Hoofdstuk 4 Gedrag, paragraaf 4.2

Welkom allemaal!
Hoofdstuk 4. Gedrag
Paragraaf 4.2. Leren
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Welkom allemaal!
Hoofdstuk 4. Gedrag
Paragraaf 4.2. Leren

Slide 1 - Diapositive

Wat is een ethogram?
A
Een grafiek met gedrag van dieren
B
Een tabel met handelingen
C
Een schema van goed of slecht gedrag

Slide 2 - Quiz

Om het gedrag van een dier sneller op te schrijven geven we ze een..
A
Nummertje
B
Afkorting

Slide 3 - Quiz

Een hond heeft honger, hij krijgt zijn voerbak gevuld met brokken. Wat is de voerbak voor de hond?
A
Een makkelijk hapje
B
Een waarneming
C
Een prikkel
D
Een reactie om te gaan eten

Slide 4 - Quiz

De voerbak met brokken is een prikkel van buiten het lichaam, daarom wordt dit één.... genoemd
A
inwendige prikkel
B
uitwendige prikkel

Slide 5 - Quiz

Een prikkel dat altijd voor gedrag zorgt noemen wij een ......
A
Noodzakelijke prikkel
B
Sleutelprikkel
C
Reactie prikkel
D
Overlevingsprikkel

Slide 6 - Quiz

Wat is leren?

Slide 7 - Carte mentale

Waar gaan we het in hoofdstuk 4 over hebben?
  • 4.1 - Prikkels en gedrag
  • 4.2 - Leren
  • 4.3 - Lichaamstaal
  • 4.4 - Samen leven
  • 4.5 - De dierenopvang

Slide 8 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  • Hoe leren dieren en mensen?
  • Hoe train je dieren?
  • Moet je alles leren?
  • Kunnen jonge dieren beter leren?

Slide 9 - Diapositive

Hoe leren dieren en mensen?
  • Jonge dieren en kinderen spelen heel erg veel. Ze leren door het gedrag van hun ouders na te bootsen, dit noemen we imiteren.
  • Op de afbeelding hiernaast kan je zien dat alle jonge welpjes hun moeder na doen, hierdoor leren ze water te drinken uit een poel.

Slide 10 - Diapositive

Hoe leren dieren en mensen?
  • Jonge welpjes leren door te imiteren om te jagen. 
  • De eerste paar keren dat hij op jacht gaat stapt hij misschien op een takje waardoor zijn prooi vlucht.
  • Elke keer dat hij probeert komt hij een stukje dichter bij zijn prooi totdat hij hem uiteindelijk grijpt.
  • Door het herhalen gaat het jagen steeds beter, dit noemen we leren door te oefenen.

Slide 11 - Diapositive

Jij hebt ook veel geoefend! 
  • Mensen leren ook door te imiteren en te oefenen, zo leerde jij vroeger schrijven op de basisschool.
  • Fietsen doe je nu zonder erbij na te denken.
  • Echter moest je vroeger veel oefenen om het stuur goed vast te houden, te blijven staan of om optijd te remmen.
  • Mensen kunnen ook iets leren zonder dat ze het gezien of gehoord hebben, dit noemen we inzicht.

Slide 12 - Diapositive

Hoe train je dieren?
  • Als een wolf in de natuur honger heeft gaat hij opzoek naar voedsel, als hij een prooi ziet probeert hij die te vangen. Honger is een inwendige prikkel en de prooi een uitwendige prikkel.
  • Deze twee prikkels gebruik je ook als je een hond wilt trainen.  Je gaat de hond trainen als hij zin heeft in eten. Als hij een commando goed opvolgt krijgt hij een brokje, dit brokje is voor de hond een beloning.
  • De hond krijgt geen brokjes als hij niet gehoorzaamd, dit noem je straf.
  • In het opvoeden van dieren maak je veel gebruik van belonen en straffen, vaak werkt belonen beter dan het straffen van een dier. 

Slide 13 - Diapositive

Moet je alles leren?
  • Gedrag dat je vanaf de geboorte al hebt noem je aangeboren gedrag.
  • Pasgeboren dieren zoals biggen hebben het aangeboren gedrag om hun bekje open te doen bij het zien, ruiken of voelen van een tepel. De tepel is de sleutelprikkel.
  • Wanneer na een prikkel gelijk dezelfde reactie volgt noemen wij dit een reflex.
  • Het zuigen van de jonge biggetjes noemen we daarom een zuigreflex.

Slide 14 - Diapositive

Moet je alles leren?
  • De zuigreflex verdwijnt wanneer een biggetje opgroeit. 
  • Sommige reflexen heb je voor het leven, bijvoorbeeld wanneer je jouw hand in het vuur steekt en je deze meteen wegrukt. 
  • Dieren hebben ook beschermende reflexen. Als je naar een hond een snelle beweging maakt, dan maakt hij zich klein door in elkaar te duiken en zijn staart tussen zijn poten te hangen.

Slide 15 - Diapositive

De omkeerreflex bij katten

Slide 16 - Diapositive

Kunnen jonge dieren beter leren?
  • Als een jonge gans uit het ei komt, volgt hij gelijk de moedergans. 
  • Het kuiken kan dit alleen in de allereerste dagen van zijn leven leren, dan is hij hier gevoelig voor. 
  • Het leren in een korte gevoelige periode heet inprenting.

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk voor volgende keer
  • Maken van alle opdrachten voor paragraaf 4.2
  • Bestuderen paragraaf 4.2

Slide 18 - Diapositive