Het Zenuwstelsel

Het Zenuwstelsel
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
VerzorgendeMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Het Zenuwstelsel

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Reflex
Onwillekeurige actie op een prikkel

Bijvoorbeeld: niezen, knipperen, pupilvernauwing bij fel licht, hand wegtrekken bij iets warms, schoppen bij aantikken kniepees

Slide 3 - Diapositive

Hersenvliezen & hersenvocht
Drie hersenvliezen:
Harde hersenvlies
Spinnenwebvlies
Zachte hersenvlies

Hersenvocht: 
in en om de hersenen
Beschermt hersenen en ruggenmerg
Transport voedingsstoffen en afvalstoffen


Slide 4 - Diapositive

Indeling  zenuwstelsel
Anatomische indeling

Centraal zenuwstelsel: Hersenen & ruggenmerg

 Perifere zenuwstelsel: Hersenzenuwen & ruggemergzenuwen

Slide 5 - Diapositive

Perifeer zenuwstelsel
Fysiologische  (functionele) Indeling:
Animaal (willekeurig):
Sensorisch (aanvoerend)
Motorisch (afvoerend)

Autonoom (onwillekeurig):
Sympathisch (actie)
Parasympathisch (rust en herstel)

Slide 6 - Diapositive

Centrale zenuwstelsel

Slide 7 - Diapositive

Grote hersenen (Cerebellum)
Linker- en rechter hersenhelft: links bestuurt rechter lichaamshelft en omgekeerd

O.a. vrijwillige beweging, denken, intelligentie

Slide 8 - Diapositive

Functie zenuwstelsel
Het verwerken van impulsen die afkomstig zijn van zintuigen. In zintuigcellen ontstaan impulsen onder invloed van prikkels

Regelen van de werking van spieren en klieren

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Hersenstam (Truncus Ceribri)
Verbindt hersenen met ruggenmerg
Hersenstam bestaat uit:

  • Verlengde merg: afstemmen autonome functies (ademhaling, hartslag, bloeddruk)
  • Pons: o.a. ademhalingspatroon regelen
  • Middenhersenen: coördineren en controleren spierbewegingen

Slide 11 - Diapositive

Kleine hersenen (cerebellum)
Windingen en groeven → groot oppervlak
  
Buitenkant: grijze stof
Binnenkant: witte stof
Coördineren houding, beweging en motorische vaardigheden

Slide 12 - Diapositive

Ruggenmerg
Schakel tussen hersenen en spieren/organen (lichaam)

  • Hoofd en hals direct met hersenen verbonden.
  • Romp en ledematen zijn met ruggenmerg verbonden.
  • Impulsen gaan via ruggenmerg naar de hersenen.

Slide 13 - Diapositive

Functie CZS
Hersen krijgen informatie vanuit
sensorische zenuwen van buiten (zintuigen) 
 en van binnenuit het lichaam over bloeddruk, temperatuur.

Informatie komt binnen via sensorische cel,  gaat via ruggenmerg naar de hersenen . 

Slide 14 - Diapositive

Functie Perifere Zenuwstelsel
Vervoerders van 'prikkels' van zintuigen naar het CZS en van het CZS naar de spieren en organen.
1. motoriek
2. aanraken
3. evenwicht
4.visueel
5.geluid

Slide 15 - Diapositive

Motorische zintuigen
Van hersenen via motorische cel naar ruggenmerg en motorische output. Zij gaan naar doel orgaan.

Dit kan willekeurig: iets wat we bewust aansturen, bv hand opsteken.
Onwillekeurig: Geen bewuste invloed, bv hartslag is nu 80pm

Slide 16 - Diapositive

Wat nemen we waar?
We nemen Prikkels waar.

Externe prikkels:
Veranderingen in je omgeving (buiten je lichaam)

Interne prikkels: Veranderingen in je lichaam

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Autonome zenuwstelsel
Sympatisch (fight or flight)
ACTIE
Gaspendaal

Parasympatisch (rest and digest)
RUST
Rempendaal

Slide 20 - Diapositive

Waarnemen

Met behulp van je zintuigen verzamel je informatie

Slide 21 - Diapositive

Wat is een impuls?
Je hersenen moeten de informatie van buiten (of binnen) het lichaam wel begrijpen. Daarom zetten je zintuigen de informatie om in een elektrisch signaal:

Een Impuls

Slide 22 - Diapositive

Drempelwaarde
Waarom merk je sommige veranderingen niet?

Drempelwaarde: De minimale hoeveelheid die je nodig hebt van een prikkel, om het een impuls te laten worden. 

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Vidéo

Het zenuwstelsel bestaat uit
A
centraal zenuwstelsel, perifeer zenuwstelsel en lichaamszenuwen
B
centraal zenuwstelsel en perifeer zenuwstelsel
C
centraal zenuwstelsel en lichaamzenuwen
D
perifeer zenuwstelsel en lichaamszenuwen

Slide 25 - Quiz

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel

Slide 26 - Quiz

Sleep de kenmerken naar het juiste zenuwstelsel
Heb je niet alles goed? Druk op reset.

Sympatisch zenuwstelsel
Parasympatisch zenuwstelsel
Stimulatie van de hartactiviteit en ademhaling
Opslag reservevoedsel
Bloedvatverwijding in spijsverteringsorgaan
Afgifte adrenaline
Minder energieverbruik
Toename zweetproductie

Slide 27 - Question de remorquage

Dendriet
Cellichaam
Kern

Slide 28 - Question de remorquage

Een ........ is een orgaan dat reageert op bepaalde invloeden uit de omgeving
Een bepaalde invloed uit de omgeving noemen we een ........
Zintuigcellen zetten prikkels om in ......
Zintuig
prikkel
impulsen

Slide 29 - Question de remorquage

Wat is de taak van de zenuwen
A
impulsen aanmaken
B
impulsen doorgeven aan de hersenen
C
ze verbinden het CZS met de rest van lichaam
D
ze produceren bepaalde stoffen

Slide 30 - Quiz

Brainfog
wat is het?
hoe te verbeteren?

Slide 31 - Diapositive

kruiswoordpuzzel maken
https://puzzel.org/nl/features/kruiswoordpuzzel-maken
https://www.woordzoekers.org/kruiswoordpuzzel-maken/

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Aan het einde van de les

Kun je de werking van het zenuwstelsel beschrijven
Kun je de onderdelen van het zenuwstelsel benoemen

Slide 34 - Diapositive