Les 10

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Les 10

Frans 

Programme

• Presentie
• Lesdoelen
• Bezittelijk voornaamwoord
• Afsluiting
• Devoirs

Lesdoelen

Na de les...

...kun je het bezittelijk voornaamwoord gebruiken. 

Presentie

Huiswerkcontrole

Maak ex. 24a, b. 25a, b en 26a, b op p. 40-43

Het bezittelijk voornaamwoord

Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 

Geef in het Nederlands een voorbeeld van een bezittelijk voornaamwoord. 

Voorbeelden Nederlands

Mijn, jouw, zijn/haar, onze, jullie/uw, hun

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Let op!

Voor  l' woorden gebruik je : mon - ton - son  

Waarom? Voor de uitsprak!

Exemples :

l'éléphant - mon éléphant - ton éléphant - son éléphant

l'adresse   - mon adresse   - ton adresse   - son adresse

l'ami            - mon ami            - ton ami            - son ami -

l'amie         - mon amie          - ton amie         - son amie            -

Let ook op bij:

'son' betekent 'zijn' of 'haar'. Je moet dus naar de rest van de zin kijken voor de betekenis. 

Voorbeeld:

Son père = haar vader, want 'vader' is mannelijk. 

Sa mère = zijn moeder, want 'moeder' is vrouwelijk. 

Au travail!

Maak ex. 30a, d, e en ex. 31a. 

Klaar? Lees het bezittelijk voornaamwoord door en leer deze.

Afsluiting

Hoe gebruik je het bezittelijk voornaamwoord?

Maak het rijtje af: mon, ......, ......

'hun' vertaal ik als volgt:

Devoirs

Maken ex. 30a, d, e en 31a.

Leren Grammaire H