Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Present continuous
Chapter 4
Slide 1 - Diapositive
Leerdoel
Ik kan de present continuous toepassen in een Engelse zin.
Slide 2 - Diapositive
Present continuous
De present continuous is de tegenwoordige tijd. Je gebruikt deze werkwoordstijd om aan te geven dat: - iets nu aan de gang is. - iemand iets nu aan het doen is.
Deze werkwoordstijd is anders dan de present simple uit leerjaar 1.
Slide 3 - Diapositive
Present continuous
Hoe vorm je de present continuous?
- begin met een vorm van to be: am / are / is.
- het tweede werkwoord krijgt + ing
Soms wijzigt het werkwoord als je +ing toevoegt.
Slide 4 - Diapositive
+ ing
Soms wijzigt het werkwoord als je + ing toevoegt:
- eindigt het werkwoord op een -e ? zoals create / bake? Dan haal je de -e weg en zet je +ing hiervoor in de plaats.
creating / baking
Slide 5 - Diapositive
+ ing
Heeft het werkwoord één lettergreep, een korte klinker en eindigt het op een medeklinker?
Dan verdubbel je de medeklinker als je er +ing achter zet.
chat > chatting.
Slide 6 - Diapositive
Verklikwoorden
Om erachter te komen of je de present continuous moet gebruiken, kun je kijken of je verklikwoorden ziet staan.
now, right now, at the moment.
nu, nu, op het moment.
Deze woorden geven aan dat iets nu gebeurt.
Slide 7 - Diapositive
Vul in: I ____(to read) a book now.
Slide 8 - Question ouverte
She ____(to listen) to the teacher.
Slide 9 - Question ouverte
Ik kan de present continuous toepassen in een Engelse zin.
A
Yes
B
Not yet
Slide 10 - Quiz
Exit ticket: We ____(create) a painting in class.
Slide 11 - Question ouverte
Oefenen
Deze uitleg heb je nodig voor exercises 55 + 56A op page 42.