Gt4 Regeling Bs2 Zenuwcellen en zenuwen

Het zenuwstelsel, 
Zenuwcellen en zenuwen
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Het zenuwstelsel, 
Zenuwcellen en zenuwen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • korte herhaling bs 1
  • Leerdoelen T5B1&2
  • Uitleg T5B1&2 ondertussen quizvragen

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt de delen en de functies van het zenuwstelsel noemen.
  • Je kunt in een afbeelding van een zenuwcel de delen benoemen.
  • Je kunt drie typen zenuwcellen noemen met hun functies en kenmerken.
  • Je kunt omschrijven wat een zenuw is en je kunt drie typen zenuwen noemen met hun kenmerken.

Slide 3 - Diapositive

Een prikkel is?
A
een elektrisch stroompje
B
Informatie uit je omgeving

Slide 4 - Quiz

Wat is hier de prikkel?
en de impuls?
Waar wordt je bewust van de prikkels
Prikkel
impuls
bewust

Slide 5 - Question de remorquage

Een soort elektrisch signaal dat door een zenuw kan worden voortgeleid:
A
impuls
B
prikkel
C
zenuw
D
hersenen

Slide 6 - Quiz

Gevoelszenuwcel
Schakelcel
Bewegingszenuwcel

Slide 7 - Question de remorquage

Een impuls is een invloed vanuit het milieu op een organisme.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

Welke onderdelen horen bij:
Centrale zenuwstelsel
Zenuwstelsel
zenuwen
Hersenen
Hersenen
ruggenmerg
Ruggenmerg

Slide 9 - Question de remorquage

Zintuigen zetten prikkels om in impulsen.
Zenuwen sturen impulsen naar de hersenen.
Je wordt je bewust van de prikkel (geluid).
Hersenen sturen impuls via zenuwen naar je spieren.
Je spieren trekken samen. Je beweegt.

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Basisstof 2. 
Zenuwcellen en zenuwen

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

1
2
3

Slide 20 - Diapositive

De bouw van een zenuwcel
Zenuwen
(bundel zenuwcellen)

Slide 21 - Diapositive

Zenuwen
Drie soorten zenuwen:
  1. Gevoelszenuw:
    alleen uitlopers van
    gevoelszenuwcellen

  2. Bewegingszenuw:
    alleen uitlopers van
    bewegingszenuwcellen

  3. Gemengde zenuw:
    uitlopers van gevoelszenuwcellen
    en bewegingszenuwcellen


Zenuwen
Zenuw = bundel met lange uitlopers van zenuwcellen.

Slide 22 - Diapositive

Het ruggenmerg 
Het ruggenmerg verbindt veel zenuwen met de hersenen.
Het ruggenmerg zit in het wervelkanaal.

Slide 23 - Diapositive

Ruggenmerg
Centraal zenuwstelsel
Hersenen en ruggenmerg
  • Wervelkolom
  • Gat in wervel (wervelkanaal)
  • Ruggenmerg doorheen
  • Zenuwen naar ruggenmerg

Slide 24 - Diapositive

vragen
VRAGEN? 

Slide 25 - Diapositive

Het zenuwstelsel verwerkt impulsen die afkomstig zijn van zintuigen.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Welke zenuwcellen geleiden impulsen van het centrale zenuwstelsel naar klieren?
A
gevoelszenuwcel (nr. 1)
B
schakelcellen (nr. 2)
C
bewegingszenuwcel. (nr. 3)

Slide 27 - Quiz

Het zenuwstelsel bestaat uit het centrale zenuwstelsel en uit zenuwen.
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

Van welke zenuwcellen liggen de cellichamen buiten het centrale zenuwstelsel?
A
gevoelszenuwcel (nr.1)
B
bewegingszenuwcel (nr. 3)
C
schakelcellen (nr. 2)

Slide 29 - Quiz

De zenuw in de carpale tunnel in de hand is een gemengde zenuw.

In welke richting geleidt deze zenuw de impulsen?
A
In beide richtingen
B
alleen naar de vingers toe.
C
alleen vanuit de vingers in de richting van de pols.

Slide 30 - Quiz

Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
gevoelszenuwcel (nr. 1)
B
schakelcellen (nr. 2)
C
bewegingszenuwcel (nr . 3)

Slide 31 - Quiz

Via welk type zenuwcellen worden de impulsen naar het ruggenmerg geleid?
A
bewegingszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcellen

Slide 32 - Quiz

De hersenstam behoort tot het centrale zenuwstelsel.
A
juist
B
onjuist

Slide 33 - Quiz

Via welk type zenuwcellen worden de impulsen van het ruggenmerg naar de hersenen geleid?
A
bewegingszenuwcel
B
gevoelszenuwcel
C
schakelcellen

Slide 34 - Quiz

- Anna zegt dat alle zenuwuitlopers omgeven zijn door een isolerend laagje.
- Emine zegt dat bewegingszenuwen alleen uitlopers van
bewegingszenuwcellen bevatten.

Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Alleen Anna heeft gelijk
B
Alleen Emine heeft gelijk
C
Anna en Emine hebben beiden gelijk
D
Anna en Emine hebben beiden geen gelijk

Slide 35 - Quiz

Welke letter geeft een uitloper aan?
A
A
B
B
C
C

Slide 36 - Quiz

Welk cijfer geeft
het ruggenmerg aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 37 - Quiz

Met welk cijfer is een wervel aangegeven.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 38 - Quiz

Geeft de letter X de buikzijde of de rugzijde aan?
A
buikzijde
B
rugzijde

Slide 39 - Quiz

Hoe heet de zenuw op de plaats bij letter c?
A
gemengde zenuw
B
gevoelszenuw
C
bewegingszenuw

Slide 40 - Quiz

Van welke typen zenuwcellen bevinden zich uitlopers bij letter b?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
bewegingszenuwcellen en gevoelszenuwcellen

Slide 41 - Quiz

Met welke letter is een zenuwknoop aangegeven?
En wat bevindt zich in een zenuwknoop?
A
a, daarin zit een cellichaam van een gevoelszenuwcel
B
a, daarin zit een cellichaam van een beweginszenuwcel
C
d, daarin zit een cellichaam van een schakelcel
D
d, daarin zit een celibaat van een beweginszenuwcel

Slide 42 - Quiz

waar liggen de celkernen van beweginszenuwcellen?
timer
0:30
A
grijze stof
B
witte stof
C
zenuwknoop
D
ruggenmergzenuw

Slide 43 - Quiz

Aan het (huis)werk


Maak opdracht 1 t/m 8 van bs 2

Klaar? 

-Oefen de begrippen (flitskaarten)
-Maak de test jezelf van deze bs
- oefen op biologiepagina.nl






timer
5:00

Slide 44 - Diapositive