1HV - H2 - Spelling - Werkwoorden vt zwak

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Werkwoordspelling

Doelen:

- Ik weet wat zwakke

werkwoorden zijn

- Ik kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden correct spellen

Persoonsvorm verleden tijd: 

zwakke werkwoorden

Een werkwoord geeft aan wat iets of iemand doet of overkomt. 

Je kunt ze veranderen van vorm. Dat heet vervoegen.

    > teken, tekent, tekenen, tekende, tekenden, getekend

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank.

    > lachen > lachten, fietsen > fietsten, verhuizen > verhuisden

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd wel van klank.

    > zwemmen > zwommen, lopen > liepen, denken > dachten

Welke werkwoorden zijn sterk?

1. rekenen, vertellen, kuchen
2. spelen, surfen, gamen
3. krijgen, drinken, brengen
4. lunchen, blozen, proberen

Welke werkwoorden zijn zwak?

1. kiezen, gaan, zitten
2. rennen, trainen, gillen
3. worden, zijn, hebben
4. kunnen, springen, vinden

Persoonsvorm verleden tijd: 

zwakke werkwoorden

Enkelvoud: ik-vorm tt + de of te

Meervoud: ik-vorm tt + den of ten

Ik teken > ik tekende, wij tekenden

Ik maak > ik maakte, wij maakten

Ik sprint > ik sprintte, wij sprintten

Let op! Alleen -dd- of -tt- als er al een -d- of -t- in het hele werkwoord zit!

Twijfel je over -de(n) of -te(n)?

Gebruik een ezelsbruggetje!

 't sexy fokschaap

of 't ex-kofschip

't sexy fokschaap of 't ex-fokschip

Bepaal wat de stam van het werkwoord is: haal -en eraf

Staat de laatste letter in 't sexy fokschaap? Dan ik-vorm+te(n)

Staat de laatste letter níet in 't sexy fokschaap? Dan ik-vorm+de(n)

't sexy fokschaap of 't ex-kofschip

- Hele werkwoord > stam > ik-vorm+de(n)/te(n)

- Verhuizen > verhuiz > ik verhuisde

- Surfen > surf > hij surfte

- Verven > verv > wij verfden

Vincent (feliciteren) Marieke met haar verjaardag.

1. feliciteerde
2. feliciteerden
3. feliciteerdde
4. feliciteerdden

Het (misten) gisteren bijna de hele dag.

1. miste
2. misten
3. mistte
4. mistten

De wond (bloeden) niet zo erg.

1. bloede
2. bloeden
3. bloedde
4. bloedden

De kok (proeven) de soep voor hij hem serveerde.

1. proefde
2. proefden
3. proefte
4. proeften

Enzo en Julia (mixen) alle ingrediënten tot een luchtig beslag

1. mixde
2. mixden
3. mixte
4. mixten

Lorenzo (wachten) wel een half uur op Tobias.

1. wachte
2. wachten
3. wachtte
4. wachtten

(bestellen) Richard en Lucas ook koffie en appeltaart voor mij?

1. bestelde
2. bestelden
3. besteldde
4. besteldden

Ik weet wat zwakke werkwoorden zijn.

😒🙁😐🙂😃

Ik kan de verleden tijd van zwakke werkwoorden correct spellen.

😒🙁😐🙂😃