B2 Bestuiving

Neem je boek blz. 232 en laptop voor
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Neem je boek blz. 232 en laptop voor

Slide 1 - Diapositive

Stappen onderzoek doen
De onderzoeksvraag: wat ga je onderzoeken?
Hypothese: wat denk je?
Het werkplan: wat ga je doen en wat heb je nodig?
De uitvoering: je voert je werkplan uit.
De resultaten: wat neem je waar?
De conclusie: welke conclusie trek je?

Slide 2 - Diapositive

Onderzoek hooikoorts blz. 233
Lees opdracht 3 Hooikoorts in je boek op blz. 232-233
- Onderzoeksvraag: Wordt hooikoorts veroorzaakt door insecten-, windbloemen of beide?
- Hypothese: kies 1 van de 3 uit en beargumenteer je verwachting
- Benodigdheden: tabel in je boek en internet
- Voer het werkplan uit 
- Noteer de resultaten in de tabel
- Noteer je conclusie

Slide 3 - Diapositive

Verwerking van de stof
Maken: onderzoek hooikoorts: opdr. 3 op blz. 232/233
Gebruik de theorie uit je boek! 

Eerste 5 minuten iedereen stil en blz. 232 voor
Daarna eventueel fluisteren

Klaar? Werk aan de samenvattingsopdracht of maak test jezelf


Slide 4 - Diapositive

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 5 - Question de remorquage

Terugblik: de bouw van een bloem
Mannelijk geslachtsorgaan 
Vrouwelijk geslachtsorgaan 

Slide 6 - Diapositive

Hoe heet een mannelijk voortplantingsorgaan van een bloem?
A
Helmdraad
B
Meeldraad
C
Stamper
D
Zaadbeginsel

Slide 7 - Quiz

Waar bevinden zich de mannelijke geslachtscellen?
A
In de helmhokjes van de helmknoppen
B
In de helmdraden
C
In de stempel van de stamper
D
In de zaadbeginsels van het vruchtbeginsel

Slide 8 - Quiz

Meeldraad
  • Mannelijk
    voortplantingsorgaan
  • Stuifmeel / pollen

Slide 9 - Diapositive

Hoe heet een vrouwelijk voortplantingsorgaan van een bloem?
A
Meeldraad
B
Vruchtbeginsel
C
Stamper
D
Zaadbeginsel

Slide 10 - Quiz

Waar bevinden zich de vrouwelijke geslachtscellen?
A
In de helmhokjes van de helmknoppen
B
In de helmdraden
C
In de stempel van de stamper
D
In de zaadbeginsels van het vruchtbeginsel

Slide 11 - Quiz

Stamper
  • Vrouwelijk
    voortplantingsorgaan

Slide 12 - Diapositive

Thema 6 Voortplanting bij planten

B1 Bloemen
B2 Bestuiving
B3 Bevruchting
B4 Vruchten en zaden
B5 Ongeslachtelijke voortplanting
B6 Geslachtelijke voortplanting

Slide 13 - Diapositive

Leerdoelen basisstof 2 Bestuiving
  1. Je kunt beschrijven wat bestuiving is.
  2. Je kunt het verschil benoemen tussen kruisbestuiving en zelfbestuiving.
  3. Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen.

Slide 14 - Diapositive

Stuifmeel
Stuifmeel wordt in de helmhokjes gemaakt. Het bestaat uit mannelijke cellen die verspreid worden door insecten of de wind. 

Slide 15 - Diapositive

Insectenbloem
  • Felle kleur kroonbladeren
  • Sterke geur door nectar

Deze eigenschappen lokken insecten

  • Stuifmeelkorrels zijn ruw en kleverig
Hierdoor blijven de stuifmeelkorrels aan de insecten hangen

Slide 16 - Diapositive

Nectar
Veel bloemen bevatten nectar. Dit is een zoet sap wat vogels en insecten aantrekt. 

Bijen verzamelen nectar om honing van te maken. 

Slide 17 - Diapositive

Windbloem
  • Kleine onopvallende kroonbladeren
  • Geen geur



  • Stuifmeelkorrels licht en glad

Hierdoor kunnen de stuifmeelkorrels makkelijk door de wind meegenomen worden

Slide 18 - Diapositive

Als je even een boom vol stuifmeel schud... 

Slide 19 - Diapositive

Windbloemen
Insecten
bloemen

Slide 20 - Question de remorquage

Een bloem heeft nectar, dit is een...
A
Insectenbloem
B
Windbloem

Slide 21 - Quiz

Waarvan maakt een bij honing?
A
Stuifmeel
B
Nectar

Slide 22 - Quiz

Een spin die in een klaproos zit en daar onder het plakkerige stuifmeel is komen te zitten. 

