2.2 Geslachtelijke voortplanting

Herhaling... 
2.1     Ongeslachtelijke voortplanting
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Herhaling... 
2.1     Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 1 - Diapositive

Wat is GEEN functie van mitose?
A
Reparatie
B
Groei
C
Voortplanting
D
Celstrekking

Slide 2 - Quiz

Op welk moment in de celcyclus vindt plasmagroei plaats.
A
Voorafgaande aan de kerndeling
B
Na de kerndeling maar voor de celdeling
C
Na de celdeling

Slide 3 - Quiz

Wat is mitose ?
A
Celdeling voor nieuwe lichaamscellen
B
Mitose komt alleen voor bij dieren
C
Mitose is een verbrandingsproces
D
Celdeling voor geslachtscellen

Slide 4 - Quiz

In welke fase van de celcyclus wordt het DNA gekopieerd?
timer
0:15
A
Tijdens de G1-fase.
B
Tijdens de S-fase.
C
Tijdens de G2-fase.
D
Tijdens de M-fase (mitose).

Slide 5 - Quiz

Wat is een chromatide?
A
een chromosoom die gekopieerd is maar nog vast zit aan z'n kopie
B
dat is een chromosoom die buiten de kern zit
C
dat is DNA dat is gekopieerd
D
dat is een chromosoom die naar de polen in een cel worden getrokken

Slide 6 - Quiz

wat is de juiste volgorde?
A
mitose - celdeling - celstrekking - plasmagroei
B
celdeling - mitose - celstrekking - plasmagroei
C
mitose - celdeling - plasmagroei - celstrekking
D
celdeling - mitose - plasmagroei - celstrekking

Slide 7 - Quiz

Hoeveel chromosomen zijn er zichtbaar?
Hoeveel chromatiden zie je?
A
1 chromosoom, 1 chromatide
B
1 chromosoom, 2 chromatiden
C
2 chromosomen, 1 chromatide
D
2 chromosomen, 2 chromatiden

Slide 8 - Quiz

Bij klonen spreek je van...
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 9 - Quiz

Wat is ongeslachtelijke voortplanting?
A
Voortplanting door seks
B
Voortplanting zonder seks
C
Voortplanting zonder geslachtscellen
D
Voortplanting met geslachtscellen

Slide 10 - Quiz

Fasen van de mitose zijn in willekeurige volgorde: metafase, profase, telofase en anafase.
Bij welk(e) van deze fasen bestaan de chromosomen uit één chromatide?
A
Telofase
B
Profase
C
Anafase
D
Metafase

Slide 11 - Quiz

Wat zijn homologe chromosomen?
A
2 overeenkomstige chromosomen in een celkern
B
Een chromosomenpaar waarbij 1 van de moeder is en 1 van de vader
C
chromosomen die in het evenaarsvlak liggen
D
chromosomen die bestaan uit 1 DNA streng

Slide 12 - Quiz

Wat is de juiste volgorde bij de celcyclus?
A
spiraliseren- kopiëren- kerndeling- celdeling
B
celdeling- spiraliseren- kerndeling- kopiëren
C
kopiëren- spiraliseren- kerndeling- celdeling
D
kopiëren- kerndeling- spiraliseren- celdeling

Slide 13 - Quiz


Van een kloon kan men in het algemeen zeggen dat:
A
de fenotypen en genotypen onderling gelijk zijn
B
de fenotypen onderling altijd gelijk zijn.
C
de genotypen onderling gelijk zijn, maar de fenotypen kunnen verschillen
D
de fenotypen onderling gelijk zijn, maar de genotypen onderling verschillen

Slide 14 - Quiz

H2. Voortplanting
2.2    Geslachtelijke voortplanting

Slide 15 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen hoe door meiose geslachtscellen ontstaan en de bevruchting verloopt.
  2. Je kunt de delen en werking van het voortplantingsstelsel van de mens beschrijven.
  3. Je kunt beschrijven hoe de geslachtelijke voortplanting bij bloemplanten plaatsvindt.

