Toetsbespreking V6 ges T1 2020

Toetsbespreking T1
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerHBOStudiejaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Toetsbespreking T1
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.

Slide 1 - Diapositive

toelichting op het nakijken
een V betekent dat er iets ontbreekt

ja en..., want...., dus.., er is geen afdoende toelichting gegeven

een punt met een golfje erachter wil zeggen dat het een twijfel antwoord is dat op het examen fout gerekend zal worden

Alleen de punten in een kringetje voor de opgave moet je optellen!

Slide 2 - Diapositive

vraag 1          max. 2p
1. grotten leefomgeving TV 1
2. Griekse stadsstaat TV 2
3. kruisvaardersburcht TV 4
4. Romeinse keizer TV 2 II
5. babylon TV1 II
6. eerste arabisceh heerser over Spanje TV 3
1,5,2,4,6,3

Slide 3 - Diapositive

VRAAG 2 deel 1        max.  1p
Het debat gaat over natuurverschijnselen en of deze te verklaren zijn vanuit de goden of vanuit de natuurwetenschappen

Slide 4 - Diapositive

vraag 2 deel 2              max. 2p
Epicurus kiest binnen dit debat de kant van de  wetenschap dit komt omdat hij in de bron het niet eens is met het aan één bepaalde oorzaak toeschrijven (zie eerste zin), met één oorzaak wordt bedoeld dat het van de goden komt. Hier is hij het niet mee eens.


Slide 5 - Diapositive

vraag 3 deel 1        max 1 p
KA: het ontstaan van het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse Stadsstaat

Slide 6 - Diapositive

vraag 3 deel 2    max 2 p
Discussies (zoals in de bron) ontstonden doordat er in de Griekse stadstaten vooral door filosofen op een andere manier werd gekeken naar bepaalde verschijnselen. Ze gingen er niet meer altijd vanuit dat alles gebeurde door de goden, zoals voorheen gedacht werd.

beter is nog om toe te voegen: de bron past hierbij want ook Epicurus zoekt naar verklaringen

Slide 7 - Diapositive

vraag 4  deel 1     max 1 p
de vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid'

Slide 8 - Diapositive

vraag 4 deel 2     max 1p
Na het vallen van het West-Romeinse Rijk gingen ze in West-Europa weer terug naar een zelfvoorzienende agrarische cultuur (...) De horigen moesten alles doen wat de adel en de geestelijkheid tegen hen zeiden en konden dus ook met de grond aangeboden worden

Slide 9 - Diapositive

vraag 5          max 3 p
2 mogelijkheden:
Leonardo da Vinci hechte veel waarde aan eigen ontdekking en daardoor het vergaren van nieuwe kennis. Dit was een nieuwe gedachte in de renaissance. Het KA is het veranderende mens- en wereldbeeld in de renaissance en een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. Het veranderende mens en wereldbeeld was
dat mensen vanuit eigen ervaring gingen denken.

of
De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid. Tijdens de renaissance is dit kenmerkend omdat tijdens de renaissance er sprake is van een wedergeboorte van de grieks-romeinse cultuur. Da Vinci laat zien dat hij blij is met diegene wie de boeken gemaakt heeft en die kennis nagelaten heeft voor anderen. Hij laat zien geïnteresseerd te zijn in grieks romeinse cultuur wat dus bij de renaissance hoort.

Slide 10 - Diapositive

Vraag 6      max 1p
KA: 'het begin van staatsvorming en centralisatie'

Slide 11 - Diapositive

vraag 6 deel 2     max 2p
Hij is aan het centraliseren omdat de raad van financiën het beleid uitvoerde wat er voor zorgde dat er meer eenheid ontstond binnen de heffing van de belastingen. Het is kenmerk van centraliseren om eenzelfde hoeveelheid belasting te heffen over 1 gebied wat dus bij centralisatie past en dit kenmerkend aspect.

Slide 12 - Diapositive

vraag 7       max 3 p
I. past bij de protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in W-E tot gevolg had. Door de vrede van Augsburg mochten vorsten hun eigen religie bepalen. Ze zaten niet langer meer vast aan het katholieke geloof. Er was dus sprake van een splitsing in de christelijke kerk

2. De Nederlanders mochten nu niet meer naar Portugese havens en moesten nu zelf op zoek naar koloniale gebieden. Dit past bij het begin van de Europese overzeese expansie

3. Het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat. Door het conflict (...) tekenden de overige gewesten het plakkaat van Verlatinge waardoor ze Filips niet meer zagen als hun vorst waardoor ze niet meer onder zijn gebied vielen. Waardoor toen Isabelle de macht kreeg alleen de macht had over de Zuidelijke Nedelrlanden

Slide 13 - Diapositive

vraag 8 Max 4p
- ‘in gehoorzaamheid en in waarachtige dienst van zijne Koninklijke Majesteit’ In deze zin geeft Willem aan in gehoorzaamheid van de koning de Spanjaarden te willen verjagen. Het is dus niet gericht op Filips (..)

