Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Lezen
timer
30:00
Slide 1 - Diapositive
Emoties
Slide 2 - Diapositive
Emoties
Welke emoties zien wij?
Bang
Boos
Blij
Verliefd
Verdrietig
Onzeker
Slide 3 - Diapositive
Emoties uitbeelden
Slide 4 - Diapositive
Uitbeelden en raden
Er liggen briefjes op de grond. Je loopt rond. De juf zegt stop. Je pakt een briefje en beeld deze emotie uit. Daarna raad je de emotie die uitgebeeld wordt.
Slide 5 - Diapositive
Weer rustig worden(na hevige emoties)
Slide 6 - Diapositive
Vertellen over emoties
Slide 7 - Diapositive
Nieuwsbegrip de Afrikaanse olifant
Slide 8 - Diapositive
Waar gaat de tekst over?
Slide 9 - Carte mentale
1. Lees de in leiding van de tekst . Wat is het goede nieuws ?
A
De olifant leeft nog.
B
Het gaat beter met de olifant.
C
Het gaat beter met de olifant in Afrika.
D
De olifant in Afrika voelt zich goed.
Slide 10 - Quiz
2. Lee s h e t stuk je Steeds m inder . Hoe komt het dat he t niet goed ging met de olifant? Noem twee redenen.
Slide 11 - Question ouverte
Lees het stuk je Tellen. Waarom zijn onderzoekers blij?
A
Ze doen iets goed.
B
Ze mogen onderzoeken hoe het met het diersoort gaat.
C
Ze zijn eindelijk een keer in Afrika.
D
Er zijn meer olifanten.
Slide 12 - Quiz
Lees het stukje Het gaat beter. Hoe komt het dat het beter gaat met de olifanten in Afrika ? Noem twee dingen .
Slide 13 - Question ouverte
Lee s het stukje Niet iedereen blij. Wanneer is iedereen wel blij?
A
De boeren zijn niet blij. Zij willen geen olifanten.
B
Als de olifanten hun eigen weg lopen.
C
Als de boeren ook blij zijn en olifanten niet meer door planten lopen.
D
Als de boeren blij zijn en de olifanten er niet meer zijn.
Slide 14 - Quiz
Lee s regel 6 e n 7. Daar staat : Het aantal olifant en werd steeds kleiner . Wat betekent het aantal?
A
hoe iets eruit ziet
B
hoe ver iets is
C
hoeveel het er zijn
Slide 15 - Quiz
. Lees regel 11 en 12. Daar staat : Ook werd het leef gebied van olifanten kleine r . Wat betekent het leefgebied?
A
Slide 16 - Quiz
Wat betekent het woord continent? Er zijn 2 antwoorden goed.
A
Een van de vijf Grote werelddelen van de aarde
B
Een groot landmassa omgeven door water
C
Een klein eiland in de oceaan
D
Een gebied met veel bergen en heuvels
Slide 17 - Quiz
Hoeveel continenten zijn er op aarde?
A
8
B
5
C
6
D
7
Slide 18 - Quiz
Welke van de volgende is geen continent?
A
Azië
B
Afrika
C
Australië
D
Groenland
Slide 19 - Quiz
Welk continent is het grootste?
A
Afrika
B
Noord-Amerika
C
Azië
D
Zuid-Amerika
Slide 20 - Quiz
Welke 2 begrippen passen bij dit plaatje?
Slide 21 - Question ouverte
Wat betekent 'lokaal' in 'lokale boeren'?
A
In de buurt of regio.
B
In een specifieke winkel.
C
In het buitenland.
D
In de stad.
Slide 22 - Quiz
Wat betekent het als je iemand probeert te vermijden?
Slide 23 - Question ouverte
Wat zijn gewassen?
A
Dieren die in het wild leven.
B
Vruchten die aan bomen groeien.
C
Planten die worden geteeld voor voedsel of grondstoffen.
D
Bomen die in het bos staan.
Slide 24 - Quiz
Wat betekent het woord populatie?
A
Een groep individuen van dezelfde soort.
B
Een grote stad met veel inwoners.
C
Een verzameling van boeken.
D
Een politieke beweging.
Slide 25 - Quiz
Waarom worden gewassen geteeld?
A
Om de temperatuur te reguleren.
B
Om de grond schoon te houden.
C
Om voedsel te produceren voor mensen en dieren.
D
Om de lucht te zuiveren.
Slide 26 - Quiz
Continent
Stroperij
populatie
ivoor
Werelddeel. Groot stuk land omringd door water
Het afschieten van wilde dieren voor geld
Een groep individuen van dezelfde soort
de slagtanden van een olifant zijn van dit materiaal
Slide 27 - Question de remorquage
Stellingen
Je hebt een mening.
Je vindt iets ergens van.
Bijvoorbeeld: Roken moet verboden worden.
Slide 28 - Diapositive
Waarom?
Roken moet verboden worden, WANT het is slecht voor je gezondheid.
Roken moet verboden worden, WANT anderen hebben er last van.
Slide 29 - Diapositive
Roken moet verboden worden.
Slide 30 - Sondage
Alle vluchtelingen moeten meteen kunnen werken in Nederland.
Slide 31 - Sondage
Vluchtelingen moeten bij aankomst in Nederland, een Nederlands paspoort krijgen.