Slide 16 - Diapositive

Celfusie
Geslachtelijke voortplanting wordt gekenmerkt door het versmelten van twee (geslachts)cellen en diens genetische informatie uit de kern.

De nieuwe cel bevat dus een dubbel aantal chromosomen.

Slide 17 - Diapositive

Geslachtscellen (gameten) !!
Somatische (lichaams)cellen 

Slide 18 - Diapositive

De reductiedeling: Meiose

Slide 19 - Diapositive

Bevruchting
Bij de bevruchting fuseren twee gameten. De gameten bevatten de helft van de genetische informatie (n).
Dit levert een bevruchte cel op met een normale hoeveelheid genetische informatie (2n)

Slide 20 - Diapositive

haploid/diploid
haploïd
diploïd
afk.
n
2n
chromo-somen
enkel
in paren
cel
zaad/ei
lichaam
deling
meiose
mitose
mens
23
46

Slide 21 - Diapositive

Meiose
De meiose, ook wel reductiedeling is het proces waarbij haploïde gameten ontstaan. 

Meiose I: 2n -> 2x n
Meiose II: 2x n -> 4x n

Slide 22 - Diapositive

0

Slide 23 - Vidéo

Spermatogenese

Slide 24 - Diapositive

Oögenese
De poollichaampjes bevatten een geringe hoeveelheid cytoplasma en groeien niet uit tot een volwaardige eicel. De poollichaampjes degenereren uiteindelijk.

Slide 25 - Diapositive

Voortplantingsstelsel van de man (1)
1. Zwellichaam: stroomt vol met bloed bij seksuele opwinding met een erectie als gevolg.
2. Urinebuis: afvoeren van urine.
3. Eikel: bevat veel zenuwuiteinden en is daardoor erg gevoelig.
4. Voorhuid: bedekt de eikel en beschermt deze tegen frictie en vuil.
5. Urineblaas: opslag van urine

Slide 26 - Diapositive

Voortplantingsstelsel van de man (2)
6. Zaadblaasjes: geeft vocht af aan de zaadcellen.
7. Prostaat: voegt vocht toe aan zaadcellen. (vocht + zaadcellen is sperma) 
8. Zaadleiders: vervoeren zaadcellen.
9. Bijbal: opslag van zaadcellen.
10. Teelbal (testes): produceert zaadcellen.
11. Balzak: de temperatuur ligt lager dan in de buikholte. Dit is gunstig voor de zaadcellen.

Slide 27 - Diapositive

Voortplantingsstelsel vrouw (uitwendig)

Slide 28 - Diapositive

Voortplantingsstelsel vrouw (inwendig)

Slide 29 - Diapositive

bevruchting
Bevruchting
Bevruchting = het versmelten van de kernen van de zaadcel en eicel

Slide 30 - Diapositive

Geslachtelijke voortplanting

Slide 31 - Diapositive

De bevruchting vindt plaats in de eileiders, na de ovulatie (eisprong).

Na de bevruchting:
  • Delen
  • Naar baarmoeder
  • Innesteling

Slide 32 - Diapositive

Voortplanting plant
Eicel en stuifmeelkorrel zijn beide haploïd (n).
Samen krijg je weer een diploïde cel (2n).
Zaden die hieruit ontstaan zijn genetisch dus niet gelijk aan de ''ouders''.

Slide 33 - Diapositive

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen hoe door meiose geslachtscellen ontstaan en de bevruchting verloopt.
  2. Je kunt de delen en werking van het voortplantingsstelsel van de mens beschrijven.
  3. (HAVO) Je kunt beschrijven hoe de geslachtelijke voortplanting bij bloemplanten plaatsvindt.

Slide 34 - Diapositive

Aan de slag
Lezen
2.2 Geslachtelijke voortplanting

Maken:
Opdracht 12 t/m 17

Slide 35 - Diapositive