Gedrag H4.2: leren

Gedrag
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Gedrag

Slide 1 - Diapositive


Wat is gedrag?

Gedrag is alle waarneembare handelingen van een mens of dier.

Gedrag is een reactie op prikkels: veranderingen in de omgeving waarop een dier of mens reageert
 

Slide 2 - Diapositive

Gedrag bestuderen
Om iets te weten te komen over mens en dier.

Kleine stukjes gedrag > handeling

Slide 3 - Diapositive

Bij het BEGROETEN van zijn baas kun je de volgende handelingen zien:  
  1. De hond spitst zijn oren in de richting van het geluid
  2. Hij kwispelt met zijn staart
  3. Hij rent naar zijn baasje toe
  4. Hij springt tegen zijn baasje op 

Slide 4 - Diapositive

Handelingen in gedrag
Reeks handelingen in een volgorde objectief beschrijven. Objectief beschrijven > feiten (geen meningen)
Lijst met beschrijvingen noemen we een ethogram

Slide 5 - Diapositive

Gedragsonderzoekers bestuderen gedrag vaak met behulp van een ethogram.

Slide 6 - Diapositive

Gedrag bestuderen
  • https://schooltv.nl/video/focus-op-biologie-gedrag-bestuderen/#q=gedrag%20oefenen

Slide 7 - Diapositive

Aanleren van gedrag
Leerdoelen:
  • Ik kan beschrijven op welke drie manieren je gedrag kunt leren
  • Ik kan beschrijven hoe je mensen of dieren kunt trainen 
  • Ik kan twee voorbeelden noemen van gedrag dat je niet hoeft aan te leren

Slide 8 - Diapositive

Hoe leren dieren en mensen?
  • Door leren verfijnen dieren en mensen aangeboren gedrag en ze verkrijgen nieuw gedrag.

  • Er zijn 3 verschillende manieren van leren:
1. Oefenen
2. Imiteren
3. Inzichtelijk leren

Slide 9 - Diapositive

Oefenen
  • Leren met 'vallen en opstaan'.

  • Door uitproberen leren dieren bijvoorbeeld wat wel en niet eetbaar is.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Jij hebt ook veel geoefend! 
  • Mensen leren ook door te imiteren en te oefenen, zo leerde jij vroeger schrijven op de basisschool.
  • Fietsen doe je nu zonder erbij na te denken.
  • Echter moest je vroeger veel oefenen om het stuur goed vast te houden, te blijven staan of om op tijd te remmen.

Slide 13 - Diapositive

Imitatie
Leren door te kijken naar soortgenoten of andere dieren

    Slide 14 - Diapositive

    Slide 15 - Vidéo

    Inzichtelijk leren

    • Leren door nadenken.

    • Dieren en mensen bedenken in hun hoofd hoe ze een probleem moeten oplossen.

    • De kraai hiernaast vult de vaas met stenen, zodat het water omhoog komt. Als het water hoog genoeg komt kan hij drinken.

    Slide 16 - Diapositive

    0

    Slide 17 - Vidéo

    Trainen van dieren
    Aanleren van gedrag door beloning of straf

    Slide 18 - Diapositive

    Hoe train je dieren?
    • Als een wolf in de natuur honger heeft gaat hij opzoek naar voedsel, als hij een prooi ziet probeert hij die te vangen. Honger is een inwendige prikkel en de prooi een uitwendige prikkel.
    • Deze twee prikkels gebruik je ook als je een hond wilt trainen.  Je gaat de hond trainen als hij zin heeft in eten. Als hij een commando goed opvolgt krijgt hij een brokje, dit brokje is voor de hond een beloning.
    • De hond krijgt geen brokjes als hij niet gehoorzaamt, dit noem je straf.
    • In het opvoeden van dieren maak je veel gebruik van BELONEN EN STRAFFEN, vaak werkt belonen beter dan het straffen van een dier. 

    Slide 19 - Diapositive

    0

    Slide 20 - Vidéo

    Welk gedrag hoef je niet te leren?
    • Baby's en jonge dieren kunnen meteen nadat ze geboren zijn als zuigen. Dit is aangeboren gedrag.

    • Aangeboren gedrag bestaat uit:
    1. Reflexen: zoals de zuig- en slikreflex.
    2. Erfelijk gedrag of instinctief gedrag: zoals het spergedrag bij vogels.

    Dankzij aangeboren gedrag kunnen jonge dieren meteen na de geboorte overleven.

    Slide 21 - Diapositive

    Opdrachten paragraaf 4.2
    • Maken 4, 5, 6, 8, 10, 11, 13, 15, 17, 19, 20, 21, 22, 23

    Leerdoelen:

    Ik kan beschrijven op welke drie manieren je gedrag kunt leren
    Ik kan beschrijven hoe je mensen of dieren kunt trainen 
    Ik kan twee voorbeelden noemen van gedrag dat je niet hoeft aan te leren

    Slide 22 - Diapositive

    Slide 23 - Diapositive

    Slide 24 - Diapositive

    Kunnen jonge dieren beter leren?
    • Als een jonge gans uit het ei komt, volgt hij gelijk de moedergans. 
    • Het kuiken kan dit alleen in de allereerste dagen van zijn leven leren, dan is hij hier gevoelig voor. 
    • Het leren in een korte gevoelige periode heet inprenting.

    Slide 25 - Diapositive

    Wat is een ethogram?
    A
    Een grafiek met gedrag van dieren
    B
    Een tabel met handelingen
    C
    Een schema van goed of slecht gedrag

    Slide 26 - Quiz

    Om het gedrag van een dier sneller op te schrijven geven we ze een..
    A
    Nummertje
    B
    Afkorting

    Slide 27 - Quiz

    Een hond heeft honger, hij krijgt zijn voerbak gevuld met brokken. Wat is de voerbak voor de hond?
    A
    Een makkelijk hapje
    B
    Een waarneming
    C
    Een prikkel
    D
    Een reactie om te gaan eten

    Slide 28 - Quiz

    Inprenten
    • In de eerste weken leren jonge dieren en baby's wie hun ouders zijn.

    • Baby's herkennen binnen 2 dagen de geur van hun moeder.

    • Een jonge eend dat uit zijn ei komt, leert direct de vorm en geluiden van zijn moeder herkennen.

    Slide 29 - Diapositive

    0

    Slide 30 - Vidéo

    Slide 31 - Vidéo

    Gewenning
    Na herhaling van de prikkel vertoont het dier geen gedrag meer

      Slide 32 - Diapositive