12 maart 21 - 418 - FINANCE - examenvoorbereiding deel 2 (e-mail/brief schrijven)

Een brief/e-mail schrijven

Zakelijk schrijven
Conventies 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Een brief/e-mail schrijven

Zakelijk schrijven
Conventies 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen: voorbereiden op schrijfexamen
  1. Herhaling: korte check vorige week
  2. Weet je hoe je stap-voor-stap een brief / e-mail moet schrijven.
  3. Ken je de conventies die horen bij een brief/e-mail.
  4. Teken je het taaldossier af. 


Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Wat zie je? 
Eend of konijn?
Door instructie ga je zien wat je 'moet' zien. 
Deze verbinding wordt ook gelegd met het lezen van een tekst: als jij schrijft wat je wilt dat de lezer leest, dan moet je daar heel duidelijke instructie voor geven. Dit doe je door een duidelijke kernzin en door een duidelijke signaalwoorden die een signaal bij de lezer geven! 
Wat komt in je op bij de volgende rijtjes?
  1. auto - 120 km/u - asfalt - één richting
  2. zon - zee - strand - cocktail - muziek 

  • Door deze aanwijzingen word je gestuurd naar een onderwerp/denkwijze: dat moet je ook doen tijdens het schrijven. --> lezer begrijpt je dan beter! 

Slide 4 - Diapositive

1. waarschijnlijk snelweg
2. waarschijnlijk vakantie
Wat bedoelen met het schrijven van een artikel?

Slide 5 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is 'zakelijk schrijven'?

Slide 6 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom moet je voor het schrijven nadenken over wie jouw lezer is?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een e-mail schrijven en een brief schrijven?

Slide 8 - Carte mentale

e-mail --> alles gelijk behalve de adressen! 
Bijlage komt niet onderaan, maar bovenaan te staan. 
Zakelijke brief
Zakelijke correspondentie op examens gaat vaak over een 
  • Klacht (je bent het ergens niet mee eens en wil daar aandacht voor en een oplossing)
  • Het bepleiten van een zaak (je moet met je brief de ontvanger, de lezer overtuigen door goede argumenten aan te voeren)
 


Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Opbouw van een zakelijke brief
Briefconventies zijn de algemene regels die gelden voor het opstellen en schrijven van een officiële brief.


Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Briefconventies - Zakelijke brief

Slide 11 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord is goed?
A
Schagen, 13-01-2019
B
Schagen 23 februari 2021
C
23 februari 2021, Schagen
D
Schagen, 23 februari 2021

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord is goed?
A
Betreft: uitnodiging presentatie
B
Betreft: Uitnodiging presentatie
C
Betreft: uitnodiging presentatie.
D
Betreft: Uitnodiging presentatie.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord is goed?
A
t.a.v. mevrouw De Vries
B
T.a.v. Mevrouw de Vries
C
T.a.v. mevrouw De Vries
D
T.a.v. Mevrouw De Vries

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke afsluiting bij een zakelijke brief is goed?
A
Met vriendelijke groet, Naam + Achternaam
B
met vriendelijke groet, Naam + Achternaam
C
Mvg, Naam + Achternaam
D
Naam + Achternaam

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord geeft de juiste volgorde van de conventies (opbouw) van een zakelijke brief aan:
1. plaats, datum 2. jouw adres 3. adres bedrijf 4. betreft 5. aanhef
A
23145
B
21345
C
31245
D
31254

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De inleiding van een zakelijke brief mag met 'ik' beginnen.
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kun je goed verbindingen maken tussen zinnen en alinea's?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleiding
  • beschrijving van het onderwerp 
  • vragenreeks 
  • situatieschets
  • voorbeeld

Signaalzin
In deze tekst gaat het over ... 
Slot
  • samenvatting
  • conclusie

Signaalwoorden
Kortom ... 
Dus ... 
Alles samenvattend ...
Met andere woorden ... 

Slide 20 - Diapositive

Overschrijven bij tekening bloem.
Wat versta jij onder een 'goede leesbaarheid'?

Slide 21 - Carte mentale

Sturen op korte zinnen, op goed gebruik van leestekens, kopjes, witregels, etc.
Beoordelingscriteria schrijfexamen

  • Samenhang
  • Afstemming op doel
  • Afstemming op het publiek
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica
  • Leesbaarheid  

Slide 22 - Diapositive

Samenhang
Je brengt op eenvoudige wijze samenhang aan in jouw tekst. Dit doe je door middel van een eenvoudige opbouw en veelvoorkomende voeg- en verwijswoorden (zoals want, maar, omdat, die, dat, jouw). Je mag nog enkele fouten met deze woordsoorten maken.
Afstemming op doel
Je werkt de opdrachten adequaat uit, zodat je het schrijfdoel bereikt.
Afstemming op het publiek
Je past je woordgebruik en toon aan je publiek aan.  
Woordenschat en woordgebruik
Je hebt een redelijk goede woordenschat. Dit laat je zien door te variëren in woordgebruik. Je gebruikt veelvoorkomende voorzetsels (zoals voor, achter, boven, door) vrijwel altijd correct.
Spelling, interpunctie en grammatica
Je hebt een redelijke beheersing van de spelling, interpunctie en grammatica. Dit laat je zien door meestal correcte zinconstructies toe te passen. Je werkwoordsvormen zijn over het algemeen correct. Je verbuigt overige woordsoorten (zoals groot/grote) meestal correct. Je beheerst spelling en interpunctie redelijk. Je gebruikt de meest gangbare leestekens correct.
Leesbaarheid
Je gebruikt, indien nodig, een titel en tekstkopjes. 
Dubbelcheck: op school! 
  • Meenemen --> ID-kaart!!!
Papieren woordenboek, pen/potlood
  • Duur
60 minuten
  • Aantal opdrachten
2 opdrachten op computer

GEEN GEBRUIK VAN ANDERE WEBSITES, dan direct een 1.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heb je nog tips die je zelf gebruikt en die handig zijn voor anderen?

Slide 24 - Question ouverte

Zelf als tip: 
- controleer altijd of je per ongeluk 'jullie' hebt gebruikt ---> gebruik altijd u
Stappenplan
  1. Lees
  2. Aantekeningen: wat moet je doen? Afvinken! 
  3. Tijd: per opdracht 30 minuten. 
  4. Einde: 1 of 2x doorlezen.

Titel bij artikel. Korte zinnen. Leestekens juist. Witregels (maar: 1 zin is nog geen alinea). Tussenkopjes.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aftekenen taaldossier?
Feedback nodig? Mail mij even. 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vooruitblik
Volgende week schrijfexamen! 
Zie uitnodiging.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions