Koude Oorlog deel 2

De koude oorlog
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De koude oorlog

Slide 1 - Diapositive

Hoe zat het ook alweer?
  • Amerika vs. Sovjet-Unie
  • Kapitalisme vs. Communisme  
  • vrijheid vs. gelijkheid
  • democratie vs. dictatuur 
  • Privebezit vs. alles van de staat

Slide 2 - Diapositive

Wat betekent de 'Koude Oorlog'
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen wordt
C
Een oorlog waarin geen directe confrontatie is

Slide 3 - Quiz

Wanneer begon de koude oorlog
A
1939
B
1955
C
1944
D
1945

Slide 4 - Quiz

Slide 5 - Vidéo

Revolutie in Rusland (1)
  • Veel onrust in Rusland:
  1. Veel gebieden verloren na verlies WOI
  2. Soldaten slecht bewapend
  3. Veel honger

  • Tsaar had geen oplossing, volk was ontevreden --> leidde tot opstand in 1917

  • 1917 opstand van communisten tegen Russische keizer
    onder leiding van Lenin  

Slide 6 - Diapositive

Revolutie in Rusland (2)
  • Tsaar wordt afgezet, communisten komen aan de macht

  • Blijft onrustig  --> burgeroorlog gewonnen in 1922 door communisten

  • Resultaat:


  1. Rusland wordt communistisch
  2. Heet voortaan Sovjet-Unie

Slide 7 - Diapositive

Angst voor het communisme
  • Kapitalistische landen bang voor communisme

  1. Willen de hele wereld communistisch maken


  • Aantrekkelijk voor arbeiders vanwege gelijkheid


  • Ondanks angst toch samenwerking tussen SU en Westen want:
  1. Verslaan van Hitler
  2. Maar wantrouwen blijft

Slide 8 - Diapositive

Communisme
Kapitalisme
Bezit
Lonen
Doel
Land
Verenigde Staten
Iedereen verdient evenveel
Goed bestaan voor iedereen
Ondernemer verdient meer dan arbeider
Sovjet Unie
Fabrieken zijn eigendom van de staat
Fabrieken zijn eigendom van ondernemers
Zo veel mogelijk winst maken

Slide 9 - Question de remorquage

de Russische kerk
de Russische Tsaar
Lenin
kapitalist

Slide 10 - Question de remorquage

Is de tekening gemaakt door een aanhanger van Lenin of tegenstander van de communisten? Waaraan kan je dat zien?

Slide 11 - Question ouverte

Antwoord 
Door een aanhanger van Lenin. 
Dit zie je aan: 
1. Lenin wordt groter afgebeeld dan de andere figuren; 
2. de andere figuren worden als verschrikte dikzakken afgebeeld; 


 

Slide 12 - Diapositive

Welke zinnen geven een reden waarom het kapitalistische westen de Sovjet-Unie niet vertrouwden? Speel dit naar het plaatje van de Communisten. 
De Russische communisten lieten tijdens de Eerste Wereldoorlog hun bondgenoten Groot-Brittannië en Frankrijk in de steek en sloten vrede met Duitsland.
Groot-Brittannië en Frankrijk lieten Hitler zes jaar lang zijn gang gaan.
Stalin sloot een verdrag met Hitler om Polen onderling te verdelen.
Westerse landen vochten mee in de Russische burgeroorlog om de communisten ten val te brengen.

De communisten namen na de Russische Revolutie de bezittingen van buitenlanders in beslag.

Slide 13 - Question de remorquage

Oefening
Sleep de juiste woorden naar de juiste plek in het schema

Slide 14 - Diapositive

gelijkheid
vrijemarkteconomie
democratie
Sovjet-Unie
communisme
meerdere partijen
loon gelijk
groot verschil arm en rijk
productie middelen van de staat

Slide 15 - Question de remorquage

Een fabrieksarbeider met acht kinderen. Deze arbeider kiest voor het communisme / kapitalisme
Communisme
Kapitalisme

Slide 16 - Sondage

Een arbeider die een slim huishoudelijk apparaat heeft uitgevonden. Deze arbeider kiest voor het communisme / kapitalisme
Communisme
Kapitalisme

Slide 17 - Sondage

Een arbeider die per dag twee keer zoveel stenen kan verwerken als zijn collega’s. Deze arbeider kiest voor het communisme / kapitalisme
Communisme
Kapitalisme

Slide 18 - Sondage

Een arbeider met een hartafwijking die maar vier uur per dag kan werken. Deze arbeider kiest voor het communisme / kapitalisme
Communisme
Kapitalisme

Slide 19 - Sondage

Einde van de les. Zijn er nog vragen?

Slide 20 - Question ouverte