Spelling - blok 3 - les 1 - pv, werkwoordsvormen, vdw als bnw

Welke spelfout zie je? 

Wat moet de goede spelling zijn?
werkwoordspelling
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welke spelfout zie je? 

Wat moet de goede spelling zijn?
werkwoordspelling

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kunnen 
Je weet welke drie werkwoordsvormen er zijn.

Je weet uit wat de volgende begrippen betekenen:
persoonsvorm - tijdsproef - hele werkwoord - voltooid deelwoord - bijvoeglijk naamwoord - werkwoordvormen

 
Je kunt werkwoorden in verschillende vormen spellen:
  • pv tt
  • pv vt
  • hele ww
  • vdw
  • vdw als bnw



Weten 
3

Slide 2 - Diapositive

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Blok 3 - Spelling
Werkwoordspelling
Je weet hoe je werkwoorden in verschillende vormen spelt.
Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord


  • Telefoon in telefoonhotel
  • Ga zitten
  • Leg je boek/schrift/etui op tafel
  • Wacht in stilte tot de les gaat beginnen

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

tegen
Werkwoordspelleing
3

Slide 4 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

tegen
Oefening: Spel de persoonsvorm in onderstaande zinnen.
  1. De chauffeur  (vervoeren) de vrolijke reizigers vorig jaar in ongeveer 24 uur naar Spanje.
  2. Omdat het alarm afging, (begeleiden) de gids ons naar de uitgang van het museum.
  3. De prullenbak (verspreiden) echt een ondraaglijke lucht en moet nodig geleegd worden.
Lees de zin goed om te bepalen in welke tijd je de persoonsvorm moet spellen.

Slide 5 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Spelling pv en vdw
Staan er meer werkwoorden in één zin?
  1. Gebruik de tijdproef om te bepalen wat de persoonsvorm is.
  2. De werkwoorden die niet veranderen als je de tijdproef doet zijn het voltooid deelwoord of het hele werkwoord.
3
Voorbeeld
  • De balonnen, die we hadden opgehangen, zagen er feestelijk uit.
  • De balonnen, die we hebben opgehangen, zien er feestelijk uit.

Slide 6 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

tegen
Oefening:  Spel de werkwoorden in onderstaande zinnen op de goede manier. 
Zet achter elk werkwoord: pv tt, pv vt of vdw.

  1. De drukke zakenman (hebben) zijn dochtertje altijd (verwennen) met cadeautjes.
  2. Vorig jaar (zijn) in Australië door de aanhoudende hitte een groot stuk bos (afbranden).

Slide 7 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Je kunt een voltooid deelwoord ook als bijvoeglijk naamwoord gebruiken.



3
Voorbeeld - afbranden
Het bos is afgebrand.
Het afgebrande bos.

Slide 8 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Onthouden:

Een voltooid deelwoord dat als bijvoeglijk naamwoord wordt gebruikt, schrijf je altijd zo kort mogelijk, behalve als het voltooid deelwoord op -en eindigt.
3

Slide 9 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord
Je kunt een voltooid deelwoord ook als bijvoeglijk naamwoord gebruiken:


3
ww
vdw
vdw als bnw
Kopen
Ik heb een boek gekocht.
het gekochte boek
Verjagen
De kat is verjaagd.
De verjaagde kat.
Verzetten
De afspraak is verzet.
De verzette afspraak.
Kneden
Het deeg is gekneed.
Het geknede deeg.
Verlaten
De stad is verlaten.
De verlaten stad.

Slide 10 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Zelfstandig werken 
Lees
theorie 3.6, 3.7, 3.8 (blz. 124 t/m 127)
Maak
opdracht 1 + 2 (werkwoordsvormen + spelling)
opdracht 3 + 4 (vdw als bnw)
Hoe
In je schrift
Hulpmiddel
Schema werkwoordspelling pv tt en pv vt
Tijd
25 minuten (1e 15 minuten in stilte)
Eerder klaar?
Verder werken aan Blok 2 - Fictie - opdracht 9 (blz. 71)
Resultaat
Klassikaal bespreken opdrachten.
 3
timer
25:00

Slide 11 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Je kunt werkwoorden in verschillende vormen spellen:
- pv tt
- pv vt
- hele ww
- vdw
- vdw als bnw
Lesdoel gehaald?
 3

Slide 12 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Huiswerk

Slide 13 - Diapositive

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.