RECAP TH1 H2 Organen Cellen

Oefening Hoofdstuk 2 Cellen/Organen
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Oefening Hoofdstuk 2 Cellen/Organen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
1) Leertips biologie
2 Herhaling paragraaf 1 t/m 6
3) Opdrachttijd: Beginnen met diagnostische toets of verder leren.

Slide 2 - Diapositive

Leertips biologie
  • Hak de lesstof in stukjes (per basisstof) en leer het in meerdere dagen.
  • Lees het als eerste goed door en leer de dikgedrukte begrippen goed.
  • Herhalen en oefenen.
  • Stel (op tijd) vragen: dit mag natuurlijk via Teams!
  • Zorg voor een rustige werkplek en neem genoeg pauzes (zonder telefoon)
  • Kijk op Teams naar de Powerpoints die gebruikt zijn en probeer ze zelf te kunnen vertellen.
  • Herhalen en oefenen!
  • Bekijk uitlegfilmpjes over de stof die online staan als je het niet begrijpt.
  • Gebruik de samenvatting + begrippenlijst van het online boek!
  • HERHALEN EN OEFENEN! 

Slide 3 - Diapositive

Basisstof 1:
Organen van dieren

1) Je kunt organen benoemen in een torso en in een dwarsdoorsnede van de romp.​
2) Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen en dieren.​




Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Basisstof 2:
Organen van planten

1) Je kunt de bouw en functie van wortels, stengels en bladeren beschrijven.
2)Je kunt orgaanstelsels van planten noemen met hun functie.




Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Basisstof 3:
Cellen
1) Je weet dat een organisme bestaat uit cellen.
2) Je kunt de delen van dierlijke cellen benoemen met hun kenmerken en functies.
3) Je kunt de delen van plantaardige cellen benoemen met hun kenmerken en functies.





Slide 8 - Diapositive

Dierlijke cel
(Geen celwand/vacuole/bladgroenkorrels)
Plantaardige cel
(Wel celwand/vacuole/bladgroenkorrels)

Slide 9 - Diapositive

Basisstof 4:
De celkern


1) Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen.
2)Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.

Slide 10 - Diapositive

Van groot naar klein:
Cel - Celkern - Chromosoom - DNA.
Let op: A-T altijd een koppel en C-G altijd een koppel.
Plantaardige cel
(Wel celwand/vacuole/bladgroenkorrels)

Slide 11 - Diapositive

Basisstof 5:
Celdeling


1) Je kunt beschrijven hoe een cel zich deelt. 2) Je kunt de kenmerken van stamcellen noemen.

Slide 12 - Diapositive

Stamcellen afhankelijk van waar de stamcel is:
- Alleen stamcellen in je beenmerg kunnen alle cellen maken.
- Stamcellen in je spieren, bijvoorbeeld, kunnen alleen spiercellen maken.
Plantaardige cel
(Wel celwand/vacuole/bladgroenkorrels)

Slide 13 - Diapositive

Basisstof 6:
Weefsels

  • Je kunt weefsels van mensen en planten noemen met hun functie.

Belangrijke woorden: Weefsel, Tussencelstof, Opperhuid, Huidmondjes, Cambium, Jaarring

Slide 14 - Diapositive

Stamcellen afhankelijk van waar de stamcel is:
- Alleen stamcellen in je beenmerg kunnen alle cellen maken.
- Stamcellen in je spieren, bijvoorbeeld, kunnen alleen spiercellen maken.
Plantaardige cel
(Wel celwand/vacuole/bladgroenkorrels)

Slide 15 - Diapositive