Slide 23 - Diapositive

Honingbij
Bij het verzamelen blijft het plakkerige stuifmeel aan de vele haren op het lichaam van de bij plakken. Met hun pootjes kammen ze zorgvuldig alle korreltjes, totdat er een klompje wordt gevormd. 

Klik op het pijltje. 
Kijk
De bij veegt het klompje stuifmeelkorrels met haar poten naar achteren. Het klompje past precies in een pollenkorfje aan hun achterpoten. Nu is het klaar om naar de korf te worden gebracht. 

Slide 24 - Diapositive

Waarom maakt een bloem nectar?

Een bloem heeft zelf niets aan nectar. Toch maakt het nectar om bijen aan te trekken. Bijen maken er dan honing van. 

Bloemen hebben namelijk wel iets aan bijen. Als de bij de stuifmeelkorrels meeneemt, dan laat hij ze vaak ook bij andere bloemen achter. 

Slide 25 - Diapositive

Een insect komt met zijn lijf eerst tegen de meeldraad van de ene bloem, en dan tegen de stempel van de andere bloem. 

Slide 26 - Diapositive

Bestuiving


De stuifmeelkorrel komt op de stempel van een plant van dezelfde soort.

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Slide 29 - Vidéo

Wat is bestuiving?
A
Stuifmeelkorrels komen op de stempel van dezelfde soort
B
Stuifmeelkorrels komen op de stempel van een andere soort

Slide 30 - Quiz

bestuiving
als er stuifmeel op de stempel van de stijl komt van een bloem van dezelfde plant

Slide 31 - Diapositive

Bestuiving?
Het gaat er wel om dat het stuifmeel van een plant op dezelfde soort plant terecht komt. 

Een brandnetel kan een roos niet bestuiven. 

Slide 32 - Diapositive

Zelf bestuiving
Bestuiving
Geen bestuiving

Slide 33 - Question de remorquage

Nummer 1 is wel bestuiving, bloem Q is dezelfde bloem als bloem P. 
1

Slide 34 - Diapositive

Nummer 2 is wel bestuiving, bloem Q is dezelfde bloem als bloem Q. Ook al is het dezelfde plant, dit noem je zelfbestuiving
2

Slide 35 - Diapositive

Nummer 3 is wel bestuiving, bloem Q is dezelfde bloem als bloem Q. Ook al is het een andere bloem aan dezelfde plant, dit noem je zelfbestuiving
3

Slide 36 - Diapositive

Nummer 4 is wel bestuiving, bloem R is dezelfde bloem als bloem Q. 
4

Slide 37 - Diapositive

Nummer 5 is geen bestuiving, er moet stuifmeel van de meeldraad op de stempel komen, niet andersom. 
5

Slide 38 - Diapositive

Nummer 6 is geen bestuiving, er moet stuifmeel van de meeldraad op de stempel komen. Dit is van meeldraad op meeldraad.
6

Slide 39 - Diapositive

Nummer 7 is geen bestuiving, er moet stuifmeel van de meeldraad op de stempel van dezelfde soort bloem komen. Dit is een andere soort.
7

Slide 40 - Diapositive

Nummer 8 is wel bestuiving.  Ook al is het dezelfde plant, dit noem je zelfbestuiving
8

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Vidéo

Stappen onderzoek doen
De onderzoeksvraag: wat ga je onderzoeken?
Hypothese: wat denk je?
Het werkplan: wat ga je doen en wat heb je nodig?
De uitvoering: je voert je werkplan uit.
De resultaten: wat neem je waar?
De conclusie: welke conclusie trek je?

Slide 43 - Diapositive

Onderzoek hooikoorts blz. 233
Lees opdracht 3 Hooikoorts in je boek op blz. 232-233
- Onderzoeksvraag: Wordt hooikoorts veroorzaakt door insecten-, windbloemen of beide?
- Hypothese: kies 1 van de 3 uit en beargumenteer je verwachting
- Benodigdheden: tabel in je boek en internet
- Voer het werkplan uit 
- Noteer de resultaten in de tabel
- Noteer je conclusie

Slide 44 - Diapositive

Verwerking van de stof
Maken: onderzoek hooikoorts: opdr. 3 op blz. 232/233
Gebruik de theorie uit je boek! 

Eerste 5 minuten iedereen stil en blz. 232 voor
Daarna eventueel fluisteren

Klaar? Maak de huiswerkopdrachten van 6.2.


Slide 45 - Diapositive

Verwerking van de stof
Maken: opdrachten 1 t/m 10 van 6.2
Gebruik de theorie uit je boek! 

Eerste 5 minuten iedereen stil en blz. 175 voor
Daarna eventueel fluisteren

Klaar? Werk aan de samenvattingsopdracht


Slide 46 - Diapositive