1.7 - Chemisch rekenen

Chemisch rekenen
Chemisch rekenen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Chemisch rekenen
Chemisch rekenen

Slide 1 - Diapositive

onderwerpen van 1.7
Machten van 10 (102,103, etc..) (niet klassikaal!)
Grootheden en eenheden (niet klassikaal!)
Omrekenen met eenheden (niet klassikaal)

Significantie (wel klassikaal!)

Slide 2 - Diapositive

Machten van 10

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Ezelsbruggetje




2 000 000 schrijf je als: 2 * 106
0,023 schrijf je als: 2,3 * 10-2
1 000 000
0,00 000 1

Slide 5 - Diapositive

voorbeeld vraag
Schrijf als macht van tien

  • 10 000
  • 104

Slide 6 - Diapositive

voorbeeld vraag
Schrijf als macht van tien

  • 0,000 001
  • 10-6

Slide 7 - Diapositive

voorbeeld vraag
  • Schrijf als macht van tien
  • 0,000 002
  • 2*10-6

Slide 8 - Diapositive

voorbeeld vraag
Schrijf als macht van tien

  • 40 400
  • 4,04*104

Slide 9 - Diapositive

Grootheden en eenheden
Grootheid = iets dat je kunt meten

Eenheid = de maat waarin je de grootheid meet

Slide 10 - Diapositive

Grootheden en eenheden
Grootheid = iets dat je kunt meten

Eenheid = de maat waarin je de grootheid meet

  • Voorbeeld: 
  • De lengte van de tafel is 60cm
  • Lengte (grootheid), cm (eenheid)

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Eenheden omrekenen
Eenheden kun je omrekenen
Zo kan je van cm omrekenen naar meter


Slide 13 - Diapositive

Significantie
Wat is meer nauwkeurig:

15 meter
1500 cm


Slide 14 - Diapositive

Significante cijfers
Significantie met vermenigvuldigen en delen

Significantie met optellen en aftrekken

Slide 15 - Diapositive

Significantie met vermenigvuldigen en delen


Bij vermenigvuldigen en delen is de significantie van het antwoord altijd gelijk aan de laagste significantie

bv. 30,0 * 2,0 = 60
Want 2,0 heeft 2 significante getallen en 30,0 heeft 3

Slide 16 - Diapositive

Significantie met vermenigvuldigen en delen


Bij vermenigvuldigen en delen is de significantie van het antwoord altijd gelijk aan de laagste significantie

bv. 30,0 * 2 = 6 * 101
Want 2 heeft 1 significant getal en 30,0 heeft 3

Slide 17 - Diapositive

Significantie met 
optellen en aftrekken


Bij optellen en aftrekken is de significantie van het antwoord altijd gelijk aan de laagste hoeveelheid decimalen. Je kijkt dus naar het aantal getallen achter de komma
bv. 30,00 + 2,0 = 32,0
Want 2,0 heeft 1 getal achter de komma

Slide 18 - Diapositive

Hoeveel significante cijfers heeft:
6,0

Slide 19 - Question ouverte

Hoeveel significante cijfers heeft:
0,005

Slide 20 - Question ouverte

Hoeveel significante cijfers heeft:
22,5

Slide 21 - Question ouverte

Hoeveel significante cijfers heeft:
0,0123

Slide 22 - Question ouverte

Wat is het antwoord op:
66,0 + 4,00

Slide 23 - Question ouverte

Wat is het antwoord op:
12,0 * 1,0

Slide 24 - Question ouverte