Verleden tijd van werkwoorden

Werkwoorden
Een werkwoord kan in de tegenwoordige tijd staan.
Dat is de tijd van nu. Is nu aan de gang. Gebeurt nu! 

Een werkwoord kan ook in de verleden tijd staan.
Dat is afgerond, is klaar, is gebeurd. 
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
Taal / spellingBasisschoolGroep 5,6

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Werkwoorden
Een werkwoord kan in de tegenwoordige tijd staan.
Dat is de tijd van nu. Is nu aan de gang. Gebeurt nu! 

Een werkwoord kan ook in de verleden tijd staan.
Dat is afgerond, is klaar, is gebeurd. 

Slide 1 - Diapositive

Verleden tijd
Bij de verleden tijd heb je 2 soorten:
Zwakke en sterke werkwoorden. 

Zwakke werkwoorden: stam + te of de
ik stop, ik stopte
ik steun, ik steunde

Slide 2 - Diapositive

Verleden tijd
Bij de verleden tijd heb je 2 soorten:
Zwakke en sterke werkwoorden. 

Sterke werkwoorden: veranderen van klank.
ik drink, ik dronk
ik schrik, ik schrok

Slide 3 - Diapositive

t.t. of v.t.?
Ik schrok mij een hoedje
A
tegenwoordige tijd (t.t.)
B
verleden tijd (v.t.)

Slide 4 - Quiz

t.t. of v.t.?
Die meiden gaan helemaal uit hun dak.
A
tegenwoordige tijd (t.t.)
B
verleden tijd (v.t.)

Slide 5 - Quiz

t.t. of v.t.?
Zij steken hun kop in het zand.
A
tegenwoordige tijd (t.t.)
B
verleden tijd (v.t.)

Slide 6 - Quiz

t.t. of v.t.?
Eefje sprong een gat in de lucht.
A
tegenwoordige tijd (t.t.)
B
verleden tijd (v.t.)

Slide 7 - Quiz

t.t. of v.t.?
Ik krijg de baard in de keel.
A
tegenwoordige tijd (t.t.)
B
verleden tijd (v.t.)

Slide 8 - Quiz

t.t. of v.t.?
Papa sliep er een nachtje over.
A
tegenwoordige tijd (t.t.)
B
verleden tijd (v.t.)

Slide 9 - Quiz

De verleden tijd van 'ik schrijf'

Slide 10 - Question ouverte

De verleden tijd van 'ik kies'

Slide 11 - Question ouverte

De verleden tijd van 'ik vang'

Slide 12 - Question ouverte

De verleden tijd van 'ik begin'

Slide 13 - Question ouverte

De verleden tijd van 'ik vertrek'

Slide 14 - Question ouverte

De verleden tijd van 'ik roep'

Slide 15 - Question ouverte

De verleden tijd van 'ik vier'

Slide 16 - Question ouverte

De verleden tijd van 'ik maak'

Slide 17 - Question ouverte

De verleden tijd van 'ik zorg'

Slide 18 - Question ouverte

De verleden tijd van 'ik beloof'

Slide 19 - Question ouverte