Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 75 min
Éléments de cette leçon
"Kijk op taal" bl. 156
Straattaal,
standaardtaal en
taalnormen
LEES EERST DE THEORIE OP BL. 156.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
Is het mogelijk dat deze taal door iedereen gesproken wordt in de toekomst? Waarom wel/niet?
Slide 3 - Question ouverte
Straattaal
- Omgangstaal onder jongeren (vooral in steden)
- Inlvoeden uit Marokkaans-Arabisch, Surinaams, Engels en Turks
- Wijkt af van de standaardtaal op het gebied van woordenschat, uitspraak en grammatica ('de meisje')
Slide 4 - Diapositive
Welke buitenlandse taal overheerst in de Amsterdamse straattaal?
A
Marokkaans-Arabisch
B
Sranantongo (Surinaams)
C
Papiaments
D
Turks
Slide 5 - Quiz
Jongerentaal wordt gekenmerkt door een eigen woordenschat. Welk onderstaand woord is het oudst?
A
Cool
B
Chill
C
Gaaf
D
Onwijs
Slide 6 - Quiz
Jongerentaal
C: gaaf (1973)
D: onwijs (1985)
A: cool (1989)
B: chill (2018)
Slide 7 - Diapositive
Nederlands als tweede taal
- Nederlands geen wereldtaal
- 24 miljoen sprekers (Engels 378 miljoen)
- NT2 = Nederlands als tweede taal
Slide 8 - Diapositive
Veelgemaakte taalfouten
1. Doe is normaal!
2. Hun gaan op de fiets naar school.
3. Me oma is morgen jarig.
4. Ik ken voetballen.
5. Een meisje die graag rokjes draagt.
www.netinnederland.nl
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Maken:
bl. 156/157: 2 t/m 4 (opg. 2 (niet 2.4 / 2.6): zie volgende sheet en hieronder). En: bl. 163/164: 1 en 3. Foto van huiswerk in laatste sheets plaatsen.
LET OP: Bij opg. 2 zijn er enkele pagina's die niet meer bestaan, maar er zijn nog genoeg andere pagina's om reacties te vinden. Bijv.: