2.4 Blessures
1 / 29
La durée de la leçon est: 20 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 2 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 3 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 4 - Diapositive
Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Wie heeft een goede lichaamshouding?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 5 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Waar zitten de kraakbeenschijven?
A
tussen de ruggenwervels
B
in gewrichten
C
tussen borstbeen en ribben
D
Aan uiteinden van botten
Slide 6 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat wordt gedragen door de wervelkolom?
A
De romp
B
De schedel
C
De borst
D
Het bekken
Slide 7 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat voor soort gewricht
is dit?
is dit?
A
kogelgewricht
B
rolgewricht
C
scharniergewricht
Slide 8 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat voor beenverbinding is de knie?
A
Kraakbeenverbinding
B
Vergroeid
C
Gewricht
D
Naden (naadverbinding)
Slide 9 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar
D
Een moeilijk woord
Slide 10 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 11 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 12 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 13 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 14 - Vidéo
Blessures
Slide 15 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 16 - Vidéo
Botbreuk
Slide 17 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 18 - Vidéo
Kniegewricht
Slide 19 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 20 - Vidéo
Wat is spierpijn
Slide 21 - Vidéo
Wat is spierkramp
Slide 22 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 23 - Diapositive
Wisselmoment: vragen?
Slide 24 - Diapositive
Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Wat is een verzwikking/ verstuiking?
A
Een beschadiging door een stomp of val.
B
Een beschadiging van het gewrichtskapsel en de kapselbanden.
C
Een bloedvat dat onder de huid is stukgegaan.
D
Een ontsteking van de aanhechtingsplaatsen van spieren
Slide 25 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is er gescheurd bij een voetbalknie?
A
De knieschijf
B
De knieband
C
De meniscus
D
Er is niks gescheurd bij een voetbalknie
Slide 26 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Dit is een botbreuk
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Door vermoeidheid kan er spierkramp ontstaan. Wat gebeurt er dan met de spier?
A
De spier is te warm
B
Spier trekt plotseling samen
C
Er is niet genoeg zuurstof
D
De spiervezels zijn verschoven
Slide 28 - Quiz
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 29 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