- De inval is gericht tegen de Spanjaarden die maar blijven komen om Willen van Oranje en nederland weer te onderdrukken

- De afwjikende opvatting van het calvinisme was dat je een vorst mocht afzetten als die het volk onderdrukte

- Hij trekt niet feller van leer over de bloedplakkaten en de inquisitie omdat hij zoveel mogelijk aanhangers wil die in opstand komen

Slide 14 - Diapositive

vraag 9  deel 1     max 2p
Unie van Utrecht is een soort bondgenootschap van een aantal calvinistische gewesten uit de Noordelijke Nederlanden. De Unie kan gezien worden als een overwinning van de calvinisten omdat ze hiermee een stabiele fundatie hadden van gewesten die calvinistisch waren en elkaar zouden bijstaan(..) dit is iets positiefs voor de calvinisten

Slide 15 - Diapositive

vraag 9 deel 2   max 2p
Aan de andere kant is de Unie van Utrecht een nederlaag voor de calvinisten, omdat ze bij de Unie van Atrecht al de zuidelijke nederlanden verloren (...) Het is dus niet gelukt om het calvinisme verder te verspreiden of verandering door te voeren.

Slide 16 - Diapositive

vraag 10     max 2p
1. erkenning engeland frankrijk 1596
2. 12 jarig bestand 1609
3. unie van Utrecht 1579
4. Johan v O. veroordeelt 1619 (in 12 jarig bestand)
5. moord W vO 1584
6. oprichting VOC 1602
3,5,1,6,2,4

Slide 17 - Diapositive

vraag 11 deel 1    max 2p
In het jaar 1578 vond de Alteratie van Amsterdam plaats, het stadsbestuur van de stad werd afgezet waardoor het aan de kant van de opstand stond. Dat zie je ook in de bron terug doordat de vlag van Amsterdam (...) op het hek staat afgebeeld als de "bevrijde steden"

Slide 18 - Diapositive

vraag 11 deel 2     max 2 p
Hij wil laten zien dat de leeuw in het midden afgescheiden houdt van de Spaanse zwijnen, zo wil hij laten zien dat de Hollandse steden samenwerken om zo de spanjaarden te verslaan. Ook wil hij laten zien dat de Zeeuwse steden ook de andere steden helpen en zo ervoor te zorgen dat de spanjaarden verdreven worden uit nederland.

Slide 19 - Diapositive

vraag 12  deel 1  max 2p
In de bron is te lezen dat hij geluk...autoriteit heeft. Uit deze zin blijkt dat Lodewijk XVI zegt dat zijn opvolger dat het volk zijn geluk moet kunnen nastreven maar hierbij wel de autoriteit moet behouden. Alles voor het volk maar niets door het volk. Hierbij is een vorm van het verlicht absolutisme. Er werd geregeerd vanuit de belangen van het volk maar niet door het volk

Slide 20 - Diapositive

vraag 12 deel 2   max 2p
In 1792 kwam de tweede fase van de Revolutie, het Terreur. Hierbij hadden de Jacobijnen de macht die voor veel ellende zorgden. Hierbij is het dus naïef om te denken dat het absolutisme  blijft bestaan omdat deze groep van terreur niet zomaar de macht ging teruggeven en het absolutisme ging terugbrengen.

Slide 21 - Diapositive

vraag 13          max 2p
Dit kan gezien worden als kritiek op het droit divin omdat hij de situatie beschrijft als een situatie waarin de koning op het matje geroepen wordt. (...) Het wijkt af van de gedacht dat de koning aangesteld was door god om op de wereld te heersen

Slide 22 - Diapositive

vraag 13 deel 2   max 2p
Dit kan ook gezien worden als kritiek op het ancien regime omdat Voltaire in de tekst de verschillen in Engeland ten opzichte van Frankrijk prijst en bijvoorbeeld zegt dat iedereen belasting moet betalen ook de adel en de geestelijkheid wat in het ancien regime niet gebeurde.

Slide 23 - Diapositive

vraag 14                2p
1. In 1792 werd de Republiek ingevoerd, dit werd door de radicalen gezien als een belangrijk keerpunt

2. Napoleon ging terug naar de originele jaartelling om daarmee te laten zien dat de revolutie voorbij was.

Slide 24 - Diapositive

vraag 15     deel 1            max 2p
De belgen waren katholiek, Koning Willem I protestants

De belgen spraken Frans en de koning Nederlands

Slide 25 - Diapositive

vraag 15 deel 2   max 2p
De franse revolutionair zorgt ervoor dat er een soort domino effect ontstaat. Hij blaast tegen de domino's aan (...) Deze opstand is de opstand vaan 1830 tegen de Nederlanders, Hij wile er voor zorgen dat de Belgen ook in opstand komen en zo onafhankelijk worden.

Slide 26 - Diapositive

vraag 16          max 2p
Voorstanders: Luther had ervoor gezorgd dat mensen zelf de bijbel moesten gaan lezen. Veel mensen leerden daardoor goed de Duitse taal. Taal is onderdeel van culturele eenheid. Dus Luther heeft bijgedragen aan de culturele eenheid en (verdiend) daarom het borstbeeld

Slide 27 - Diapositive