Basisstof 1 Biologie is overal

1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LessonUp klascode
Biologie voor Jou klascode
Aantekeningen? Alleen de gele tekst, maak het op papier
Huiswerk?
Tempo?
Examentoetsen?
Berichten sturen?
Leren? Youtube en  www.biologiepagina.nl

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik boek
Samenvatting  blz 89 incl binas vermelding
Context blz 70
Examenopgaven blz 94
Soort opdrachten

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inleiding

Slide 5 - Diapositive

Wat leeft ?

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Natuurwetenschappen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik boek
Samenvatting incl Binas vermelding
SE bv blz 11
Context blz 15
Examenopgaven blz 82

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stofwisseling
= alle chemische reacties in een organisme
= een levenskenmerk

Enzymen versnellen deze processen, dit heet katalyseren.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

LEVENSLOOP

Ontstaan
Groei en ontwikkeling
Voortplanting
Dood gaan


(INDIVIDU)

LEVENSCYCLUS

Ontstaan
Groei en ontwikkeling
Voortplanting

Nieuwe generatie ontstaat
etc.
(SOORT)

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Organisatieniveaus 
  1. moleculen (DNA)
  2. cel; het kleinste onderdeel van een organisme dat alle genetische informatie van dat organisme bevat
  3. weefsel;  een groep van cellen met dezelfde vorm en functie
  4. orgaan; opgebouwd uit verschillende weefsels met een of meerdere functies
  5. orgaanstelsel; organen die samenwerken voor dezelfde functie bv verteringsstelsel 
  6. organisme;  levend wezen
  7. populatie; groep organismen die in 1 gebied leeft en zich voortplant
  8. ecosysteem; gebied met bepaalde biotische en a-biotische factoren
  9. biosfeer; alle ecosystemen samen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Biologische eenheden
  1. Het leven is op te delen in verschillende niveaus; het kleinste heeft invloed op het grootste en andersom
  2. Vorm en functie; van molecuul tot systeem aarde alles heeft een specifieke opbouw en functie
  3. Emergente eigenschappen; interactie tussen biologische eenheden van verschillende niveaus zorgen voor nieuwe eigenschappen. Een beenspier (orgaan) kan niet lopen. Hier heb je je spierstel voor nodig (orgaanstelsel). Maar dat is nog niet genoeg. Door de interactie tussen je skelet, zenuwstelsel en spierstelsel kan je lopen.

 Ook wel organisatieniveaus. Niveau waarop organismen kunnen worden bestudeerd. Van heel laag niveau (atoom) tot heel hoog (biosfeer of ecosysteem

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
Maken BS1: 3, 4, 5, 7, 8 (emergente eigenschap), 10, 13, 14, 16, context 17 t/m 21

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions