stoffen die producenten maken.
In gram/oppervlakte/jaar of gram/volume/jaar
Dus g/m2/jaar of g/m3/jaar
Producenten maken organische stoffen en leveren hiermee energie voor een heel ecosysteem


Slide 27 - Diapositive

Hoeveel produceren producenten?
Bruto Primaire productie = de hoeveelheid organische stoffen die producenten maken.

Netto primaire productie = de hoeveelheid organische stoffen die producenten maken – de organische stoffen die ze zelf gebruiken (dissimilatie)
NPP=BPP-D



Slide 28 - Diapositive

Opdrachten maken
Wat: Maak 8.2 opdrachten 21, 22, 24, 26, 30, 33, 37
Hoe: Tweetallen
Hoe lang: De rest van de les
Hulp: Boek, BINAS, vragen
Resultaat: Het wordt huiswerk

Slide 29 - Diapositive