Spelling

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsHoger onderwijs

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive




Wanneer schrijf je een hoofdletter?
Som twee regels op.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive


A
corona
B
Corona

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive


A
COVID-19
B
covid-19
C
Covid-19
D
CoViD-19

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Diapositive




Formuleer twee regels rond leestekens

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive




Waarom schrijven we absenteïsme
met een trema, maar ambitieus zonder?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive

Op welke woorden hoort een trema? Plaats de woorden in de juiste kolom.
Met trema
Zonder trema
timer
2:00
eieren
reunie
kopieren
dieet
ooievaar
Belgie

Slide 17 - Question de remorquage




Formuleer twee regels rond
samenstellingen.

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

zodra de maatregelen het toelaten vertrekken we vol vreugde moed en motivatie opnieuw naar de campus om les te volgen
Dit woord moet beginnen met een hoofdletter.
,
,
.

Slide 20 - Question de remorquage

Hoe schrijf je volgende samenstellingen?

1. taak + pakket
2. stress + bestendig
3. studenten + uitwisseling + programma

Slide 21 - Question ouverte



Wat is juist?
A
collegestudent
B
college student
C
bachelor thesis
D
bachelorthesis

Slide 22 - Quiz




Wanneer schrijf je s, wanneer 's?
Formuleer twee regels.

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive


A
ja
B
nee

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Diapositive




Welke hulpbronnen ken je?

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive


timer
10:00

Slide 31 - Question ouverte