Ingekort ww-spelling tt, vt, vd en nieuw td
Ik kan persoonsvorm tt en vt en voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord HERKENNEN in zinnen.
1 / 12
La durée de la leçon est: 45 minÉléments de cette leçon
Ik kan persoonsvorm tt en vt en voltooid deelwoord en bijvoeglijk naamwoord HERKENNEN in zinnen.
Slide 1 - Sondage
Ik kan alle werkwoordsvormen GOED SPELLEN in zinnen.
Slide 2 - Sondage
Stappen/Regels pv tt?
Slide 3 - Question ouverte
WERKWOORDSPELLING
Sinds kort [ ........................ ] Peter 3 dagen per week.
Per abuis [ ........................ ] ik de relevante bestanden.
Die mop [ ........................ ] hij met zijn vrienden.
In juli en augustus [ ........................ ] we wekelijks!
Doordat de onoplettende jongen [ ...................... ] op
de fiets, is hij tegen een lantaarnpaal [ ...................... ].
schuifde
schoof
zwem
verwijder
deelde
fietste
apte
zwemt
verwijdert
deeldde
fietsten
appte
gecrashd
gecrasht
Slide 4 - Question de remorquage
Werkwoordsvorm = ?
Ik heb een schat GEVONDEN.
Ik heb een schat GEVONDEN.
A
persoonsvorm tegenwoordige tijd
B
persoonsvorm verleden tijd
C
voltooid deelwoord
Slide 5 - Quiz
Werkwoordsvorm = ?
Dat je dat niet SNAPT!
Dat je dat niet SNAPT!
A
persoonsvorm tegenwoordige tijd
B
persoonsvorm verleden tijd
C
voltooid deelwoord
Slide 6 - Quiz
Werkwoordsvorm = ?
Ik heb me in een snoepje verslikt.
Ik heb me in een snoepje verslikt.
A
persoonsvorm tegenwoordige tijd
B
persoonsvorm verleden tijd
C
voltooid deelwoord
Slide 7 - Quiz
Werkwoordsvorm = ?
Marcel verslikt zich wekelijks.
Marcel verslikt zich wekelijks.
A
persoonsvorm tegenwoordige tijd
B
persoonsvorm verleden tijd
C
voltooid deelwoord
Slide 8 - Quiz
Werkwoordsvorm = ?
Marcel won de marathon.
Marcel won de marathon.
A
persoonsvorm tegenwoordige tijd
B
persoonsvorm verleden tijd
C
voltooid deelwoord
