Les 1 - P3 - NED lj1 N3 N4

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Spreekvaardigheid 

periode 3

Nederlands

Examens:

- lezen/luisteren

- schrijven

- gesprekken voeren

- spreken

Nederlands

Periode 3: samenwerking FRO - NL

FRO -> eigen bedrijf 'bouwen' in systeem Tommy

NL -> bedrijfspresentatie (spreken), baliegesprek / boeking maken in Tommy (gesprekken voeren)

Als ik aan een eigen bedrijf denk in de toerismewereld dan denk ik aan

Een hotel

Een vakantiepark

Waar denk je aan bij de woorden 'visie' en 'missie' van een bedrijf?

Aan de slag 

1. Zoek van 3 bedrijven de visie en missie op. 

2. Kopieer en plak deze in een Word-bestand (en sla dit bestand op!)

3. Schrijf ten minste 3 punten op die je mee wil nemen in jouw eigen bedrijf.

4. Schrijf jouw visie en missie van jouw bedrijf.

Licht toe voor de klas.

Maak een worddocument aan: NED - periode 3

Wat is het verschil tussen spreken en gesprekken voeren?

Wat is het nut van goed kunnen presenteren in jouw werkveld/toekomst?

Presentatievormen 

Powerpointpresentatie 

Pitch 

Video 

...

Elevator pitch 

Je staat in je eentje in een lift, totdat je boven bent. De lift stopt en er stapt iemand bij je in. Je zegt gedag en kijkt weer vrolijk voor je uit. Maar dan realiseer je je ineens: dit is niet zomaar iemand, dit is dé directeur van jouw droombedrijf. O nee, je móét nu (nu!) een onuitwisbare indruk achter zien te laten.

 

Je hebt nog maar een halve minuut voordat jullie boven zijn. Voor die tijd wil je hem of haar verteld hebben wie je bent, wat je doet en waar je in uitblinkt. Al deze dingen bereid je alvast voor in een elevator pitch, die je in één keer op kunt dreunen als je hem nodig bent. Daardoor komt de directeur snel te weten wat jij te bieden hebt en ben jij misschien wel dé oplossing voor zijn of haar probleem.

Wanneer kan jou de vraag gesteld worden 'Stel jezelf eens voor' of 'Leg je idee/product eens uit'?

Tips/tops

Gesprekken voeren

periode 3 

Als jij voor jouw bedrijf sollicitatiegesprekken gaat voeren, waar let jij dan het meeste op?

Communicatie 

Verbale communicatie:
Communiceren waarbij je woorden gebruikt.

Non-verbale communicatie:

Communiceren zonder woorden, maar door lichaamstaal. 

Welke houding komt
goed over?

1. Mevrouw 1
2. Mevrouw 2
3. Mevrouw 3
4. Mevrouw 4

In gesprek met een docent of medestudent haal ik altijd even mijn oortjes uit mijn oor.

Ja natuurlijk!

Nee, waarom?

Aan welke non-verbale communicatie in de les kun jij laten actief luistert?

Kun je met deze kleding naar school vind je?

Ja, waarom niet?

Nee, zo train je de F-jes op woensdag.

En hiermee?

Ja, want bij mij staat dat superleuk.

Nee, dit draag ik ook niet naar mijn werk.

Conclusie

Non verbale communicatie zegt 

 meer dan 1000 woorden!