Einde 18e eeuw: ww verfumfeien om aan te duiden dat iemand zijn tijd aan het verdoen was met muziek en dans, met name in de kroeg. Dat werkwoord ging op zijn beurt terug op fumfei en fidelfumfei, twee woorden die onomatopeeën waren; ze bootsten vioolgeluiden na. Van zijn oorspronkelijke betekenis ‘verkwisten’ was het een klein sprongetje naar de huidige betekenis ‘slordig, verfrommeld, beduimeld, gekreukeld’.
Verfomfaaid
van het werkwoord verfomfaaien
Gek woord?
onomatopee
Dus niet van verfrommelen! (= in elkaar drukken, bv. propje)
Wat zit je blouse verfomfaaid! = gekreukeld/slordig
Slide 5 - Diapositive
Onomatopee: klanknabootsingen - geluid in tekst zet je aan
Je brengt op eenvoudige wijze samenhang aan in jouw tekst. Dit doe je door middel van een eenvoudige opbouw en veelvoorkomende voeg- en verwijswoorden (zoals want, maar, omdat, die, dat, jouw). Je mag nog enkele fouten met deze woordsoorten maken.
Afstemming op doel
Je werkt de opdrachten adequaat uit, zodat je het schrijfdoel bereikt.
Afstemming op het publiek
Je past je woordgebruik en toon aan je publiek aan.
Woordenschat en woordgebruik
Je hebt een redelijk goede woordenschat. Dit laat je zien door te variëren in woordgebruik. Je gebruikt veelvoorkomende voorzetsels (zoals voor, achter, boven, door) vrijwel altijd correct.
Spelling, interpunctie en grammatica
Je hebt een redelijke beheersing van de spelling, interpunctie en grammatica. Dit laat je zien door meestal correcte zinconstructies toe te passen. Je werkwoordsvormen zijn over het algemeen correct. Je verbuigt overige woordsoorten (zoals groot/grote) meestal correct. Je beheerst spelling en interpunctie redelijk. Je gebruikt de meest gangbare leestekens correct.
Leesbaarheid
Je gebruikt, indien nodig, een titel en tekstkopjes.
3. Bespreken e-mail
Blz. 314 werkboek bespreken
Leg de brief in de juiste volgorde
Oefening ww-spelling + nakijken
Justin: feedback op artikel.
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
4. Tekenen: inleiding/slot
5 setjes kleurpotloden
1 blad papier
Volg de instructies op
Slide 9 - Diapositive
Op bord meetekenen:
stengel = inleiding
blaadjes: aandacht en onderwerp
kern = onderwerp
bloemblaadjes (3x) = deelvragen
mist 1 bloemblaadje = conclusie/slot = om het af te maken: cirkel rond, sluit aan bij inleiding + geen nieuwe info