thema 8 les 2

Wat is het lidwoord in de zin?
De dikke bakker bakt.
1 / 15
suivant
Slide 1: Question ouverte
TaalBasisschoolGroep 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs.

Éléments de cette leçon

Wat is het lidwoord in de zin?
De dikke bakker bakt.

Slide 1 - Question ouverte

Wat is het werkwoord?
De dikke bakker bakt in de bakkerij.

Slide 2 - Question ouverte

Wat zijn de zelfstandig naamwoorden.
De dikke bakker bakt in de bakkerij.

Slide 3 - Question ouverte

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
De dikke bakker bakt in de bakkerij.

Slide 4 - Question ouverte

De dikke bakker bakt in de bakkerij.
waar?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is het voorzetsel in de zin.
De dikke bakker bakt in de bakkerij.

Slide 6 - Question ouverte

Het jarige meisje kijkt nu boos.
wat is het lidwoord?

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het zelfstandig naamwoord?
Het jarige meisje kijkt nu boos.

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Het jarige meisje kijkt nu boos.

Slide 9 - Question ouverte

wat is het werkwoord?
Het jarige meisje kijkt nu boos.

Slide 10 - Question ouverte

Het jarige meisje kijkt nu boos.
Hoe kijkt het meisje?

Slide 11 - Question ouverte

Het jarige meisje kijkt nu boos.
wanneer?

Slide 12 - Question ouverte

waar zie je stuiteren?
A
B

Slide 13 - Quiz

Wat is gestreept?
A
B
C

Slide 14 - Quiz

Welk woord is met het lidwoord het?
A
trui
B
kasteel
C
auto
D
tijger

Slide 15 - Quiz